Auteurs Frederik van Dalfsen en Marijke Synhaeve maakten de uitgave namens Berenschot en het Nederlands Genootschap van Burgemeesters. Ze onderscheiden twee domeinen: participatieve democratie (samen besluiten nemen) en de participatiesamenleving waarin we publieke waarde creëren (groenonderhoud of mantelzorg).
Deze platen bewegen langs en soms over elkaar heen. Burgemeesters dienen participatie een plek te geven in hun gemeente. Maar de gemeenteraad staat het sterkst onder druk, aangezien participatie van hen vraagt vaker het eerste woord te nemen dan het laatste: schep randvoorwaarden en kaders en heb het vermogen en lef om achter uitkomsten van participatieve trajecten te staan.
Trappenburg noemt de participatiemaatschappij een politieke keuze met voor- en nadelen. ‘Een gemeente moet niet doen alsof dat niet zo is. En presenteren ze het wel als een keuze, dan moeten ze niet doen alsof die keuze alleen maar gunstige gevolgen heeft. Want als er dan vervolgens allerlei mensen werkloos thuis zitten, dan is dat een gevolg van die keuze.’
Pionieren in participatiewereld
‘Het is een ideologie, die participatiemaatschappij. Een ideologie die van links tot rechts aanspreekt. Voor rechts is het een…