Advertentie

Burgemeester houdt colleges bijeen

In het versplinterd politieke landschap blijkt een belangrijke rol weggelegd voor de burgemeester om het college de eindstreep te laten halen.

14 januari 2011

Die conclusie trekt de Tilburgse bestuurskundige Marcel Boogers uit onderzoek van Binnenlands Bestuur en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) onder lokale bestuurders en ambtenaren naar de kwaliteit van samenwerking in colleges van burgemeester en wethouders.

 

De kwaliteit van die samenwerking in het college blijkt vooral te worden verklaard door de mate waarin de burgemeester een actieve rol speelt om van het college een team te maken. Het aantal wethouders in het college blijkt nauwelijks van belang voor de kwaliteit van de samenwerking. Alleen als de burgemeester geen actieve rol speelt om van het college een team te maken, constateert Boogers een verband tussen het aantal wethouders en de ervaren kwaliteit van de samenwerking.

 

Boogers voorzag het onderzoek gisteren van commentaar tijdens de VNG-Trendlezing in Den Haag, een inhoudelijke nieuwjaarsbijeenkomst voor burgemeester en wethouders. Ten behoeve van die bijeenkomst hielden zowel Binnenlands Bestuur als de VNG een enquête onder ambtenaren en lokale bestuurders. In totaal deden ruim achthonderd mee aan de enquête.

 

‘Het onderzoek maakt duidelijk dat, als je het college de rit wil laten uitzitten, voor de burgemeester een sterk verbindende rol is weggelegd en niet zozeer een politiek geprofileerde rol. Er wordt in het politiek versnipperde landschap echt naar de burgemeester gekeken. Zijn rol ligt buiten de schijnwerpers. Hij zal achter de schermen met de oliespuit in de weer moeten, het spel van geven en nemen uitleggen en individuele wethouders coachen die dat nodig hebben. Het is meer de rol van de klassieke burgervader van weleer’, zegt Boogers.

 

Bepalend voor de kwaliteit van de samenwerking in het college is volgens het onderzoek verder de aanwezigheid van populistische partijen, politici en bestuurders. Wat daaronder precies moet worden verstaan, is volgens Boogers misschien niet helemaal helder. ‘Feit is wel dat er vaak sprake is van populisme’, zegt hij. Ruim 60 procent van de respondenten geeft aan dat in hun gemeente populistische partijen, politici of bestuurders zijn. Opvallend is dat vooral collegeleden, twee op de drie, er melding van maken. Bij gemeenteambtenaren is dat iets meer dan de helft.

 

Boogers: ‘De aanwezigheid van populistische partijen geeft druk en een cultuur van ongeduld. In tijden van financiële schaarste vergt dat extra van de samenwerking in het college en van de burgemeester in het bijzonder.’ Een andere opvallende uitkomst van de enquête is het verschil in beoordeling van de samenwerking in het college. Ruim negen van de tien collegeleden vindt dat er sprake is van een team dan wel van teamvorming. Bij gemeenteambtenaren is dat beeld genuanceerder: zes op de tien kan zich erin vinden.

 

Volgens Boogers zijn ambtenaren kritischer op dit punt, omdat ze het eerder merken als de samenwerking niet goed loopt: voorstellen sneuvelen, met notities die ze hebben opgesteld wordt niets gedaan of ze krijgen onduidelijke orders. Ambtenaren blijken volgens het onderzoek ook pessimistischer dan bestuurders als wordt gevraagd of het college de eindstreep zal halen. Opnieuw ziet ruim negen op de tien collegeleden dat zonnig in. Onder ambtenaren ziet één op de drie dat niet gebeuren of heeft op zijn minst twijfels.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie