En op de tien
In januari zochten in totaal 121.000 - ofwel één op de tien - jongeren onder de 27 jaar een baan. Ruim de helft daarvan ging niet naar school. Dit is een groep waarover het kabinet zich vooral zorgen maakt. In de aanpak wordt ook geprobeerd werkloze jongeren te laten doorleren en met stages of leer-werktrajecten actief te houden.
Probleem jeugdwerkloosheid 'onverminderd groot'
In de aanpak van de jeugdwerkloosheid zijn bijna 30.000 jongeren in de laatste vier maanden van vorig jaar aan een baan, leerwerkplek of…
Allochtoon
Volgens Donner slaat de werkloosheid niet alleen extra hard toe bij jongeren met weinig scholing, maar ook bij de allochtone jeugd. Om allochtone jongeren beter te helpen, kan arbeidsbemiddelaar UWV Werkbedrijf ingeschreven werklozen sinds april dit jaar koppelen aan gegevens van gemeenten. Zo kan uitgezocht worden of allochtone jongeren 'onevenredig lang of vaak werkloos zijn en minder stages krijgen aangeboden' ten opzichte van autochtone leeftijdsgenoten en dan kan actie ondernomen worden.
Ondersteuning
Met minister André Rouvoet (Jeugd en Gezin) wordt nog gewerkt aan extra ondersteuning voor de kwetsbare jongeren. Dat moet op regionaal niveau gebeuren door onder meer een betere afstemming van onderwijs, jeugdzorg en begeleiding op de arbeidsmarkt.
Meldpunt
Het ministerie van Sociale Zaken opent deze week ook een digitaal meldpunt. Het doel is om jongeren en hun ouders en platform te bieden waar ze tips kunnen uitwisselen en knelpunten die ze ervaren, kunnen aankaarten.
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Wederom worden de 60-plussers bevoordeeld ten koste van de jeugd. Dit in relatie tot de mogelijkheid voor deze groep gebruik te maken van vroegpensioen. Dit is in het verleden ingevoerd om de jeugdwerkeloosheid tegen te gaan. In 2005 is de mogelijkheid afgeschaft met uitzondering van een overgangsregeling.
Van deze overgangsregeling wordt geen tot weinig gebruik gemaakt. Dit omdat het loont om deze uitkering uit te stellen tot 64 en 11 maand. Immers in de FPU-regeling van het ABP leidt uitstel tot het toevoegen van de gehele waarde welke niet in het FPU is genuttigd aan het ouderdomspensioen.
Dit houdt concreet in dat iedereen nog steeds premie betaald voor deze regeling (en het doel voor deze regeling = vervroegd uittreden), onder de noemer solidariteit?????, maar dat bijna geen gebruik wordt gemaakt van vervroegd uittreden om de jeugd de ruimte te bieden.
Als klap op de vuurpijl wordt in de inkomstenbelasting nog een voordeel verstrekt aan deze doelgroep in de vorm van een doorwerkbonus.
Concreet houdt dit in dat ambtenaren indienst voor 2006 hiervoor een compensatie ontvangen (versterkte OP-opbouw) en ambtenaren indienst na 2006 betalen voor een regeling welke niet het doel nastreeft en hier geen enkele compensatie voor ontvangt (gemiddeld toch zo’n 15.000,- tot 2023)!
Het antwoord van de vakbonden en ABP is dat dit solidair is naar deze groep om hieraan mee te betalen. Nu begrijp ik deze solidariteit indien gebruik gemaakt wordt van het doel = uittreden op 61 jaar. Hoe verkoop je dan het feit dat deze waarde wordt opgestreken in een andere voorziening en ook nog een bonus vanuit de inkomstenbelasting wordt meegegeven. Zeker in relatie tot de ambtenaren indienst na 2006 welke geen enkele compensatie hiervoor ontvangen en gezien bovengenoemd bedrag royaal meebetalen aan een voor het doel nu overbodige regeling (immers uitstel tot 64 en 11 maand was niet beoogd)!
Als laatste belemmerd dit ook nog eens de instroom van jongeren welke zeker in het verouderde ambtenaren apparaat hart nodig zijn!
Aanpassing van de regeling en bonus zou ook in het licht van de jeugdwerkeloosheid geen verkeerde beslissing zijn.