Advertentie
bestuur en organisatie / Ingezonden

Verdubbel het aantal raadsleden

De armoedige opkomst bij de raadsverkiezingen is een noodsignaal en vraagt in ieder geval om één oplossing: versterk de gemeenteraad.

28 maart 2022

Het scheelde maar weinig. De opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen was slechts 0,9 procent verwijderd van de deprimerende notie dat slechts de helft van de kiesgerechtigden is komen opdagen. Niet dat de democratische dreun er minder op is geworden. Het is de laagste opkomst ooit, bijna vier procentpunt lager dan in 2014, voorheen de laagste. In de gemeenten Rotterdam, Tilburg, Almere en Roosendaal bleef de opkomst zelfs onder de 40 procent. De schokkend lage opkomst vraagt om onderzoek en actie. Nu is opkomst niet de enige factor die legitimiteit voor de politiek bepaalt. Een goed proces van politieke besluitvorming met een inzichtelijke en invoelbare afweging en een gezaghebbende uitstraling van het debat zijn net zo belangrijk.

Maar met een opkomst van nét boven de helft, moeten we ons toch afvragen of die laatste twee nog wel uitmaken. Ik kan de spectaculair lage stembusgang niet anders uitleggen dan dat kiezers massaal de gemeentepolitiek de rug toe hebben gekeerd. Terwijl gemeenten zoveel voor hen doen. Het zijn de gemeenteraden die voor hen de klappen op kunnen vangen voor woningbouw, klimaatadaptatie, en zelfs een tegemoetkoming voor een hogere energierekening. Nog los van de gewone dingen die een gemeente al doet, zoals straten begaanbaar houden, zorg verlenen of de binnenstad aantrekkelijk houden.

Maar met deze opkomst lijkt het de kiezer geen lor te interesseren. Hoe komt dat toch? Kiezers zelf geven een aanwijzing. Volgens onderzoeksbureau Ipsos geven niet-stemmers in een derde van alle antwoorden aan niet te weten op wie ze moeten stemmen. Ze hebben gewoonweg geen idee wat de gemeente – of raadsleden – doen. Het is niet eens onbegrijpelijk. De laatste jaren is door decentralisaties het raadswerk alleen maar zwaarder geworden. In golven besloot het rijk allerlei taken aan gemeenten over te hevelen. De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) in 2006, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in 2008 en de decentralisaties zoals van de jeugdzorg, de Wet werk en inkomen en de thuiszorg hebben het raadswerk sinds 2002 ruimschoots verdrievoudigd.

Nieuwe beleidsvelden waar raadsleden zich steeds opnieuw in moeten verdiepen. Maar meer raadsleden zijn er niet gekomen. Sterker, door de vele herindelingen zijn er per saldo minder. Waar een raadslid in 2002 gemiddeld nog 1.620 burgers vertegenwoordigde, is dat anno 2022 ruim 2.052. Raadsleden besteden gemiddeld 17,1 uur per week aan het raadswerk. Naast een gewone baan. De laatste vijf jaar kostte het raadswerk jaarlijks een uur per week méér. Het is vooral vergadertijd. Nieuwe raadsleden kunnen voor hun éérste vergadering met gemak 1.500 te lezen paginas verwachten. Voor gesprekken met bewoners’ is dan geen tijd meer. Het bestuurlijke werk heeft volksvertegenwoordigende handwerk uit hun agenda weggeduwd.

Al die werkdruk zorgt er ook voor dat steeds meer raadsleden vroegtijdig afhaken. De gemiddelde zittingsduur voor de verkiezingen was al gedaald naar vijf jaar en negen maanden. Een derde van de raadsleden stopt voortijdig, met de werkdruk als belangrijkste argument. Gevolg is dat raadsleden nauwelijks tijd hebben om ervaren te raken, gezag te ontwikkelen of een netwerk op te bouwen. Kiezers weten zo niet meer wie hen vertegenwoordigt. De afgelopen jaren hebben raadsleden zelf geprobeerd de werkdruk te verminderen. Steeds vaker koos een raad ervoor het college de beleidsvoorbereidende werkzaamheden te laten verrichten. Niet de maatschappelijke discussie of wijkgesprekken met raadsleden bepaalde aanbestedingscriteria voor de zorg, maar de beleidsnotities van de wethouder. De raad werd een opmerking in de kantlijn van het collegestuk.

Om nog meer ruimte te maken in hun agenda, zetten gemeenteraden hun gemeenschappelijke regelingen op afstand door zelf geen plaats te nemen in de algemene besturen ervan, maar ook dat aan de wethouders over te laten. Bijeenkomsten van de samenwerkingsverbanden worden door raadsleden spaarzaam bezocht – ze hebben gewoonweg geen tijd – met als gevolg dat ook daar de politieke afwegingen in ambtelijke kamers in plaats van in het openbaar debat voltrekt. Als laatste bezuinigden raden maar wat vaak op zichzelf. Hun ondersteuning ging naar het minimum, extra bijeenkomsten of werkbezoeken worden niet georganiseerd om maar zoveel mogelijk van de karige bijdrage uit het gemeentefonds in de samenleving te stoppen.

Gevolg is dat niet alleen raadsleden onzichtbaar worden, maar ook de politieke afweging uit beeld verdwijnt. We zien niet meer welke politieke keuzes er worden gemaakt, laat staan dat we in staat worden gesteld ze te begrijpen of zelfs eraan mee te doen. De relevantie van de gemeenteraad wordt steeds minder zichtbaar. Gemeenteraden zélf zijn, door ze niet de middelen te geven om hun volksvertegenwoordigende werk te doen, nagenoeg kapot bezuinigd. Vind je het gek dat de kiezer niet meer weet waartoe ze op aarde zijn en dus niet gaat stemmen? Ik vrees dat we op deze manier onze lokale democratie aan het verliezen zijn en de gemeenteraad tot klankbordgroepje verwordt.

De armoedige opkomst is een noodsignaal en vraagt in ieder geval om één oplossing: versterk de gemeenteraad. Om de democratie te redden moet de democratie worden versterkt door raden in staat te stellen wél hun vertegenwoordigende werk te doen, zoals met meer fractieondersteuning of uitbreiding op de griffie. Raden kúnnen dat zelf in de gemeentebegroting regelen, maar met de armoedige financiering vanuit het veel te krappe gemeentefonds durven ze het vaak niet aan. De enige échte oplossing is dat er meer raadsleden moeten komen. Als sinds 2002 het werk al is verdrievoudigd, dan is een verdubbeling geen onaardig begin.

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Hans Bakker
Versterk de ambtelijke organisatie, veel belangrijker dan het
politieke geneuzel. Daarmee krijgen ambtenaren een grotere rol in het landsbestuur en dat is prima. Goede beleidsplannen maken moeten we niet aan dorpsneuzelaars in de Raad overlaten maar aan professionals.
Advertentie