Het kabinet stelt vanaf 2027 een bedrag oplopend tot 17,4 miljoen euro per jaar aan gemeenten beschikbaar om taalonderwijs voor nieuwkomers te organiseren. Demissionair staatssecretaris Jurgen Nobel benadrukt dat gemeenten moeten blijven handhaven op de taaleis. Dat betekent dat als iemand de Nederlandse taal onvoldoende beheerst en zich niet inspant om het te leren de uitkering verlaagd wordt.
Extra geld voor taalonderwijs, korting op bijstand blijft
Gemeenten mogen zelf bepalen op welke wijze ze een stapsgewijze korting op de bijstandsuitkering toepassen.

Niet vaak toegepast
In de praktijk lopen gemeenten tegen knelpunten aan bij het uitvoeren van de taaleis. In april bleek uit onderzoek van NRC bij de 31 grootste gemeenten dat immigranten vrijwel nooit worden bestraft voor het niet leren van de taal. Ze vinden een korting op de bijstand bijvoorbeeld niet in lijn met ‘de menselijke maat’. Daarnaast zorgt een korting op de bijstand ervoor dat iemand onder het bestaansminimum komt. Dat verhoogt het risico op schulden en zorgt er voor de lokale overheden alleen maar voor dat de kans dat iemand naar een taalcursus gaat nog kleiner wordt.
Kabinet wil handhaving
Zowel Nobel als een meerderheid van de Tweede Kamer bleek geen boodschap te hebben aan de weerstand van gemeenten. Bij de behandeling van het inmiddels aangenomen wetsvoorstel Participatiewet in Balans bleek er geen steun voor een motie van de SP en GroenLinks-PvdA om de taaleis te schrappen, wel was er steun voor een motie van de VVD en de SGP om ervoor te gaan zorgen dat gemeenten de taaleis wel gaan handhaven. Ook wilde de Kamer dat het kabinet ingrijpt wanneer gemeenten dit weigeren te doen.
Extra geld
Het kabinet komt nu met extra middelen voor gemeenten om ervoor te zorgen dat mensen beter de taalleren. Voor onder meer effectief taalonderwijs wordt vanaf 2027 een bedrag oplopend tot 17,4 miljoen euro structureel vrijgemaakt. In 2027 gaat het in eerste instantie om een bedrag van 3,7 miljoen euro. Ook zet het kabinet zich in om de administratieve lasten en uitvoeringskosten voor gemeenten te verminderen.
Belang van taal onderschreven
Over de weerstand bij gemeenten zegt Nobel nu in een brief aan de Kamer juist dat hij uit gesprekken heeft vernomen dat gemeenten het belang van taal onderschrijven. ‘Ze voeren actief taalbeleid en hebben een breed aanbod aan taalcursussen. Uit de evaluatie blijkt ook dat de taaleis de aandacht voor het leren van taal heeft verhoogd.’ Wel blijkt uit die gesprekken dat gemeenten knelpunten ervaren als het gaat om de handhaving van de taaleis. Het handhavingsregime in zijn huidige vorm wordt ervaren als complex en rigide.
Meer ruimte
Nobel wil meer ruimte bieden om rekening te houden met individuele gevallen. In de praktijk kunnen gemeenten wanneer zij constateren dat iemand niet voldoet aan de taaleis, gedurende één maand de uitkering verlagen met 25 procent. Als iemand zich dan nog steeds niet gaat inspannen kunnen er verdere verlagingen volgen. Het aan gemeenten om beleid te maken hoe zij invulling geven aan die stapsgewijze verlaging. ‘Hierbij geldt dat gemeenten rekening moeten houden met de omstandigheden en het eventueel ontbreken van verwijtbaarheid.’
Toezicht?
Nobel geeft aan dat hij, in lijn met de wens van de Kamer, erop gaat toezien dat gemeenten de taaleis handhaven. Op welke manier dat toezicht zal plaatsvinden of dat hier sancties aan verbonden zijn zegt hij niet.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.