Advertentie
sociaal / Achtergrond

Beperkt budget

Het Rijk geeft aanzienlijk meer uit aan opleidingen dan gemeenten. Het goede nieuws: de achterstand wordt langzaam ingelopen. Per medewerker wordt nu jaarlijks 930 euro uitgegeven.

27 november 2009

De opleidingskosten van de gemeenten bedragen 2,1 procent van de gemeentelijke loonsom. Dat blijkt uit de nieuwste Personeelsmonitor 2008 van het A+O fonds Gemeenten. Daarmee is het aandeel van de loonsom dat wordt besteed aan opleidingen, ten opzichte van 2007 met 0,2 procent toegenomen. Met name de 100.000+ gemeenten blijken vorig jaar een relatief hoog percentage van de loonsom aan opleidingen te hebben uitgegeven.

 

Nog altijd geeft het Rijk beduidend meer uit aan opleidingen dan gemeenten. Volgens de vakbonden staat de teller bij de centrale overheid op 2,8 procent van de totale loonsom. ‘De ambitie van de sociale partners is om bij de gemeenten op hetzelfde niveau uit te komen’, zegt Ruud Kuin, cao-onderhandelaar bij de Abvakabo FNV. De opleidingsuitgaven per medewerker zijn bij gemeenten vorig jaar gestegen tot gemiddeld 930 euro. Bij gemeenten met tien- tot twintigduizend inwoners zijn de opleidingskosten per medewerker het sterkst toegenomen. Ook bij de gemeenten met 100.000 of meer inwoners is er sprake van een flinke stijging van de uitgaven.

 

Die 930 euro per medewerker is een relatief laag bedrag, vindt opleidingsdeskundige Gertjan Schuiling, zelfstandig adviseur, lector aan de Hogeschool Arnhem Nijmegen en met ingang van het nieuwe jaar ook docent aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. De plannen die hij voor het bedrijfsleven maakt, gaan weliswaar uit van ongeveer hetzelfde bedrag per medewerker, maar dat is dan geld dat wordt aangewend voor puur loopbaangerichte programma’s.

 

‘Daarin zitten geen zaken als het omgaan met nieuwe softwarepakketten’, zegt Schuiling. Een medewerker moet in zijn ogen elke 4 á 5 jaar een opleiding volgen. ‘Wie geen promotie maakt, kan volstaan met vier opleidingsprogramma’s. Voor degene die wel carrièrestappen maakt, kom je – gerekend van werkintroductie tot pensioeninzicht – uit op in totaal negen programma’s.’ In nagenoeg alle gemeenten worden jaarlijks afspraken gemaakt over opleiding en ontwikkeling. Dat gebeurt volgens de Personeelsmonitor met 60 procent van alle medewerkers.

 

De meeste gemeenten (68 procent) hebben een opleidingsplan waarin organisatiedoelen zijn vertaald naar de gewenste kennis en vaardigheden van de medewerkers. Op basis daarvan kunnen ze per functie de benodigde opleidingsinspanningen bepalen. Met name de kleinere gemeenten hebben op dit punt een flinke inhaalslag gemaakt. De meeste gemeenten zijn inmiddels ook zover dat ze met medewerkers afspraken maken over de te bereiken resultaten.

 

Eigen initiatief

 

Uit een steekproef van Binnenlands Bestuur onder honderdvijftig ambtenaren blijkt dat iets meer dan de helft van de ambtenaren een opleiding volgt op kosten van de organisatie. Door bezuinigingen staat het opleidingsbudget volgens een meerderheid van de respondenten onder druk. Echt goed te spreken over de aandacht die organisaties voor opleidingen hebben, zijn de respondenten niet. 40 procent vindt het nog wel voldoende tot ruim voldoende, maar 60 procent noemt de aandacht matig tot slecht.

 

In driekwart van de gevallen kwam het initiatief om een opleiding te volgen van de medewerker zelf. Zelden blijkt een opleiding te worden gevolgd op verzoek van de leidinggevende. Nog minder vaak komt het voor dat deze zijn ondergeschikte daartoe verplicht. Volgens Schuiling is dat een goede zaak. Zijn promotieonderzoek wees uit dat op eigen initiatief gevolgde opleidingen het meeste effect sorteren.

 

‘Managers moeten medewerkers de keuze laten’, vindt Schuiling. Leggen ze opleidingen op als een werkopdracht, dan wordt er niks geleerd. Ik heb als trainer wel voor dat soort groepen gestaan en spreek dus uit ervaring: de hakken gaan in het zand als medewerkers ervaren dat ze als kind naar een cursus worden gestuurd.’

 

Leidinggevenden stellen blijkens de steekproef het initiatief van de medewerkers doorgaans op prijs. In de meeste gevallen geven ze hun goedkeuring aan opleidingsverzoeken. Slechts één op de vijf verzoeken wordt geweigerd. De werkgever neemt volgens de Personeelsmonitor veelal de kosten voor zijn rekening voor functiegerichte opleidingen. Voor nietfunctionele opleidingen worden de kosten veelal door werkgever en medewerker samen betaald. Wel is er een tendens dat gemeenten vaker de kosten in zijn geheel betalen.

 

Effect

 

Collega’s die een opleiding hebben gevolgd, functioneren volgens bijna de helft van de respondenten van de Binnenlands Bestuur-steekproef merkbaar beter. Een even zo grote groep merkt eigenlijk geen verschil. Het meten van het effect van cursussen en opleidingen is volgens Schuiling een ondergeschoven kindje. ‘Dat gebeurt nog steeds veel te weinig’, constateert de opleidingsdeskundige.

 

‘Opleiding en werk zijn te vaak nog gescheiden. Het zou al veel winst opleveren als cursusleiders – als onderdeel van de opleiding – een paar dagen aan begeleiding mogen doen op de werkplek.’ Verder zouden managers het als hun taak moeten zien eerst de doelen voor opleiden mee te formuleren en vervolgens het effect van opleidingen te meten en te evalueren. Effectmeting en evaluatie zouden volgens Schuiling een vast onderdeel moeten zijn van het opleidingsplan van een organisatie.

 

Opleidingen die op kosten van de organisatie worden genoten, hoeven overigens volgens 42 procent van de respondenten van de steekproef niet per se nuttig te zijn voor de uitvoering van de dagelijkse werkzaamheden. Een even zo grote groep is juist van mening dat zo’n directe link tussen leren en werken er wel degelijk moet zijn.

 

 

 

 

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie