In de jeugdzorg dreigen nieuwe wachtlijsten te ontstaan. Dat stelt Hans Kamps, voorzitter van branchevereniging Jeugdzorg Nederland.
‘Jeugdzorg efficiënter, maar nieuwe wachtlijsten dreigen’
Kamps beweert dat als aan de ene kant het budget verlaagd wordt en aan de andere kant het gebruik toeneemt het aftellen is tot er weer…
In 2009 trokken provincies eenmalig extra geld uit om de wachtlijsten in de geïndiceerde (provinciale) jeugdzorg weg te werken. In 2010 bleef het aantal plaatsen voor ‘zwaardere’ zorg gelijk, terwijl het aantal jongeren dat een beroep deed op jeugdzorg met 4 procent groeide; het gebruik van de verschillende zorgvormen steeg met 6 procent. Dit bij een gelijkblijvend budget. ‘Als aan de ene kant het budget verlaagd wordt en aan de andere kant het gebruik toeneemt, is het aftellen tot er weer wachtlijsten zijn’, beweert Kamps.
Meer efficiency zit er volgens hem niet in: ‘We presteerden beter, tegen lagere kosten. Het vet is van de botten.’ Volgens een brancherapportage van Jeugdzorg Nederland over 2010 was de hulp aan jeugdigen met ontwikkelings- en opvoedproblemen vaker vrijwillig en minder gebaseerd op dwang. Er is 15 procent meer ambulante zorg geleverd dan een jaar eerder. Daardoor zijn minder kinderen uit huis geplaatst. Bleek hulp binnen het gezin onmogelijk, dan kwamen kinderen vaker in de ‘normalere’ setting van een pleeggezin dan in een tehuis.
Het aantal jeugdigen met een jeugdbeschermingsmaatregel (gezinsvoogdij of uithuisplaatsing) en het aantal jeugdigen met een jeugdreclasseringmaatregel bleef gelijk. Dat terwijl vanaf 2008 het aantal jeugdbeschermingsmaatregelen nog met bijna 7 procent groeide. Kamps schrijft deze kentering vooral op het conto van meer ambulante zorg.
Structuur
Volgens de branchevereniging gingen jongeren met ernstige gedragsproblemen er flink op vooruit. Tot 2008 kwamen zij vaak in gesloten justitiële inrichtingen. Sindsdien worden zij vooral behandeld in JeugdzorgPlus-instellingen, in leefgroepen met veel structuur. Het aantal jeugdigen in een justitiële jeugdinrichtingen verminderde met bijna de helft.
De ‘vangnettaak’ van het Adviesen Meldpunt Kindermishandeling (AMK) komt volgens het rapport beter uit de verf. Een publiekscampagne en discussies over een verplichte meldcode voor zorg- en hulpverleners leidden tot meer telefoontjes en eerdere signalering van verwaarlozing en mishandeling. Het AMK schakelde vaker vrijwillige hulp in met instemming van de ouders. Als gevolg daarvan kreeg de Raad voor de Kinderbescherming minder onderzoeksverzoeken.
In 2016 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de hele jeugdzorg. ‘De brancherapportage geeft voldoende aanwijzingen dat het beoogde gedecentraliseerde stelsel, met preventie, vroegsignalering en lichtere vormen van hulp vruchten kan afwerpen,’ aldus Kamps. ‘Het is geen luchtkasteel, maar we moeten wel haast maken met de stelselherziening. Ik heb geen harde aanwijzingen dat Rijk en gemeenten op schema zijn.’
Kamps vindt dat Rijk, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en het Interprovinciaal Overleg snel en vaker samen om tafel moeten om de zaken te bespoedigen.’Vooral de VNG moet er meer druk op zetten.’
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Als voormalig jeugdbeschermer vraag ik me meer en meer af of al die beleidsmakers en bestuurders van jeugdinstellingen zich nog steeds inzetten voor kinderen of voor het ontlopen van verantwoordelijkheden!