Advertentie

Advies: boa’s wel bescherming, geen bewapening

De onduidelijkheid over de uitrusting van boa’s moet stoppen. Advies is strikt vast te houden aan het noodzaakcriterium voor geweldsmiddelen

01 oktober 2024
ANP Boa
ANP/Hollands Hoogte/Lex van Lieshout

Maak duidelijk onderscheid tussen geweldsmiddelen en beschermingsmiddelen voor boa’s, zodat gemeenten hun boa's goed kunnen uitrusten zonder onduidelijkheid over het gebruik van geweld. Dat adviseert de Wetenschappelijke Adviesraad Politie (WARP) aan de korpschef van de politie naar aanleiding van de actuele discussie over boa's en geweldsmiddelen.

Financieel adviseur voor de publieke sector

BMC
Financieel adviseur voor de publieke sector

Adviseur planning en control voor de publieke sector

BMC
Adviseur planning en control voor de publieke sector

Geweldsmonopolie onder vuur

De onduidelijkheid over de uitrusting van gemeentelijke handhavers moet stoppen, vindt de raad. Boa’s voelen zich soms onveilig en zien geweldsmiddelen als een logische oplossing, maar deze middelen zijn niet bedoeld voor verdediging en mogen alleen worden ingezet als dat echt nodig is voor de taakuitvoering. Als geweldsmiddelen worden gebruikt voor een veilige taakuitvoering, ligt het geweldsmonopolie onder vuur. De raad adviseert daarom om een onderscheid te maken tussen geweldsmiddelen en beschermingsmiddelen. Gemeentelijke handhavers (boa’s) kunnen dan worden uitgerust met beschermingsmiddelen. De brede handhaving van de (rechts)orde ‘desnoods met geweld’, en inzet van geweldsmiddelen, blijft de verantwoordelijkheid van de politie.

Centrale rol gemeenten

In het huidige systeem hebben beschermingsmiddelen geen aparte status waardoor er volgens de adviesraad ongewenste druk ontstaat op het principiële noodzaakcriterium dat ten grondslag ligt aan de toekenning van geweldsmiddelen. ‘Dat leidt tot onduidelijkheid in het debat over het geweldsmonopolie.’ De WARP adviseert daarom strikt vast te houden aan het noodzaakcriterium voor geweldsmiddelen en toezicht daarop ‘eenduidig’ te organiseren. Bij beschermingsmiddelen voor handhavers is een centrale rol weggelegd voor gemeenten en het ministerie van BZK. De politie zou hooguit een adviesrol vervullen binnen het nieuwe stelsel beschermingsmiddelen. Het advies aan de korpschef is ook duidelijk te maken hoe de politie zich tot gemeentelijke handhaving gaat verhouden.

Politie voert achterhoedegevecht

Dit rapport past goed in het achterhoedegevecht dat de politie al wat langer voert, reageert Ruud Kuin, voorzitter van de Nederlandse Boa Bond. ‘Niet toevallig dat het eerste advies van deze raad  “mede gebaseerd op een gedachtewisseling tussen de raad en de korpschef over relevante en fundamentele vraagstukken die tegelijkertijd urgent zijn” is.’ Kernconclusie van het ‘zolderkamer’-rapport is strikte hantering van het noodzaakcriterium en boa’s niet uitrusten met geweldsmiddelen, maar hooguit met beschermingsmiddelen, vat Kuin samen. ‘Het is onduidelijk wat ze daaronder verstaan en het wordt ook nergens toegelicht.’

Als dit werkelijkheid wordt, adviseren wij boa’s zich nergens meer in te mengen, alles op afstand te doen en het woord “handhaving” op de rug af te plakken

Ruud Kuin, voorzitter Nederlandse Boa Bond

Volstrekt onjuist

Volgens hem past dit exact in hoe de politie al twee jaar lang opereert in haar ‘adviesrol’ bij het wel of niet toekennen van geweldsmiddelen. ‘De politiek heeft na lang wikken en wegen besloten de criteria te versoepelen met het belang en oogmerk dat een boa zich moet kunnen verdedigen. En de politie coördineert bij elke aanvraag hard en stevig op allemaal negatieve adviezen die worden overgenomen. Dat is schandalig.’ De adviesraad constateert dat er als gevolg van het ontbreken van centrale registratie geen data beschikbaar zijn, waaruit blijkt dat geweld tegen handhavers toeneemt. ‘Vervolgens trekken ze de conclusie dat dat niet het geval zou zijn! Daaraan koppelen ze dat er geen noodzaak zou zijn voor uitrusting met geweldsmiddelen. Heel bijzonder, en wat ons betreft volstrekt onjuist!’

'Handhaving' afplakken

Vervolgens concludeert de raad dat boa’s vanwege hun taak ook geen geweldsmiddelen zouden moeten hebben, omdat zij, in tegenstelling tot de politie, geen geweld ‘moeten’ gebruiken. ‘Hier spreekt de “zolderkamer”. Een politieagent en een boa weten vooraf nooit of een situatie wel of niet escaleert. Nooit! Als je besluit te handhaven en het escaleert, kun je als boa de politie oproepen, maar die is dan sowieso te laat en wegrennen is ook geen optie, want dan ben je voorgoed je gezag kwijt. Dan moet je beschikken over middelen om jezelf te verdedigen/beschermen. Wat ons betreft is dat de wapenstok en pepperspray. Ze werken preventief en creëren zo nodig afstand.' Als de raad deze middelen definieert als beschermingsmiddelen is de bond akkoord, 'maar het blijft in 42 pagina’s totaal onduidelijk wat ze daaronder verstaan'. 'Als dit werkelijkheid wordt, adviseren wij boa’s dat het veiliger en verstandiger is zich nergens meer in te mengen, alles op afstand te doen en het woord “handhaving” op de rug af te plakken, want handhaven kan dan heel vaak niet meer.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie