Minister Ollongren van Binnenlandse Zaken wil een onafhankelijke arbiter die bij geschillen tussen rijk en gemeenten tussenbeide kan komen. Het plan moet klaar zijn vóór de formatie van het volgende kabinet.
Ollogren wil ‘scheids’ bij interbestuurlijke strijd
Minister Ollongren van Binnenlandse Zaken wil een onafhankelijke arbiter die bij geschillen tussen rijk en gemeenten tussenbeide kan…
Dat antwoordde de bewindsvrouw gisteren tijdens de begrotingsbehandeling van Binnenlandse Zaken (BZK) op vragen van Tweede Kamerleden, waaronder Joost Sneller (D66) en Selçuk Öztürk (Denk).
Pittige discussies
’Als beleidsvoornemens van het rijk leiden tot een wijziging van de uitoefening van de taken van de gemeenten of provincies, dan vindt er overleg plaats in het kader van artikel 2 van de Financiële-verhoudingswet. Dat zijn soms best pittige discussies. Het is in die context dat ik de oproep om te kijken naar een onafhankelijk instituut dat of een persoon die op basis van dat artikel 2 van de Financiële-verhoudingswet geschillen kan beslechten, ter harte neem. Ik vind dat een suggestie die we serieus moeten overwegen’, aldus Ollongren.
Voorbereiding
Dat instituut zou volgens haar een onderdeel kunnen zijn van een veel bredere discussie over de bestuurlijke inrichting en de bestaande financiële verhoudingen. ‘Ik kan me ook voorstellen dat dat iets is wat je betrekt op het moment dat je praat over de nieuwe kabinetsperiode. Ik ben wel bereid om dat voor te bereiden. Dit vraagt om in de bredere context van de bestuurlijke en financiële verhoudingen te worden uitgewerkt. Het moet dus ook beschikbaar zijn voor een afweging tegen die tijd.'
Urgentie
De Kamerleden Sneller en Gerrit-Jan van Otterloo (50Plus) wezen er volgens Ollongren terecht op dat alle medeoverheden voor grote maatschappelijke opgaven staan en dat moet worden gekeken naar zowel de interbestuurlijke verhoudingen op de langere termijn als ook naar de financiële verhoudingen op de langere termijn. ‘De coronapandemie heeft dat nog urgenter gemaakt’, aldus de minister. ‘De gedachte van die onafhankelijke persoon of dat onafhankelijke instituut, de hele context van de brede financiële en bestuurlijke verhoudingen, is iets wat klaar moet liggen voor dat nieuwe kabinet.’
Reacties: 7
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Prijs de dag niet voor het avond is maar dit is een stap in de goede richting. Belangrijkste is dat de beoogde scheidsrechter en niet (zoals nu) de Tweede Kamer beslist of het rijk bij nieuwe taken voor gemeenten toereikende financiële middelen beschikbaar stelt of niet.
In 1 woord: Fan-tas-tisch!
Wat mij betreft kunnen er nooit genoeg bestuursorganen, rechters, arbiters of andere instanties in het leven worden geroepen!
Bijzonder. Bij de introductie van het klachtrecht in de Awb schreef professor Overkleeft-Verburg hier een artikel over (ik meen in 2000). Daarin werd benoemd dat het klachtrecht zich o.a. bij uitstek leent voor toepassing bij (inter)bestuurlijke geschillen, aangezien dit op een laagdrempelige, toegankelijke wijze gebeurd, die aansluit bij de wens om te dejuridiseren. Ik betwijfel of hier ooit op grote schaal toepassing aan is gegeven. Waarom weer een nieuw concept introduceren, terwijl er al jaren een prima oplossing bestaat?
Helemaal eens met Rik. Die dame moet gewoon eens haar werk doen en zich niet verstoppen achter arbitrerende instanties. Als ze een adviseur nodig heeft om haar daarbij terzijde te staan, kan ze inhuren wie ze wil, maar ze zal zelf met het parlement en de lagere overheden eruit moeten komen. Zij wilde zo graag die functie, en dat is wellicht geen eenvoudig ministerie, maar nu moet ze die taak vervullen, of gewoon opstappen. Dat laatste is ook helemaal geen schande. Ik stem meteen (1x) op de partij van de eerste minister die toegeeft dat ie niet geschikt is voor zijn functie.
Alsjeblieft niet weer een onafhankelijke autoriteit erbij. Breng zo’n taak onder bij één van de bestaande, zodat de gewone trajecten hun werk beter kunnen doen, zoals het parlement of de rechterlijke routes.
Zo’n arbiter hebben we al. Het parlement! Maar de minister legt de beslissingen (moties) van die arbiter terzijde. Als ze die arbiter al negeert, dan zal ze elke andere arbiter zeker negeren. Zinloze actie dus.
Misschien de Raad voor het Openbaar bestuur (ROB)?
Of zeg ik nu iets heel raars?