Mantelzorgers: ‘Leun niet te veel op vrijwilligers’
Mantelzorgers willen meer duidelijkheid over de kabinetsvisie op informele zorg en de sociale basis.
Mantelzorgers vrezen dat er steeds meer van hun wordt verwacht, terwijl ze vaak al een zware zorgtaak dragen. ‘We moeten oppassen dat we niet alles wat we in de formele zorg niet kunnen doen, naar het sociale netwerk afschuiven', waarschuwt vereniging MantelzorgNL.
Meer gevraagd
Het kabinet zet steeds meer in op informele zorg uit het sociale netwerk, merkt MantelzorgNL. Staatssecretaris Van Ooijen (ChristenUnie) schetste onlangs zijn visie op mantelzorg in een brief aan de Tweede Kamer. Hij spreekt daarin de verwachting uit dat er in de toekomst veel meer mantelzorgers nodig zullen zijn. Op dit moment verleent bijna één op de vier Nederlanders mantelzorg. 'Naar verwachting zal de vraag in 2040 zo groot zijn, dat elke Nederlander voor een naaste zal zorgen', schrijft Van Ooijen. 'Er wordt van zowel de formele, de informele zorg én de sociale basis meer gevraagd', concludeert hij.
Alles wijst erop dat we meer zelf moeten doen.
Enorme zorgtaak
Maar het sociale netwerk kan niet alles oplossen, waarschuwt MantelzorgNL. De vereniging wil van de staatssecretaris weten hoe hij 'de komende jaren de maatschappij gaat helpen om er een enorme zorgtaak bij te pakken'. Met andere woorden: 'Hoe ziet hij dat voor zich; meer zorgen én meer werken?'
Realistisch
Van Ooijen laat in zijn brief weten dat de 'sociale basis' – de informele netwerken om mensen heen – meer ondersteuning moet gaan bieden aan mantelzorgers. Maar MantelzorgNL vraagt zich af of dat wel realistisch dat is. 'Hoe die sociale basis er uit komt te zien is nog onduidelijk, maar alles wijst erop dat we meer zelf moeten doen, met behulp van elkaar', aldus de vereniging.
Professionals
Volgens MantelzorgNL moet het kabinet niet teveel leunen op vrijwilligers in de sociale basis. De vereniging ziet meer in professionele ondersteuning. Niet vrijwilligers, maar professionals zoals buurtwerkers en mantelzorgconsulenten zouden de sociale basis moeten inrichten en faciliteren. 'Alleen dan staat er een stevige sociale basis waar mantelzorgers zelf een bijdrage aan kunnen leveren én op kunnen steunen.'
Dat er naar verwachting van staatssecretaris Van Ooijen in de toekomst "veel meer mantelzorgers nodig zullen zijn" is dan ook niet meer dan een eufemistische omschrijving van 'regelt u het zélf maar'.
Dat de 'sociale basis' volgens de staatssecretaris meer ondersteuning moet gaan bieden aan mantelzorgers is daarvan een snoeiharde bevestiging.
"informele zorg uit het sociale netwerk" is wat mantelzorgers al jaren doen. "dat elke Nederlander voor een naaste zal zorgen" is wat al jaren een volstrekt normaal proces is tussen familie en naasten.
Het enige dat de politiek tot op heden heeft gedaan is het tot op gemeentelijk niveau optuigen van een legertje duurbetaalde adviseurs en 'hulpverleners' die de mantelzorger gaan 'helpen'.
Dat legertje betekende in de praktijk alleen maar bemoeizucht en daarmee een extra last voor de mantelzorger.
De suggestie van MantelzorgNL dat "professionele ondersteuning. Niet vrijwilligers, maar professionals zoals buurtwerkers en mantelzorgconsulenten de sociale basis zouden moeten inrichten en faciliteren" impliceert dan ook niets meer dan een voortzetting en institutionalisering van de huidige praktijk.
Als de mantelzorger het tóch zélf moet uitzoeken kunnen wij die zelfverklaarde 'professionals' gevoeglijk missen, als kiespijn.
Hun toegevoegde waarde is nagenoeg nihil. Zij staan niet klaar om midden in de nacht te komen helpen.
Als uw reactie is "Dan belt u toch een taxi of een ambulance?" dan weet u duidelijk niet waar het over gaat.