Hoe gemeenten ‘verborgen armen’ kunnen bereiken
‘Maak eens gebruik van een groothandelskrantje van de Makro of de Hanos’.

Werkenden met een minimuminkomen komen vaak moeilijk rond, wat kan leiden tot betalingsachterstanden en schulden. Juist deze groep mensen maakt weinig gebruik van de ondersteuningsregelingen van de gemeente. In een grootschalig onderzoek is daarom gekeken naar hoe gemeenten deze ‘verborgen armen’ beter kunnen bereiken.
Onder de loep
De stadspas, de witgoedregeling, kwijtschelding van de gemeentebelastingen. Zomaar een greep uit het assortiment ‘minimaregelingen’ dat gemeenten aanbieden voor inwoners met een kleine portemonnee. Er is alleen één probleem: een grote groep burgers die recht heeft op deze regelingen maakt er geen gebruik van. In een grootschalig onderzoek van de Hogeschool van Amsterdam (HvA), dat van september 2020 tot februari 2025 liep, werd deze groep ‘verborgen armen’ onder de loep genomen.
Werkende armen
‘Het gaat om burgers die rond moeten komen van het wettelijk sociaal minimum, maar die niet bekend zijn bij de gemeente’, zegt Lisette Desain. De HvA-onderzoeker is projectleider van het onderzoek. Uit dat rapport blijkt dat 55 procent van de verborgen armen werkt. ‘Ook ouderen met alleen een AOW-uitkering of een klein pensioen kunnen in verborgen armoede leven’, aldus Desain. De onderzoekers hebben echter de focus gelegd op werkende armen. De tien gemeenten die betrokken waren bij het onderzoek gaven namelijk aan dat ze ouderen al goed bereiken met hun ouderen- en welzijnsbeleid. ‘Maar juist de groep werkenden, die zien gemeenten gewoon echt niet. Die vinden hun weg niet naar welzijnsactiviteiten of buurteams’, zegt Desain.
Verder gaat het vaak om eenpersoonshuishoudens, met name vrouwen tot 35 jaar en ouderen tussen de 55 en 64 jaar. ‘Hoogopgeleiden lopen het hoogste risico om verborgen arm te zijn’, stelt ze. Van de zzp’ers die in armoede leven, is 87 procent verborgen arm. Dat geldt voor 98 procent van de zelfstandigen met personeel (zmp’ers).
Waarom bereiken gemeenten die werkenden armen niet?
‘Een van de redenen is dat er heel veel armoederegelingen zijn voor deze doelgroep. Soms wel een stuk of dertig. En dat moet je dan maar weten als burger. Veel werkende armen weten überhaupt niet dat deze regelingen bestaan. Of ze menen dat ze alleen bedoeld zijn voor mensen met een bijstandsuitkering. Uit de meting van het Nibud onder werkenden met een laag inkomen kwam naar voren dat 5 procent van de ondervraagden gebruikmaakt van de gemeenteregelingen. Voor de landelijke regelingen is dat 55 procent. Lastig is ook dat er verschillende regels gelden om van die regelingen gebruik te kunnen maken. Soms ligt de grens bijvoorbeeld bij 101 procent van het wettelijk sociaal minimum. Maar voor andere regelingen is de grens 120 of 140 procent. Die verschillen maken het onoverzichtelijk. Bovendien denken mensen al snel dat als ze bijvoorbeeld kwijtschelding hebben aangevraagd en die niet hebben gekregen, ze ook niet in aanmerking komen voor andere regelingen. Terwijl dat dus niet per definitie zo is. Anderen weten wel dat de regelingen bestaan, maar maken er bewust geen gebruik van. Bijvoorbeeld omdat ze bang zijn dat ze later geld moeten terugbetalen omdat ze wisselende inkomsten hebben. Of vanuit eerdere slechte ervaringen met de gemeente. Ook hoorden we terug dat de gemeentelijke regelingen niet aansluiten bij de behoeften van werkende armen.’
Zijn er opties voor het beter in zicht krijgen van de doelgroep en het overzichtelijker maken van al die regelingen?
‘Wat heel goed werkt, is het koppelen van databestanden, zoals in Amsterdam gebeurt. Dan kun je dus zien: deze mensen hebben wel een stadspas maar maken geen gebruik van andere minimaregelingen. En dan kun je ze vervolgens aanschrijven: “Uit onze administratie blijkt dat u de stadspas hebt, maar dat u andere regelingen nog niet heeft aangevraagd. Mogelijk heeft u daar ook recht op.”’
Opnieuw aanvragen
Zo vroeg Amsterdam aan inwoners met een energietoeslag of de gemeente hen mag benaderen met informatie over andere regelingen waar ze mogelijk voor in aanmerking komen. ‘Op die manier maak je de relatie duurzaam. En het is ook een goede manier om burgers te informeren. Sommige regelingen moeten mensen ieder jaar weer opnieuw aanvragen, maar je kunt burgers daar wel in faciliteren door ze daaraan te herinneren.’
Simpel
En in Amersfoort is er Geldcheck. ‘Dat is een online tool waarin verschillende regelingen zijn samengebracht om de aanvraagprocedure zo simpel mogelijk te houden. Bij de evaluatie zagen we dat een deel van de mensen die daar gebruik van maakt inderdaad voorheen onbekend was bij de gemeente.’
Jullie hebben ook met werkgevers gesproken. Zijn zij ook een geschikte vindplaats voor gemeenten om met werkende armen in contact te komen?
‘Dat is wat diffuser. Het Nibud heeft een enquête onder werkenden en zzp’ers uitgezet. Daaruit bleek dat werkgevers niet zo’n goede vindplaats zijn omdat mensen liever niet met hun werkgever over geldproblemen praten. Maar uit een casestudy kwam naar voren dat de werkgever wel een belangrijke speler kan zijn om mensen verder te helpen als ze de Nederlandse taal niet goed spreken. Wat er vaker gebeurt, is dat deze werknemers een werkgever aanspreken omdat ze bijvoorbeeld een brief niet begrijpen. Als blijkt dat er dan problemen zijn, kan de werkgever mensen doorsturen naar het buurteam voor bijvoorbeeld schuldhulpverlening. Gemeenten zouden contact kunnen leggen met grote bedrijven waarvan bekend is dat veel werknemers in een lage loonschaal werken. Denk aan de schoonmaakbranche. Vaak willen werkgevers best een rol pakken, maar weten ze zelf ook niet welke regelingen er allemaal zijn.’
Kun je enkele geleerde lessen noemen?
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.