Advertentie
sociaal / Achtergrond

'Bestuurlijke drukte moet je plat slaan'

Van rijk naar Rotterdam. Ineke Bakker maakte deze ongebruikelijke overstap toen zij een topfunctie op het ministerie van VROM verruilde voor een baan in de gemeente. ' Ik kan hier met een pink een wereld van verschil maken.'

04 januari 2008

Ineke Bakker is verknocht aan Rotterdam, dat wordt al snel in het gesprek duidelijk. Een licht accent verraadt dat ze er al jaren woont. Enthousiast roemt ze de mentaliteit en vriendelijkheid van de inwoners. 'Recht voor z'n raap en zonder aanzien des persoons. Toen ik nog directeur-generaal was bij het ministerie van Vrom ging ik zaterdag vaak naar de markt. "Wijffie, neem toch een lekker vissie mee" , roepen die marktklui dan. Heerlijk!'

 

Haar passie voor de stad verklaart haar wat ongebruikelijke overstap van topambtenaar bij het ministerie van Vrom (directeur-generaal Ruimte) naar algemeen directeur van de Rotterdamse dienst Jeugd, Onderwijs en Samenleving. 'Een keuze met het hart ', motiveert ze haar keuze.

 

Dat de problemen in de multiculturele stad tegenwoordig wèl benoemd worden, maakte haar terugkeer eenvoudiger. 'Er lag een taboe op het bespreken van het samenlevingsvraagstuk tussen verschillende culturen', aldus Bakker, die onder meer projectcoördinator Stadsvernieuwing in Rotterdam was. 'Dan struikelde oma in het trappenhuis over de schoenen van gelovige moslims en werd iedere opmerking daarover gelijk afgedaan als racisme of discriminatie. Ik vond dat je het er gewoon over moest hebben dat die schoenen weg moesten omdat dat gevaarlijk was. Maar dat was een discussie die men in Rotterdam, en met name de Partij van de Arbeid destijds, niet kon en wilde voeren. Dat vond ik heel kwalijk.'

 

Veertien jaar woonde de topambtenaar in de Rotterdamse achterstandswijk Bospolder. Hoewel ze uiteindelijk vertrok vanwege de ellende in de wijk, ziet ze haar ervaring als een groot voordeel. 'De mensen die het taboe rond de problemen van de multiculturele samenleving in stand hielden woonden niet in die wijken. Ik snap aan de ene kant nog steeds goed waarom vrouwen gesluierd lopen. Dit heeft ook te maken met juist onze westerse cultuur van blote buiken en grove seksuele uitingen in het openbaar. Aan de andere kant begrijp ik ook hoe het tot spanningen leidt, wanneer je gewoon je traditionele Hollandse cultuur hebt en er veel mensen om je heen komen wonen die deze cultuur afwijzen.'

 

Dat 'de dingen nu bij de naam genoemd kunnen worden ' , daar is ze blij mee. Maar nog steeds bespeurt ze een te grote afstand van de ambtenaren tot de burgers. ' Ik vind het belangrijk dat ambtenaren zelf zaken kunnen relateren aan de wijk. Ik ga dan ook een behoorlijke cultuur- en structuurverandering hier doorvoeren. Er wordt nog te weinig vanuit en voor de bewoners van de stad geredeneerd. Dat geldt niet voor de hele organisatie, maar wel voor delen ervan. En dat is op andere plekken in de gemeente niet anders' , aldus Bakker, die naar afspraken in de stad meestal de fiets neemt omdat ze dan meer ziet van wat er op straat gebeurt.

 

Bij het rijk miste Bakker het contact met de praktijk nog vaker. 'In Den Haag is het of de wereld om het Binnenhof draait. De neiging om een compromis te sluiten is in gemeenten groter, omdat de problemen zo dicht bij zijn.' De buitenwereld maakt het ook gemakkelijker op lokaal niveau water bij de wijn te doen, zegt de topambtenaar. Hier krijg je niet, zoals een minister, elke vrijdagmiddag een microfoon onder je neus geduwd.'

