Financieel fit maken inwoners is teamwork
Dankzij de armoedeaanpak Financieel Fit van Den Helder hebben 267 huishoudens een beter bestaan kunnen opbouwen.

Dankzij de armoedeaanpak Financieel Fit van Den Helder hebben 267 huishoudens een beter bestaan kunnen opbouwen. ‘Daardoor leven ongeveer 500 kinderen niet meer in armoede,’ zegt wethouder Peter de Vrij. Bij de aanpak zijn vele partners betrokken die proberen bewoners zo vroeg mogelijk te helpen. Voor de gemeentelijke schuldhulpregisseurs was het wel wennen.
Jaarlijks telde Den Helder vijftien tot twintig huisuitzettingen per jaar. Vorig jaar waren dat er nog maar een paar, aldus Peter de Vrij. De wethouder is onder de indruk van de resultaten van de nieuwe gemeentebrede armoedeaanpak. ‘We krijgen veel voor elkaar. Dat komt onder andere doordat de woningcorporaties zijn aangesloten bij Financieel Fit. We hebben met hen afgesproken om anders te kijken naar inning en incasso. Wel volgens de regels, maar de aanpak is menselijker.’
Ook is een doorbraakfonds ingesteld. Met resultaat. Het fonds wordt vooral ingezet als een impasse dreigt bij een schuldregeling, vertelt beleidsadviseur Ilona Zier: ‘Juist in crisissituaties helpt zo’n fonds, inderdaad bij dreigende huisuitzettingen, maar ook bij afsluitingen van gas, water en elektra.’ Het aantal crisissituaties was vorig jaar veertig procent lager dan het jaar ervoor, volgens Zier. ‘Het is gaan dalen sinds we met Financieel Fit de vroegsignalering handen en voeten hebben gegeven.’
Den Helder heeft gemiddeld een lager inkomen per huishouden dan vergelijkbare steden. Van de 27.000 huishoudens zit 14 procent onder de 120 procent van het minimuminkomen. ‘Wilden we daar wat aan doen, dan moest er wel extra geld voor komen. De hele raad steunde dat bij de vorige collegeonderhandelingen,’ aldus de wethouder. In dezelfde tijd belde de Rabobank met een voorstel om met enkele maatschappelijke instellingen en de gemeente aan tafel te gaan zitten. Behalve de bank zijn scholen aangesloten, maar ook de kinderopvang, een grote thuiszorg- en verpleegzorginstelling, woningbouwverenigingen, welzijn, de kredietbank, Humanitas, MEE & de Wering, de GGD, huisartsen en het bedrijvennetwerk De Helderse Uitdaging.
De partijen sloten een convenant en doneerden geld voor het oprichten van een organisatie: Financieel Fit. Een woningcorporatie stelde een ruimte beschikbaar. Ook werden een stuurgroep en een kernteam gevormd. ‘Als gemeente willen we toch een structuurtje maken,’ lacht De Vrij.
Inmiddels is een heel grote tafel nodig om alle betrokken instellingen een plek te geven. ‘We hebben gekeken hoe we elkaar kunnen versterken en kunnen zorgen voor een netwerk dat zoveel mogelijk bewoners bereikt. Want je kunt als gemeente honderd keer roepen dat er regelingen zijn en dat kinderen recht hebben op het kindpakket, je bereikt lang niet iedereen. Dat lukt wel via scholen, sportclubs en buurthuizen.’
Bewindvoerders
De belangrijkste tak van sport van Financieel Fit is vroegsignalering en daarbij proactief handelen. Zier ziet een toename van het aantal signalen van partners over betalingsachterstanden. ‘Al komt dat natuurlijk ook door de nieuwe wetgeving. Maar we zien ook dat meer mensen hulp aanvaarden als we aankloppen. Soms weigeren ze in eerste instantie, want het taboe op schulden is nog springlevend. Dan bellen ze later terug en lijkt het ze toch een goed idee als er iemand langskomt.’
Het taboe op schulden is nog springlevend
Het gaat niet alleen om betalingsachterstanden, maar ook om minder luide alarmbellen. Die pikt Financieel Fit nu op dankzij de brede samenstelling, zegt de wethouder: ‘Op het ROC bleven enkele eerstejaars in de kantine hangen nadat de lessen waren begonnen. Wat bleek? Ze hadden geen geld om boeken te kopen. We hebben besloten dat voortaan bij het begin van elk schooljaar de jeugdconsulent aanwezig is. Die zorgt dat jongeren boeken krijgen en legt contact met de ouders.’
Voor kinderen in armoede biedt de gemeente Den Helder extra voorzieningen, zoals het Jeugdsportfonds, een onderwijs- en cultuurfonds, een speelgoedbank en de stichting Leergeld. ‘Dat aanbod kunnen we nog handiger inrichten, misschien door er voor Den Helder één stichting van te maken. Dat is overzichtelijker en dan zijn er ook minder subsidiebeschikkingen nodig,’ aldus De Vrij. Want ook de gemeente zelf moet natuurlijk financieel fit zijn en blijven, en dat betekent voortdurend kijken naar besparingsmogelijkheden. Hierbij viel het oog op de bewindvoerders. De gemeenten financiert hen vanuit de bijzondere bijstand. Kosten: jaarlijks twee miljoen euro. Om dit bedrag omlaag te krijgen, is een overeenkomst gesloten.
Zier: ‘We hebben met de bewindvoerders afgesproken dat we ze sneller betalen, maar ook dat ze meewerken aan een snellere uitstroom van klanten.’ De Vrij vult aan: ‘Mensen staan soms erg lang onder bewind en hebben vaak onvoldoende inzicht in hoe het gaat, bijvoorbeeld of ze een goede of minder goede bewindvoerder hebben. We willen dat mensen zo snel mogelijk weer zelfstandig kunnen beslissen over hun eigen geld.’
Vaste baan
Mensen weer financieel fit maken, wat verstaat Den Helder daar eigenlijk onder? En kun je wel financieel fit worden als je domweg te weinig inkomen hebt? Zier: ‘Financieel fit zijn betekent dat verantwoordelijk omgaan met je eigen financiële situatie. Je beweegt je binnen het inkomen dat je binnenkrijgt en zorgt ervoor dat je geen schulden opbouwt die je niet meer kunt aflossen. Er zijn mensen die nooit geleerd hebben hoe ze met geld om moeten gaan. Daarom biedt het Financieel Fit Huis ook gratis cursussen ‘met geld omgaan’.’ De Vrij: ‘En natuurlijk kun je niet financieel fit zijn als je niet genoeg inkomen hebt. We kunnen mensen wel helpen om stappen te zetten. Bij een schuldsanering nemen we stress weg en ondersteunen we mensen om hun leven weer op de rails te krijgen.’
Zier: ‘Als gemeente kunnen we soms alleen maar pleisters plakken en zorgen dat de problemen niet escaleren. De inkomensdiscussie ligt natuurlijk vooral in Den Haag.’ Het Financieel Fit Huis herbergt ook een repairwinkel en is bovendien de thuisbasis van de energiecoaches, die inwoners adviseren over manieren om de energierekening naar beneden te krijgen. De energiecoaches waren voorheen werkloos en zes van hen zijn inmiddels doorgestroomd naar een vaste baan. ‘Niemand had verwacht dat het zó stimulerend zou werken,’ aldus De Vrij.
In het Financieel Fit Huis vinden bovendien de spreekuren plaats voor allerlei hulpvragen. ‘Inwoners hoeven niet zes weken te wachten op een afspraak en ze hoeven ook niet zes keer te vertellen wat hen is overkomen. Doordat zoveel partners met elkaar samenwerken, kan er snel gewerkt worden aan een panklare oplossing en aan adequate hulp.’
Andere relatie
Alles rozengeur en maneschijn dus? ‘De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat er aanvankelijk intern wat koudwatervrees was,’ zegt De Vrij. Zier: ‘Onze schuldhulpregisseurs, die in het kernteam zitten van Financieel Fit, kregen een andere relatie met partners. De woningcorporatie of de bank kwamen ze vroeger vooral tegen op lijsten met schuldeisers van bewoners. En ineens doken ze op als collega’s in een team, mensen met wie je moet sparren.’
Om de banden aan te halen zijn ambtenaren in het begin samen met medewerkers van bijvoorbeeld een zorginstelling op huisbezoek gegaan, vertelt ze. ‘Je merkt dan dat ieder uit zijn eigen wereld komt, heel anders naar thuissituaties kijkt en zich ook aan andere wetten moet houden.’ Inmiddels verloopt de samenwerking goed. Er zijn warme overdrachten. De partners zijn volgens De Vrij bereid over het belang van de organisatie heen te denken en hun relaties in te zetten om de inwoners te ondersteunen. ‘Het onderlinge begrip groeit. Dat vraagt wel om blijvende aandacht en een positieve houding van alle betrokkenen. Een teamuitje af en toe helpt natuurlijk ook.’ De wethouder benadrukt dat door Financieel Fit de ontschotting intern sneller op gang komt.
‘Bijna altijd is er immers meer aan de hand dan alleen schulden. Een vechtscheiding, chronische ziekte, intensieve mantelzorg, noem maar op. Ik ben blij dat de afdelingen elkaar beter weten te vinden.’ Als het aan De Vrij ligt, komt er een nog grotere tafel voor Financieel Fit. Met het programma Kwetsbare Buurten komen er partners in de wijk bij. ‘In enkele buurten willen we de schuldhulpverlening en jeugdzorg meer ondersteunen. En zorgen dat kwetsbare bewoners beter in hun vel komen te zitten en gemakkelijker mee kunnen doen met de samenleving.’
Ik maak me sterk voor lesprogramma’s over geld
Bij Financieel Fit kunnen de werkgevers niet ontbreken. ‘Zij kunnen veel doen om hun werknemers goed bij te staan. Dat is ook slim, je wilt toch dat je werknemer zijn hoofd bij het werk kan houden. Daar gaan we ons nu op richten.’ De banden met scholen en kinderopvang worden nauwer aangehaald. ‘Ik wil hun signaalfunctie versterken. Krijgen de kinderen genoeg te eten? En ik maak me sterk voor lesprogramma’s over geld. Kinderen kunnen niet vroeg genoeg leren wat het betekent om financieel fit te zijn.’
Een flatgebouw met een eigen buurtteam
De bekendste flat van Zeist, de L-flat in Vollenhove, heeft een eigen team hulpverleners. In huis dus. Een woning op de begane grond dient als kantoor voor het team en deze nabijheid is een grote succesfactor, vertelt wethouder Laura Hoogstraten. ‘Ook mensen die wat zorgmijdend zijn stappen toch maar eens naar binnen.’
De L-flat in de wijk Vollenhove is met 728 woningen een klein dorp te noemen. ‘Het zijn dertien straten op elkaar,’ zegt Laura Hoogstraten. De wethouder loopt trots het appartement binnen waar team ‘Voor L-kaar’ is gevestigd, op de begane grond, naast een van de ingangen van de flat. Zo kunnen de bewoners het niet missen. Een flatgebouw met een eigen team hulpverleners die praktische steun bieden én ambulante hulp en jeugdhulp verlenen. Dat klinkt luxe. Wie heeft zijn wijkteam zo dichtbij?
Toen de renovatie van de L-flat op stapel stond, ruim drie jaar geleden, belde woningcorporatie Woongoed Zeist naar de gemeente. Veel bewoners van de huurappartementen zaten in een kwetsbare situatie, een deel van hen had ook een GGZ-achtergrond. Zou de renovatie met werkzaamheden in elke woning niet te veel onrust veroorzaken? Of erger: crisisopnames? ‘We besloten om tegelijkertijd met elkaar ook een sociale renovatie uit te voeren,’ zegt Hoogstraten. Een team met vier hulpverleners met kennis van jeugd- en volwassenenzorg trok in het appartement, met op de ramen in grote letters ‘Voor L-kaar’. Vandaaruit hielpen ze bewoners.
Corporatiemedewerkers die achter de voordeur kwamen, konden signalen doorgeven en alle bewoners kregen een flyer door de bus. ‘De nabijheid is echt een succesfactor,’ weet de wethouder. ‘De open deur, de vertrouwde gezichten van de medewerkers die ze elke dag zien lopen, dat werkt allemaal goed voor mensen die het lastig vinden om hulp te vragen. Die manier van werken zorgt ook dat het vertrouwen groeit.’ Zo meldde een alleenstaande moeder zich met een vraag over de renovatie. Toen ze de medewerkers vaker had gezien, durfde ze hulp te vragen bij het opvoeden.
Een apart buurtteam voor een flatgebouw kost extra geld, weet de wethouder. ‘Maar het brengt veel stabiliteit en werkt bijzonder preventief. Er zijn geen crisisopnames geweest tijdens de renovatie. En er zijn meer dan driehonderd huishoudens bereikt.’ De evaluatie van de eerste twee jaar was positief en het team gaat minstens twee jaar door. Ze wil de resultaten beter in kaart gaan brengen, om zorgverzekeraars te interesseren. ‘Het team is er vaak vroeg bij, verleent zelf ambulante hulp en door de korte lijnen met partners zijn snelle acties mogelijk. Ik zou de discussie over het besparen op dure zorg met deze aanpak graag eens beslechten.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.