Mensen die werkzaam zijn op een sociale werkplaats kunnen sinds 2021 twee jaar eerder stoppen met werken. Daar wordt flink gebruik van gemaakt, zo blijkt uit het Wsw-statistiek jaarrapport van adviesbureau Panteia. Opvallend is dat mensen met een verstandelijke handicap minder gebruik maken van de regeling.
Ruim 800 Wsw’ers eerder met pensioen
Mensen werkzaam onder de Wet sociale werkvoorzieningen (Wsw) maken regelmatig gebruik van de tijdelijk Regeling Vervroegde Uittreding.
Cao
Met ingang van 1 oktober 2021, nadat VNG, FNV en CNV in mei van dat jaar een akkoord over de Cao sloten, is de tijdelijke Regeling Vervroegde Uittreding (RVU) van kracht. In deze regeling kunnen werknemers met een dienstbetrekking maximaal twee jaar voor de ingang van hun wettelijke pensioendatum vervroegd uittreden uit hun functie bij de sociale werkvoorziening.
Twee jaar niet meer werken
De werkgever betaalt aan medewerkers met een voltijdsdienstverband die gebruik willen maken van de RVU per maand een bedrag ter hoogte van maximaal het RVU-vrijgestelde bedrag. In 2021 is dat € 2.037 bruto per maand, ofwel € 24.444 bruto per jaar. Hetzelfde al een netto AOW-uitkering van een alleenstaande en de RVU wordt ook in lijn daarmee jaarlijks bijgesteld. RVU gerechtigden hoeven dan de laatste twee jaar voordat zij de AOW-leeftijd bereiken niet meer te werken.
Vergrijzende populatie
Eind 2022 maakten 807 personen uit de Wsw gebruik van de RVU. Zo valt op te maken uit het jaarrapport van Panteia. De gehele populatie Wsw’ers is net als ieder jaar weer geslonken. Sinds 2015, bij de invoering van de Participatiewet, werd de Wsw immers gesloten voor nieuwe instroom. Het gaat daarom om een vergrijzende populatie. De RVU is nog geopend tot 31 december 2025. Onzeker is of deze verlengd zal gaan worden.
De populatie Wsw’ers die gebruik maakt van de RVU wijkt qua mate van arbeidshandicap of qua soort dienstverband niet af van de totale populatie. Echter blijken mensen met een verstandelijke handicap wel minder gebruik te maken van het vervroegde pensioen dan mensen met een fysieke handicap.
