Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

Preventieve tik

De Inspectie Verkeer en Waterstaat mag na een eerste overtreding van de taxiregels een dwangsom opleggen om recidive te voorkomen. Maar dat bedrag moet wel in redelijke verhouding staan tot het financiële voordeel van een illegaal taxiritje.

20 november 2009

In de nacht van 26 oktober 2007 maant de politie in de buurt van Eindhoven een oudere Opel met racestoelen tot stoppen. In de auto zitten, behalve de bestuurder, vier vriendinnen die uit zijn geweest in de lichtstad. De chauffeur zegt dat hij de meisjes als vriendendienst naar huis brengt. Een van hen zou de dochter zijn van een oud-collega.

 

De meiden ontkennen dit en zeggen alle vier dat zij vijf euro moeten betalen voor de rit. Tegenover de politie verklaart een van de meiden dat zij de naam van de chauffeur hebben gekregen van vrienden, bij wie de man bekend staat als ‘Taxi H’. Hij zou voor de ritjes steevast 20 euro rekenen. De andere vriendinnen bevestigen dit. De chauffeur houdt echter - ook tegenover de Inspectie Verkeer en Waterstaat - vol dat het een eenmalige vriendendienst betreft.

 

Toch legt de economische politierechter hem een boete op van 2300 euro. Om herhaling te voorkomen, legt de Inspectie bovendien een dwangsom op van 10 duizend euro per overtreding, met een maximum van 200 duizend euro. Die tien mille komt overeen met de Beleidsregels last onder dwangsom personenvervoer over de weg.

 

De chauffeur is kennelijk niet gerust op de toekomst en vecht de dwangsom aan. Daarvoor doet hij (gesubsidieerd) een beroep op advocaat Edgar Verstijnen. Volgens deze advocaat vecht zijn cliënt de dwangsom om twee redenen aan. De chauffeur zegt geen vergoeding voor de rit te hebben ontvangen en ‘heeft een blanco strafblad’; hij wenst van alle blaam te worden gezuiverd. Bovendien is de hoogte van de dwangsom gezien de vermeende opbrengst van 20 euro zo buitensporig dat het bedrag uitleg behoeft.

 

In de procedures over de dwangsom hechten de rechtbank en het College van Beroep voor het bedrijfsleven alleen waarde aan de verklaringen van de passagiers. Temeer omdat de chauffeur niet beargumenteert waarom deze onjuist zijn. Het College vindt de enkele overtreding voldoende om een last onder dwangsom op te leggen. Maar hoewel de Inspectie in beginsel de vrijheid heeft de hoogte te bepalen, moet het College wel bewaken of het bedrag in redelijke verhouding staat tot het financiële voordeel bij een overtreding.

 

De tien mille zijn weliswaar ontleend aan de beleidsregels, maar voor het financiële voordeel moet je kijken naar de concrete omstandigheden. En op grond van het dossier is het niet uitgesloten dat de taxi-activiteit ‘als zeer beperkt moet worden aangemerkt’. De Inspectie moet daarom een nieuw besluit nemen over de hoogte van de dwangsom en daarbij uitleggen waarom die in dit geval passend is. Hoe hoog het bedrag gaat uitvallen, kan de woordvoerder van de Inspectie nog niet zeggen.

 

Vindplaats: LJN BK1424

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie