40 procent van de bewindvoerders is gestopt met het aannemen van mensen met schuldenbewinden en heeft de dienstverlening aan zittende cliënten versoberd. Dat blijkt uit onderzoek door brancheorganisaties NBBI, Horus en NVVK onder vierhonderd bewindvoerders.
Bewindvoerders stoppen met aannemen cliënten
Een derde van de bewindvoerders geeft aan te willen stoppen met het werk.
Knelpunten
De brancheorganisaties trekken al langer aan de bel over de financiering van hun leden. Het vorige kabinet erkende dat er knelpunten zijn binnen de huidige systematiek. NBBI, Horus en NVVK vinden het onterecht dat de beloning voor bewindvoering al jaren gelijk is terwijl de kosten zijn toegenomen. Daarbovenop komt nog dat de dossiers steeds complexer worden. Bewindvoerders worden doorgaans bekostigd door gemeenten via de bijzondere bijstand, maar de tarieven zijn op dit moment volgens de sector zelf te laag.
Geen nieuwe cliënten
‘Vooral voor de zogeheten schuldenbewinden moeten bewindvoerders vaak meer uren maken dan ze vergoed krijgen’, zeggen de brancheorganisaties. Dat heeft er nu al toe geleid dat 40 procent van de bewindvoerders is gestopt met het aannemen van deze cliënten. Dat bevestigd volgens NBBI, Horus en NVVK dat bewindvoerders in de knel komen door het bevroren uurtarief. ‘Ondanks de brede maatschappelijke vraag om meer maatwerk en persoonlijke aandacht is dat binnen het huidige systeem onmogelijk.’
Gevolgen
Uit het onderzoek komt ook naar voren dat 28 procent van de bewindvoerders kort op de salarissen van medewerkers. Een deel ziet ook de kwaliteit teruglopen omdat medewerkers vertrekken. De cliënt betaalt uiteindelijk de rekening, vrezen de brancheorganisaties. 30 procent van de bewindvoerders overweegt te stoppen met het werk, toont het onderzoek aan. Dit terwijl het aantal mensen met schulden blijft stijgen. Resultaten van een onderzoek naar een mogelijke oplossing dat door het vorige kabinet al werd aangekondigd komen pas eind 2025.
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
De bezuinigingen op de bewindvoering beginnen hun tol te eisen.