Overslaan en naar de inhoud gaan

Op de vlucht voor je familie

De hulp aan slachtoffers van eerwraak schiet soms ernstig tekort. Politie en hulpverlening hebben vaak te weinig kennis van de praktijk…

Het Haagse meisje Suat is nog een jonge scholiere als ze door haar ouders gedwongen wordt om te trouwen met een man van 24. Ze weigert seks met hem, waarop haar vader een ‘compromis’ bewerkstelligt: de ene dag wel, de andere dag niet. Ze wordt mishandeld en verkracht, en Suat loopt weg. Soms naar haar ouders, soms naar een opvanghuis.

 

Telkens keert ze, onder druk van haar ouders, weer terug naar haar echtgenoot. Maar op een gegeven moment gaat vader met het gezin op vakantie en komt alleen terug. Sinds maart dit jaar weet niemand meer waar Suat is en of ze nog leeft. Gevreesd wordt dat ze het slachtoffer is geworden van eerwraak of anders een miserabel leven leidt in het land van herkomst, ergens in het Midden-Oosten.

 

Het belangrijkste overheidsnieuws van de dag

Schrijf je in voor de Binnenlands Bestuur nieuwsbrief

Melding

 

De lotgevallen van Suat laten zien dat bij politie en hulpverlening de kennis over eergerelateerd geweld soms ernstig tekortschiet. Jaren geleden al had de zorgcoördinator van haar school het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling en de politie gewaarschuwd. Jeugdzorg wist van haar situatie. Iedereen stond erbij en keek ernaar.

Het belangrijkste overheidsnieuws van de dag

Schrijf je in voor de Binnenlands Bestuur nieuwsbrief

 

Toen Jeugdzorg hem om advies vroeg over Suat, gingen bij de Haagse maatschappelijk werker Celal Altuntas onmiddellijk alarmbellen rinkelen. Hij raadde dringend aan om haar in de opvang te laten, maar er werd niet naar hem geluisterd. Altuntas: ‘Suat had heimwee, ze wilde zelf graag terug naar haar ouders.

 

Jeugdzorg dacht dat het wel goed zat, maar natuurlijk zat het niet goed! De familie-eer was geschonden, zowel die van de echtgenoot als die van de vader. In zo’n geval moet je als hulpverlener rationeel zijn en niet toegeven. Het beste is dan om het meisje naar een veilige plek te brengen, maar zonder haar te isoleren. Ze kan gewoon contact hebben met haar ouders, onder toezicht. Door in gesprek te blijven met iedereen, kun je langzaam toewerken naar een oplossing.’

 

Altuntas kwam 17 jaar geleden uit Turkije naar Nederland. Hij werd op de hielen gezeten door zowel de Turkse overheid als de Koerdische verzetsbeweging PKK - want na drie maanden bij de PKK ontdekte hij dat de gewapende strijd niets voor hem was. Onder het pseudoniem Reber Havin beschreef hij zijn jeugdervaringen in Het dorp van de zeven broers. Nu helpt hij in het Haagse Transvaalkwartier onder meer slachtoffers van eergerelateerd geweld, en zet zich in voor mentaliteitsverandering bij potentiële daders.

 

Waar het volgens hem vooral aan schort, is feeling, fingerspitzengefühl, bij politie en hulpverlening. ‘Er zijn genoeg wetenschappers met boekenkennis. Die heb je óók nodig, maar ze zouden altijd moeten samenwerken met mensen die de praktijk kennen. Die de emoties herkennen, de vibraties. Daarvoor moet je zelf afkomstig zijn uit een eercultuur. Zoals wij in Turkije zeggen: “Alleen de kale voelt de pijn van de kale.” Als er een man naar mij toekomt die zegt: “Mijn vrouw is weggelopen, ik wil haar vermoorden. Kun jij dat begrijpen?”, dan zeg ik: “Ja, dat begrijp ik”. Nog maar 10, 15 jaar geleden was ik zelf in staat geweest om een eremoord te plegen. Ik zal nooit naïef zijn en er niet intrappen als mensen mooi weer spelen tegenover de buitenwacht.’

 

Een blik Afghanen

 

Politie en hulpverlening moeten meer allochtonen uit de risicogemeenschappen in dienst nemen, meent Altuntas. Hij vindt het bijvoorbeeld geen goede zaak dat bijna alle eergeweld- coördinatoren bij de politie autochtoon zijn. En ja, hij weet ook wel dat je niet zomaar een blik Afghanen of Koerden kunt opentrekken.

 

‘Maar er kan wél veel beter worden samengewerkt met mensen uit de migrantengemeenschappen. Met de juiste mensen, die verstand van zaken hebben en ook de wil hebben om wat tegen eerwraak te doen. Nu worden er lukraak subsidies uitgedeeld aan migrantenorganisaties die soms de cultuur juist in stand houden. Vraag maar eens aan die mannen: “Wat doe je zelf als je dochter wegloopt?” Niemand die controleert of die subsidies wel goed terechtkomen.’

 

Nadat hij via Trouw het verhaal over de verdwijning van Suat naar buiten had gebracht, was Celal Altuntas niet langer welkom als lid van het Kernteam Eergerelateerd Geweld, een samenwerkingsverband van politie en hulpverlening in Den Haag. Hij had de zwijgcode verbroken. Altuntas heeft echter geen spijt van zijn daad. ‘Ik ben er om de slachtoffers te helpen. Door wat er met Suat gebeurd is, durven bedreigde meisjes nu geen hulp meer te vragen, laat staan aangifte te doen. Ze zijn bang dat ze van de regen in de drup komen.’

 

Grote rol migrantenorganisaties

 

Het besef dat mentaliteitsverandering vooral van binnenuit moet komen, heeft ertoe geleid dat migrantenorganisaties een belangrijke taak hebben gekregen in de preventie-aanpak. Drie koepelorganisaties, het Inspraakorgaan Turken (IOT), het Samenwerkingsverband Marokkanen in Nederland (SMN) en Vluchtelingen- Organisaties Nederland (VON) willen lokale voorlichtingsbijeenkomsten gaan organiseren om eergerelateerd geweld bespreekbaar te maken. Ook willen ze hun achterban kritisch laten kijken naar de eigen tradities, waarin sociale controle en roddel vaak een grote rol spelen.

 

Nauwere samenwerking tussen migrantenorganisaties en hulpinstanties heeft hoge prioriteit; de gemeenten krijgen hierbij een ‘regiefunctie’. Onlangs stelde minister Van der Laan (Wonen, Wijken en Integratie) via het Gemeentefonds acht ton beschikbaar voor zeven gemeenten (Eindhoven, Arnhem, Den Haag, Delft, Hengelo, Enschede en Deventer), die naast de pilotgemeenten Amsterdam, Rotterdam en Almelo een voortrekkersrol moeten gaan vervullen op dit gebied.

 

Nauwelijks cijfers beschikbaar

 

Hoe vaak eergerelateerd geweld voorkomt in Nederland, is onbekend. Er is nog geen eenduidig registratiesysteem - onder meer doordat er geen sluitende definitie bestaat van eergerelateerd geweld. Politie en justitie hanteren een werkdefinitie, waarbij onder eergerelateerd geweld niet alleen moord valt, maar ook mishandeling, verminking, bedreiging, huwelijksdwang en achterlating.

 

In de praktijk blijkt het uiterst lastig om te bepalen of er sprake is van eergerelateerd geweld, dan wel van huiselijk geweld. Sommige deskundigen, zoals de cultureel antropoloog Ibo Yerden, menen dat huiselijk geweld een veel groter probleem is onder allochtonen, en dat het bij veel ‘eerzaken’ in feite gaat om huiselijk geweld. De registratie wordt verder bemoeilijkt omdat er vaak geen aangifte wordt gedaan.

 

Het Landelijk Expertisecentrum Eergerelateerd Geweld (LEC) ontwikkelt nu een uniform registratiesysteem voor de politie. De 25 politiekorpsen houden momenteel nog ieder op hun eigen manier bij welke zaken ze tegenkomen die mogelijk met eer te maken hebben. Het enige landelijke cijfer is afkomstig van het LEC: in 2006 behandelde dit 422 zaken waar mogelijk eer in het geding was. Daarvan was echter 70 procent afkomstig uit de ‘eigen’ regio Haaglanden.

 

ad comes here

Bevestig jouw e-mailadres

We hebben de bevestigingsmail naar %email% gestuurd.

Geen bevestigingsmail ontvangen? Controleer je spam folder. Niet in de spam, klik dan hier om een account aan te maken.

Er is iets mis gegaan

Helaas konden we op dit moment geen account voor je aanmaken. Probeer het later nog eens.

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heeft u al een account? Log in

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heeft u al een account? Log in