Advertentie

De gemeenteraad kan het niet (meer) alleen

Wordt de raad een lokaal democratisch relikwie. Of geven we de gemeenteraad positie en gaat de ondersteuning van de raad daarvoor nu echt een keer op de schop? Of zijn dit de zoveelste rapporten van zelfkastijding en kunnen we weer over gaan tot de orde van de dag?

23 november 2020

Voor degenen die de gemeenteraad een warm hart toedragen, is er de laatste weken weer interessant materiaal beschikbaar gekomen. Publicaties waar ik in lees dat de gemeenteraad het niet (meer) alleen kan. En landelijke maatregelen niet helpen omdat die indirect de rol van de gemeenteraad steeds meer in de marge plaatsen. 

Misschien voor u niet echt nieuw. Toch zijn dergelijke signalen steeds opnieuw nodig. Dit om de vraag te blijven oproepen, wat willen we nu eigenlijk met de lokale representatieve democratie? Wordt de raad een lokaal democratisch relikwie. Of geven we de gemeenteraad positie en gaat de ondersteuning van de raad daarvoor nu echt een keer op de schop? Of zijn dit de zoveelste rapporten van zelfkastijding en kunnen we weer over gaan tot de orde van de dag?

In het advies ‘goede ondersteuning, sterke democratie’ van de Raad voor het Openbaar Bestuur, staat de ondersteuning van de gemeenteraad centraal. Het brede palet wordt getekend. Met een beroep op de minister om hierin verantwoordelijkheid te nemen. In mijn ogen is het jammer dat de oplossingsrichting primair bij de verbetering van de ambtelijke ondersteuning en de fractieondersteuning wordt gezien. Jammer omdat de lokale ‘Renske Leijten dan wel Pieter Omtzigt’ met een betere ambtelijke ondersteuning uit de college-organisatie echt niet de antwoorden op vragen boven tafel krijgen. Antwoorden waarmee desgewenst tegenwicht en tegenspraak kan worden geboden. Dat lukt ook niet met goedwillende fractieondersteuning.

Dat kan wel slagen met een kwalitatief hoogwaardige omgeving. Een omgeving met een ombudsfunctie, een rekenkamer, een raads-accountant en een geoutilleerde griffie. Een omgeving die ruimte maakt voor de raadsleden. Waarbij ook nog eens gewerkt wordt met slimme allianties tussen griffies onderling en tussen adviseurs. Want niet elke griffie hoeft identiek te zijn ingericht. Wil een gemeenteraad betekenis hebben dan zal het moeten leren de eigen ambtelijke ondersteuning serieus te nemen en serieus in te vullen. En zullen raadsleden moeten leren hoe met eigen personeel te werken.

Een ander rapport met de titel ‘beginselen en praktijken ‘van de stichting decentraal bestuur brengt de decentralisatieprocessen in beeld. Naast een aantal mooie aanbevelingen laat het rapport weer eens de moeilijke tot onmogelijke positie van de raadsleden zien. De decentralisaties vergroten de complexiteit voor ons lekenbestuur. Sturing en controle is eigenlijk ondoenlijk voor gemeenteraden. Begrijpelijk en ontluisterend tegelijk wanneer je het leest. Dus lijkt de raad nog slechts het instituut van restverwerking te zijn. In dit geval rest voor de raadsleden nog slechts het kiezen van een bezuiniging. Het rapport laat ook voelen dat excellente ondersteuning van de raad nodig is om raadsleden niet te laten verdrinken in informatie en verdwalen in complexiteit. En dan vertelt een rapport van het sociaal cultureel planbureau met de titel ‘Sociaal domein op koers? Verwachtingen en resultaten van vijf jaar decentraal beleid’, ook nog eens dat gemeenten het niet beter doen dan het Rijk. Kom op raden ga je dan denken.

Voor mij is uitgangspunt dat degelijk politiek-bestuur belangrijk is voor onze lokale samenleving. En blijft leken bestuur het vertrekpunt op lokaal niveau. Dan maken deze rapporten duidelijk dat de raad het niet meer allen kan en het moment om gekwalificeerde ondersteuning te regelen nu wel bereikt is.

Jan Dirk Pruim
Lees hier alle columns van Jan Dirk Pruim

Reacties: 3

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

criticus
Vraag is of het uitgangspunt "degelijk politiek-bestuur" en lekenbestuur wel samen gaan in een steeds complexere wereld, waarbij steeds meer verantwoordelijkheden richting gemeenteraad gaan.

Door deze vraag niet serieus onder ogen te (willen) zien, is de kans groot dat men voortdurend met lapmiddelen, symboolmaatregelen en schijnoplossingen (andere vergaderstructuren e.d.) een niet-werkende constructie in de lucht houdt.

En ja: dat is inderdaad zelfkastijding...



Gerard Heetman / raadslid
Een column naar mijn hart van een griffier van het eerste uur. Je zou kunnen stellen dat de decentralisatie een decentralisatie/centralisatie is geworden door te veel taken van gemeenten weer te verschuiven naar gemeenschappelijke regelingen. Tijdens het congres van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden (NVvR) hebben twee sprekers kanttekeningen geplaatst bij de veelheid van gemeenschappelijke regelingen. Marieke van Genugten, universitair docent bestuurskunde aan de Radboud Universiteit Nijmegen, tevens onderzoekster regionale samenwerking en verbonden partijen, gaf (met dank aan de nieuwsbrief van de NVvR) het advies om als raden, maar ook als colleges meer grip en controle te krijgen op regionale samenwerking is om bijvoorbeeld bij wisselingen in de samenstelling van colleges en gemeenteraden stil te staan bij het hoe en waarom van de samenwerkingsverbanden en verbonden partijen waar de gemeente aan deelneemt. “Een pas op de plaats maken en jezelf de vraag stellen waarom en met welk doel hebben we deze samenwerking?” En Hansko Broeksteeg, universitair hoofddocent staatsrecht aan de Radboud Universiteit pleitte er voor meer zeggenschap en invloed van raadsleden, betere en ruimere ondersteuning en meer grip op regionale samenwerking.

Het wetsvoorstel van minister Ollongren lijkt mooi, maar biedt raadsleden nauwelijks meer invloed op wat wel in gemeenschappelijke regelingen wordt geregeld, maar waar gemeenteraden als lokaal budgethouder eigenlijk geen grip meer op hebben.

Herzie de lappendeken aan gemeenschappelijke regelingen en vorm deze om tot een structuur die, ongeacht het beleidsterrein, identiek is van samenstelling. Dat bevordert ook samenwerking van raadsleden in de verschillende gemeenten.
koen post / gep.
Diagnose lijkt mij juist. Oplossing niet. De invoering van een griffie heeft niet het beoogde resultaat gegeven. Griffies zijn agendacommissies en nog ver weg van een critische factor in beschouwing van voorstellen, lacunes, etc. Dat komt nmm doordat griffiers zich gedragen als dezelfde secretarieambtenaren maar dan met een nieuw bordje en als je de griffie als een gelijkwaardig opgaan wil optuigen ze weer zo groot moeten zijn dat per saldo er een grote uitbreiding van personeel moet komen om wat? college in de hand te houden, lekenraadsleden te ondersteunen in wat, het wantrouwen te vergroten? De kloof nog verder te vergroten tussen raad en college. De makke van al die adviserende organen is dat zij steeds nog in hun eigen bubbel denken en er dus allerlei schijnoplossingen worden bedacht. De ironie wil dat de dualisering nu juist de positie van de raad heeft verzwakt. Tegen het dagelijks bestuur kan de raad niet meer op. Het budgetrecht is weggegooid door ermee in te stemmen dan bijna op hoofdstukniveau het college bevoegd is om met posten te schuiven. ja raad, wat wil je dan nog als je de budgetfunctie primair stelt. De raad is een achterhaald orgaan: krachteloos. In verlengde van verschuiving macht, kennis etc. naar college zou de focus in verantwoordelijkheden en beleid richting ,college ook zichtbaar moeten worden in de gekozen burgemeester die zijn eigen dagelijks bestuur samenstelt. het franse model. en een raad die zeer terughoudend op achtergrond alleen nog iets kan zeggen op sommige punten. De WGR is een toevluchtsoord voor gemeenten die de taken niet zelfstandig kunnen uitoefenen: oplossing gemeenten van 100.000/150.000 of meer kunnen deze taken wel aan. Bijv. een gemeente als Boekel met zijn 9000 inwoners: wat moet die nu in bestuurlijk nederland nog doen behalve ong. alle autonome taken wegzetten bij grotere gemeenten of samenlevingsverbanden. Maar schaalvergroting mag niet van de adviesorganen want grotere gemeenten vormen om tegemoet te komen aan de eisen van de tijd is bij de bestuurlijke incrowd/elite onbespreekbaar en dus worden er weer onwerkbare noodverbanden aangelegd om ons stelsel dat echt achterhaald is op te tuigen. De BMC's krijgen weer werk, proeftuinen, etc. en over 5 jaar weer rapporten. Ollengren is er neergezet om vooral niets te veranderen zoals haar voorganger.
Advertentie