Problemen werden bij de vleet uitgevonden, zodat er aan gewerkt kon worden. Ik ben er allergisch voor, dus heb ik géén dag van mijn diploma gebruik gemaakt en ben gelukkig journalist geworden.
De jaren 70
Ik beken, ik heb de sociale academie gedaan en heb een diploma cultureel werker. Het waren de jaren 70. Fröbelen, macrameeën,…
In de jaren 80 en 90 van de vorige eeuw ontstond een nieuwe zakelijkheid. De nieuwe eeuw was al een heel eind op streek toen we een minister voor Jeugd en Gezin kregen, André Rouvoet van de ChristenUnie. Nette man, idealistisch, maar geen kenner van het welzijnstijdperk uit de jaren 70. Rouvoet zag veel ontspoorde kinderen, hetgeen niet zo vreemd is vanuit zijn geloofsovertuiging. Bovendien was het gezin al geruime tijd niet meer de hoeksteen van zijn samenleving.
De hulpverleningsindustrie ontwikkelde zich tot vele administratieve tijgers die zich met zoveel mogelijk instellingen tegelijk op een problematisch gezin stortten. Ieder vanuit het eigen perspectief en zonder veel samenwerking. Rouvoet zag het met lede ogen aan en startte zijn Centra voor Jeugd en Gezin (CJG). Alle organisaties moeten in zo’n CJG lokaal met elkaar overleggen, samenwerken, aan preventie doen, laagdrempelig werken en de eigen kracht van het gezin versterken.
Dus worden de CJG’s uit de grond gestampt. De een ziet het als weer een extra administratieve laag, de ander ziet resultaten. De tijd zal het leren. Maar wat Rouvoet óók deed is het project ‘Allemaal opvoeders’ starten (zie vanaf pag. 8). Want gezinnen zijn de weg kwijt. Ouders hebben te weinig informele ondersteuning bij de opvoeding. Dat zou vroeger beter zijn geweest, toen we nog in dorpen woonden met buurvrouwen en schoonmoeders die zich met alles en nog wat bemoeiden. Ouders zitten tegenwoordig in een ‘opvoedkramp’.
Halleluja, we hebben een nieuw probleem waar de welzijnsindustrie zich op kan storten. Rouvoet doneerde 18 miljoen euro om een proef te starten in tien gemeenten. Hiervan worden projecten betaald die de informele steun bij opvoeding aan ouders organiseren. En ja hoor, de jaren 70 lijken nooit weggeweest. Het macrameeën is weer volledig terug met tientallen initiatieven die bij voorbaat een succes worden genoemd. Er is zelfs een Engelse aanpak van stal gehaald: de pedagogische civil society. Dan zal het wel goed zitten.
En zo startte de welzijnsmaffia een vader-kind-circus om de band tussen papa en kind te verbeteren, mamacafés, opvoedcertificaten, ‘Ouders in actie’, opvoedparty’s, micro-opvoeddebatten, opvoedtoolboxen, ‘Wij Moeders’, ‘Kom je bij me spelen’, et cetera. Leve de jaren 70. Waar kan ik mijn diploma inleveren?
Reacties: 4
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Wederem een column die mij uit het hart gegrepen is. Die hele welzijnsindustrie moet op de schop. Met respect voor de enkele pragmatici in het veld, maar de beleidsambtenaren op dit gebied zijn vergadertijgers over non-issues. In onze regio ging het onlangs over het terugdringen van roken tijdens de zwangerschap. Alsof een ieder met een beetje verstand nog niet weet dat dat gezondheidsrisico's voor moeder en kind met zich meebrengt. Voor de enkeling die dat misschien nog niet beseft zou je wellicht op landelijk niveau een reclamespotje kunnen maken maar daar ga je op lokaal niveau je tijd en onze centen toch niet aan besteden?
Ook ik heb in de jaren 70 de Sociale Academie gedaan en daar, in tegenstelling tot Erik van Zwam blijkbaar, wel wat geleerd. Mede dankzij dat diploma heb ik o.a. jarenlang als projectleider gewerkt in een buurthuis in een "achterstandswijk". Behalve om frobelen en macrameeen ging het daar vooral om het ondersteunen van de belangen, en de eigen verantwoordelijkheid daarbij, van de buurtbewoners. Totdat de nieuwe zakelijkheid van de overheid daar door de bezuinigingen een eind aan maakte. En nu we na al die afbraak van voorzieningen achteromkijkend zien dat individualisering de boventoon voert en sociale samenhang ver zoek is, moeten we concluderen dat die welzijnsindustrie zo gek nog niet was. Dat Erik van Zwam dat niet heeft begrepen is mij wel duidelijk; zijn "analyse" toont aan dat hij zijn diploma ook niet echt verdiend heeft en hij mag het dan ook bij mij inleveren. En ja, ik kan heus kritisch kijken naar het gepamper van de laatste jaren maar dat betekent niet het belachelijk maken van voorzieningen zoals een CJG waar vastgelopen gezinnen noodzakelijke hulp vinden.
Erg vreemd om te lezen dat een journalist/ hoofdredacteur van een normaal geïnformeerd tijdschrift zich zo moet uitdrukken om aandacht te krijgen. Duidelijk heeft de schrijver van dit stuk zich niet verdiept en tracht in woordkeuze zwaar populair over te komen. In mijn ogen is het goed om kritisch te zijn naar ontwikkelingen in de welzijnssector, echter op inhoud.
Het valt me op dat BB binnen het kopje sociaal vooral over sociale zekerheid publiceert. Na het lezen van dit stuk kan ik het plaatsen. De hoofdredacteur heeft er geen interesse in. Ik vraag me sterk af waarom het van journalistieke klasse getuigd om vooral tegen een sector te aggregeren in plaats van met een alternatief te komen. Dat is in mijn ogen terug naar de vorige eeuw. Journalisten die weten wat niet goed is zonder goed onderzoek kan de gemiddelde twitteraar ook.
Wellicht dat dhr Gerritsen van BB kan reageren op het stuk van zijn baas. Een inhoudelijke discussie op niveau over de “trend” Rouvoet zou ik zeer waarderen.
Jammer toch dat de heer Zwam er het zwijgen toe doet na de onderstaande reacties. Doet Wilders ook, roepen en weglopen!