De groei van de gemeentelijk bezetting vlakt af van 5,6 procent in 2023 naar 4,6 procent in 2024 en minder gemeenten verwachten in 2025 verdere groei van de bezetting. Dat blijkt uit de Personeelsmonitor 2024 van A&O fonds Gemeenten. ‘Gemeenten lijken zich langzaam op te maken voor financiële tegenwind in de nabije toekomst.’
Groei gemeentelijke bezetting vlakt af
Gemeenten lijken zich op te maken voor financiële tegenwind en dat is te merken aan een afvlakking van de groei in personele bezetting.

Relatief vergrijsd
Dat zegt Patricia Honcoop, programmamaker onderzoek bij A&O fonds Gemeenten en betrokken bij de Personeelsmonitor 2024. Het gemeentelijk personeelsbestand is ‘relatief vergrijsd’, arbeidsmarktkrapte is een ‘structureel probleem’ en voor 9 van de 10 gemeenten is werkdruk een ‘actueel thema’. Daarom zijn arbeidsmarktstrategie, strategische personeelsplanning en hr-analytics de drie belangrijkste hr-thema’s voor gemeenten.
Financiële onzekerheid
Vorig jaar waren er in totaal ruim 200.000 mensen in dienst bij de 342 gemeenten. Hoewel er 10.000 medewerkers meer bijkwamen ten opzichte van 2023 was de groei dus lager dan in dat jaar. Waar in 2023 nog 80 procent van de gemeenten verdere groei van de bezetting verwachtte, is dat in 2024 nog ‘maar’ 60 procent. Een trendbreuk ten opzichte van eerdere jaren, zoals onlangs ook al in het aantal vacatures het geval was. ‘Het financieel ravijn van 2026 lijkt misschien wat teruggeschroefd, maar er is nog steeds veel financiële onzekerheid’, merkt Honcoop op. ‘Dat maakt gemeenten voorzichtiger in het aannemen van mensen.’
Minder krap
Maar dat de krapte op de arbeidsmarkt ook iets minder krap aan het worden is, zorgt ook voor minder mobiliteit bij gemeenten. De in-, door- én uitstroom van gemeentepersoneel nemen allemaal af. Het instroompercentage daalde in 2024 naar 16 procent (was 18,3 procent in 2023). Opvallend is dat de instroom lager is, naarmate de gemeente groter is: bij gemeenten met minder dan 20.000 inwoners is de instroom, net als in 2023, het hoogst (20,7 procent) en bij de G4 juist het laagst (13,2 procent).
Mensen gaan nu niet zomaar ergens anders werken, ze zijn in het algemeen voorzichtiger geworden
Patricia Honcoop, programmamaker onderzoek bij A&O fonds Gemeenten
Instabielere samenleving
In 2023 lag het doorstroompercentage nog op 11,2 procent, maar in 2024 is dat gedaald tot 9,3 procent. Hier is juist het omgekeerde effect zichtbaar: in grotere gemeenten is de doorstroom hoger. Het doorstroompercentage bij de G4 lag op 16,3 procent (in 2023 nog 19,1 procent) en bij de gemeenten tussen de 20.000 en 50.000 inwoners op 3,9 procent (in 2023 nog 4,5 procent). Het gemiddelde uitstroompercentage in 2024 was 8,9 procent, wat iets lager is dan in 2023: 9,3 procent. Er was een daling te zien bij de G4, maar ook bij gemeenten met minder dan 50.000 inwoners. Bij gemeenten met 50.000 tot 100.000 inwoners bleef de uitstroom stabiel. Volgens Honcoop wordt de mobiliteit bij gemeenten niet alleen minder vanwege de financiële onzekerheid, maar ook vanwege de ‘instabielere’ samenleving. ‘Mensen gaan nu niet zomaar ergens anders werken, ze zijn in het algemeen voorzichtiger geworden.’
Vertraging in uitvoering taken
Toch blijft het voor gemeenten lastig om personeel te vinden en vooral voor ruimtelijke ordening/milieu en bouwkunde/civiele techniek leidt dit tot vertraging in de uitvoering van taken. Honcoop noemt het ‘positief’ dat maar liefst 90 procent van de gemeenten in 2024 maatregelen nam om personeelstekorten het hoofd te bieden. Zo zetten ze in op nieuwe instroom door te werven op vaardigheden en talenten in plaats van diploma’s (58 procent) of door zelf personeel op te leiden (51 procent). Een andere maatregel is werk anders organiseren door functies en taken te combineren (50 procent) en mensen meer uren te laten werken (41 procent). Aan externe inhuur wordt minder uitgegeven en meer gemeenten voeren actief beleid om externe inhuur te verminderen. Honcoop wijt dit vooral aan het opheffen van het handhavingsmoratorium van de Wet DBA.
Langdurig verzuim
Andere opvallende uitkomst in de Personeelsmonitor 2024 is de lichte stijging van het ziekteverzuim van 6,5 naar 6,7 procent, waar het landelijk juist licht afnam (en gemiddeld een stuk lager lag: 5,2 procent). De stijging van ziekteverzuim komt vooral door langdurig verzuim. Verder valt op dat steeds meer gemeenten maatregelen nemen om werkdruk terug te dringen: van 67 naar 72 procent. Maatregelen zijn bijvoorbeeld gesprekken en coaching of prioritering van werk.
Geen actief jongerenbeleid
Het behoud van jongeren blijft een punt van zorg. Zij vormen 23 procent van de uitstroom en 65 procent van de gemeenten voert geen actief jongerenbeleid. Het personeelsbestand van gemeenten blijft dus relatief vergrijsd: 57 procent is 45 jaar of ouder, tegenover 43 procent van de beroepsbevolking. Honcoop denkt niet dat het lastig behouden van jongeren helemaal inherent is aan gemeenten, ‘want jongeren wisselen steeds vaker van baan’. ‘Toch: als we jonge ambtenaren willen behouden, moet er bij gemeenten meer focus komen op betere doorgroeimogelijkheden en ontwikkelkansen.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.