Herkomstonderzoek nodig voor kunst uit koloniale tijd
Een enkeltje Cariben voor kunst uit koloniale tijden. Dat is wat de Dialooggroep Bonaire wil. Veel musea hebben echter geen teruggavebeleid.
Herkomstonderzoek moet duidelijk maken of musea roofkunst of betwiste historische voorwerpen bezitten van de Caribische eilanden in ons koninkrijk. Zo ja, dan zouden ze terug kunnen naar het oorspronkelijk gebied. Maar slechts een paar gemeenten hebben een teruggavebeleid.
Eigen historie
Niemand weet wat er precies is aan artefacten of kunst uit de koloniale tijd van de Caribische einden in ons koninkrijk. De Dialooggroep Bonaire schreef eerder aan het kabinet dat veel van die attributen zich in Madrid, Caracas, Willemstad en Amsterdam bevinden, maar niet op de eilanden waar ze vandaan komen. Die willen ze graag terug om de eigen historie te tonen en onderzoeken, zegt coördinator Arthur Sealy van de Dialooggroep.
Rijkscollectie
Probleem is dat slechts een paar gemeenten een teruggavebeleid hebben. ‘Misschien hooguit twee handen vol’, aldus de Museumvereniging. De rest dus niet. Bij het rijk is het beter geregeld. Het uitgangspunt van het kabinet is dat geroofde kunst teruggaat, maar het rijk kan alleen wat zeggen over rijkscollectie.
De Nederlandse expert cultureel erfgoedrecht is Evelien Campfens. Ze is verbonden aan de Universiteit Leiden. Volgens haar is het heel goed mogelijk dat die gemeentelijke collecties voorwerpen bevatten die terug moeten naar de gemeenschappen waar ze vandaan komen. Want dat kan onder de nieuwe beleidsregels waarin herkomst leidend is. Maar dan moeten gemeenten wel onderzoek doen naar die herkomst.
Roofkunst
Campfens: ‘Collecties verzameld in een koloniale context worden inmiddels als een categorie ‘betwiste kunst’ gezien. Of er werkelijk sprake was van roof was verschilt per geval.’ Ze noemt het voorbeeld van de Benin Bronzes, bronzen beelden geroofd door Britse militairen waarover stukje bij beetje door Europese musea afspraken worden gemaakt met Nigeria. Het Museum voor Wereldculturen in Leiden heeft er ook een aantal van in de collectie. ‘Dat zijn duidelijke voorbeelden van roofkunst, namelijk in het kader van koloniale strafexpedities buitgemaakte cultuurgoederen’, zegt Campfens. ‘Maar in veel gevallen is de manier waarop voorwerpen precies zijn verloren onduidelijk. Vandaar dat herkomstonderzoek zo belangrijk is.’
Toegang
Veel landen zijn nu bezig met ontwikkelen van beleid en ook wel wetgeving op dat terrein, die het mogelijk moet maken tot teruggave aan herkomstgemeenschappen over te gaan. Onder internationaal recht zijn er ook normen, bijvoorbeeld voor cultuurgoederen van spiritueel belang voor inheemse volkeren die zonder hun instemming zijn meegenomen. Dan is het bewijs voor echte roof dus minder belangrijk, maar meer de huidige erfgoedwaarde van bepaalde voorwerpen voor mensen. Campfens: ‘Herkomstgemeenschappen hebben volgens die regeling recht op toegang naar en controle van dit soort voorwerpen. Dat zou ook kunnen gelden voor gemeenschappen op de Caribische eilanden of in Suriname als het gaat om spiritueel belangrijke objecten.’
Voorouders
Voor de Dialooggroep Bonaire is dit een welkome steun in de rug, zegt coördinator Arthur Sealy. De bevolking van de eilanden moet zelf onderzoek kunnen doen naar de historie van hun voorouders. Daarom is juist op de eilanden veel meer investering in cultuur, onderwijs en onderzoek nodig. Om die reden vindt de Dialooggroep Bonaire dat ook het Nationaal Slavernijmuseum niet in Amsterdam moet komen zoals de planning is, maar in het Caribisch gebied. Een andere wens is een digitaal gedenkteken met de stambomen van tot slaaf gemaakten, zodat de huidige inwoners en bezoekers kunnen zien waar hun voorouders vandaan komen en waar ze zijn uitgebuit. Door erop een achternaam in te tikken, zou de hele stamboom, inclusief de tewerkstellingsgeschiedenis, eruit moeten rollen.
Lees het volledige artikel in Binnenlands Bestuur nr. 1 van deze week. (inlog)
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.