 

Om de voeling met de praktijk te vergroten zouden de ministeries vaker mensen van gemeenten in huis moeten halen, betoogt Bakker. 'Er wordt in Den Haag veel te weinig nagedacht over de uitvoerbaarheid van wetten. Neem de Inburgeringswet, een heel politieke wet, die enorm bureaucratisch is geworden. Als bij de vaststelling meer aandacht voor de uitvoering was geweest, dan was die wet nooit zo aangenomen.' De honderddagentoer van het huidige kabinet, noemt ze ook als voorbeeld van hoe het niet moet. 'Eerst gaan de ministers honderd dagen op pad, vervolgens bedenken ze hun eigen beleid en dan moeten alle gemeenten en provincies daar weer op reageren. Ondertussen is een hoop tijd verloren gegaan.'

 

De verschillende overheidslagen hadden ook meteen met elkaar om de tafel kunnen gaan zitten om oplossingen te zoeken, stelt Bakker. 'Bestuurlijke drukte moet je plat slaan, zeg ik altijd. Er is te veel afstand tussen bestuurslagen. Bij moeilijke vraagstukken zou je die lagen door elkaar moeten gooien in plaats van zo nu en dan met elkaar praten en vervolgens weer ieder zijn eigen weg gaan.' In Rotterdam zou hetzelfde recept op de deelgemeente toegepast moeten worden. ' Het is toch raar dat je als gemeente en deelgemeente apart plannen maakt, dan elkaars plannen beoordeelt en intussen elkaar met brieven bestookt.'

 

Reflectie

 

De slakkengang waarmee in Den Haag soms beleid van de grond komt - of niet - is iets wat Bakker niet zal missen. 'Ik kan hier in Rotterdam met een pink een wereld van verschil maken. Als ik een goed idee heb leg ik het voor aan het college en kan ik meteen aan de slag. In Den Haag ben je soms drie, vier jaar met iets bezig en sta je uiteindelijk nog met lege handen.' Ze maakte dat als directeur-generaal aan den lijve mee. De Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening, waaraan jarenlang was gewerkt ( 'Daar hebben mensen vele kerstdagen op zitten zwoegen') sneuvelde op het laatste moment in de Kamer . 'Als leidinggevende vond ik dat voor mijn mensen niet te verteren.'

 

De gerichtheid op de praktijk is dus wat gemeenten voor hebben op het rijk. Maar één ding is bij de rijksoverheid weer veel beter geregeld, aldus Bakker. 'Het strategisch denkvermogen in Den Haag is uitmuntend. Er zit hier in Rotterdam een uitstekend ambtelijk apparaat, maar het nadenken over echt complexe vraagstukken, dat is in Den Haag toch opvallend goed georganiseerd. Soms mis ik dat, omdat ik denk dat vraagstukken waar we voor staan ook niet van vandaag op morgen kunnen worden opgelost. Daar is denktijd voor nodig. En onderzoek. De samenwerking met kennisinstituten en belanghebbenden is bij het rijk veel intensiever. Hier wordt je vanuit de praktijk meer gevoed, maar is er te weinig tijd voor reflectie.'

 

Ineke Bakker

 

In haar loopbaan werkte Ineke Bakker eerder een langere periode voor de gemeente Rotterdam. Ze bekleedde diverse functies op het vlak van stadsvernieuwing en wijkbeheer voor zowel het stadsbestuur als de deelgemeenten (onder meer Delfshaven). Vanaf begin 1995 werkte ze vijf jaar, waarvan 3,5 als directeur, bij de dienst Stadsontwikkeling van de gemeente Dordrecht. Eind 1999 werd ze plaatsvervangend directeur-generaal Ruimtelijke Ordening bij het ministerie van Vrom. Op 1 november 2001 werd ze daar benoemd tot directeurgeneraal Ruimte. Ze wisselde die baan per 1 maart van dit jaar in voor de functie van algemeen directeur van de Rotterdamse dienst Jeugd, Onderwijs en Samenleving. Ineke Bakker studeerde Tuin- en Landschapsarchitectuur aan de Landbouwuniversiteit Wageningen.

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie