Gemeenten moeten (gederfde) omzet zorg financieren
Gemeenten moeten de omzet van zorgaanbieders in maart, april en mei financieren, op het niveau van voor de coronacrisis. Dat zijn gemeentekoepel VNG en rijk overeengekomen.
Gemeenten moeten de omzet van zorgaanbieders in maart, april en mei financieren, op het niveau van voor de coronacrisis. Hierdoor worden aanbieders niet gedwongen personeel te ontslaan en blijven personeel en expertise behouden. Verantwoording vindt na het einde van de ‘intelligente lockdown’ plaats op basis van feitelijke kosten. Dat zal nog een hele klus worden.
Continuïteit financiering
Gemeentekoepel VNG en rijk zijn vandaag met de uitwerking gekomen van de afspraken die eind maart werden gemaakt over financiering van zorgaanaanbieders. Het rijk deed toen een ‘zeer dringend’ beroep op gemeenten om hun aanbieders van jeugdhulp, jeugdbescherming, jeugdreclassering en maatschappelijke ondersteuning van 1 maart tot in elk geval 1 juni financiële zekerheid en ruimte te bieden. Eerder had ook de VNG gemeenten opgeroepen zorgaanbieders met wie ze een contract hebben, te blijven betalen, ook als de afgesproken zorg en ondersteuning vanwege corona-maatregelen niet kan worden geleverd. De vandaag gepubliceerde uitwerking gaat over de continuïteit van financiering; niet over meerkosten, de uitgestelde vraag en de rechtmatigheid van alternatieve levering.
Maandgemiddelde
Gemeenten moeten het omzetniveau bepalen aan de hand van het maandgemiddelde van de omzet van die aanbieder over heel 2019. Dat bedrag moet worden aangevuld met de in het contract voor 2020 toegepaste indexatie. Als het maandgemiddelde over 2019 een atypische uitkomst heeft, moeten gemeenten en aanbieder samen bepalen welke periode representatief is voor de maandomzet, en dat als uitgangspunt nemen. Als gemeenten omzetafspraken hebben gemaakt voor 2020, geldt de hoogte van die afspraak als gegarandeerde omzet. Het gaat om ‘onverminderd doorbetalen’ van de berekende omzet, ook al kan de zorg en ondersteuning vanwege de coronamaatregelen niet worden geboden. Zorgaanbieders worden opgeroepen zo veel als mogelijk zorg en ondersteuning te leveren om omzetdaling zo veel mogelijk te beperken.
Verantwoording
De verantwoording na de coronacrisis zal nog een hele klus worden. Aanbieders moeten transparant zijn over inzet van hun personeel in maart, april en mei en over de kosten die ze gemaakt en mogelijk niet hebben gemaakt. ‘Als de gerealiseerde kosten aanzienlijk afwijken van de financiering van de omzet, moet daarvoor afgerekend worden’, aldus de uitwerking van de afspraken. De verdeling van de afrekening tussen gemeenten vindt plaats aan de hand van het aandeel van die gemeente in de gerealiseerde omzet.
Ingrijpend
VNG en rijk erkennen dat het achteraf berekenen voor aanbieders die voor veel gemeenten werken ‘behoorlijk ingrijpend’ is, omdat kosten toegerekend moeten worden aan specifieke gemeenten of regio´s. Als aanbieders zien dat de compensatie te hoog is, moeten ze zelf bij gemeenten aan de bel trekken zodat de omzetgarantie kan worden verlaagd ‘zodat omzetgarantie en kosten met elkaar in balans blijven’. In de jaarverantwoording 2020 moet inzicht worden gegeven in de inzet van personeel in maart, april en mei en de gemaakte kosten. Hiervoor is gekozen omdat dan beter rekening kan worden gehouden met de uitloop van de coronacrisis over heel 2020 en eventuele kostenstijging als zorgaanbieders te maken krijgen met uitgestelde vraag. Ook wordt hiermee de administratieve last beperkt, menen rijk en VNG, ‘omdat er elk jaar een jaarverantwoording plaatsvindt’.
Fraudeonderzoek
De afspraken gelden voor alle gecontracteerde aanbieders, die op 13 maart een contract hadden. Het gaat ook om aanbieders of zorgverleners die via een persoonsgebonden budget (pgb) worden ingekocht. Gemeenten kunnen ervoor kiezen om geen omzetgarantie te bieden voor aanbieders tegen wie een fraudeonderzoek loopt.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.