De slechte zomer kost gemeenten die een zwembad exploiteren of financieel steunen veel geld. Hoewel binnenbaden extra veel bezoekers trekken, wegen deze extra inkomsten niet op tegen de derving door massaal wegblijvende buitenzwemmers.
Slecht zwemseizoen strop voor gemeenten
De slechte zomer kost gemeenten die een zwembad exploiteren geld. Binnenbaden trekken extra bezoekers, niet genoeg om wegblijvende…
Negatief sentiment
Het Nationaal Platform Zwembaden had al eerder berekend dat 1 op de 13 buitenzwembaden met sluiting wordt bedreigd. De slechte zomer doet hier geen goed aan, zo vreest directeur Ronald ter Hoeven. Exacte bedragen heeft hij niet, maar ‘Het sentiment dat het niet goed gaat wordt hierdoor versterkt. Wij roepen op om zwembaden niet op een paar slechte zomers af te rekenen, maar naar de bezoekersaantallen over een periode van 10 jaar te kijken. Het gaat echter ook om emoties en die slaan in een slechte zomer makkelijk door naar het negatieve’.
Ton
Een gemiddeld buitenbad draait per jaar rond een tot twee ton verlies, aldus Ter hoeven. Een binnenbad kost al gauw het dubbele, maar is daarvoor wel het hele jaar open. ‘Voor vier maanden gebruik is een ton verlies natuurlijk wel een hoog bedrag’.
Verliezen dragen
Hoewel veel zwembaden particulier worden geëxploiteerd, zijn het toch de gemeenten die uiteindelijk voor de verliezen opdraaien. Tijdens een slechte zomer als de huidige draaien de binnenbaden weliswaar op topdrukte, maar de buitenbaden blijven veelal leeg. ‘De winst van de ene wordt in sommige gevallen verrekend,met het verlies van de ander, maar dat hangt erg van de afspraken met de exploitant af. Vaak gaat het voordeel naar de uitbater, en het nadeel naar de gemeenten’, aldus Ter hoeven.
Niet te compenseren
Hoe dan ook wegen de extra inkomsten van de binnenbaden niet op tegen de inkomstenderving van de buitenbaden. ‘Als het een mooie dag is, dan trekken deze zoveel bezoekers dat de exploitatiekosten soms in een paar dagen enorm kunnen dalen. Dat kan een binnenbad nooit compenseren’.
Euro per kaartje verlies
Nederland telt rond de 250 buitenbaden en 500 binnenbaden. Het gemiddelde verlies komt op 100 miljoen euro per jaar, verspreid over alle gemeenten. Tegelijkertijd worden er ook rond de 100 miljoen kaartjes verkocht per jaar. ‘Het verlies bedraagt een euro per kaartje. Als je kijkt hoeveel kinderen en ouderen daar uren gezond voor in beweging zijn, dan valt het erg mee’, aldus Ter Hoeven.
Hoe dan ook wegen de extra inkomsten van de binnenbaden niet op tegen de inkomstenderving van de buitenbaden. ‘Als het een mooie dag is, dan trekken deze zoveel bezoekers dat de exploitatiekosten soms in een paar dagen enorm kunnen dalen. Dat kan een binnenbad nooit compenseren’.
Euro per kaartje verlies
Nederland telt rond de 250 buitenbaden en 500 binnenbaden. Het gemiddelde verlies komt op 100 miljoen euro per jaar, verspreid over alle gemeenten. Tegelijkertijd worden er ook rond de 100 miljoen kaartjes verkocht per jaar. ‘Het verlies bedraagt een euro per kaartje. Als je kijkt hoeveel kinderen en ouderen daar uren gezond voor in beweging zijn, dan valt het erg mee’, aldus Ter Hoeven.
Nederland telt rond de 250 buitenbaden en 500 binnenbaden. Het gemiddelde verlies komt op 100 miljoen euro per jaar, verspreid over alle gemeenten. Tegelijkertijd worden er ook rond de 100 miljoen kaartjes verkocht per jaar. ‘Het verlies bedraagt een euro per kaartje. Als je kijkt hoeveel kinderen en ouderen daar uren gezond voor in beweging zijn, dan valt het erg mee’, aldus Ter Hoeven.
Reacties: 7
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Om hoeveel openluchtbaden gaat het? De meeste gemeenten hebben enkel nog overdekte baden. Noem dus ook getallen
Gemeentes moeten juist durven investeren in buitenzwembaden. Het is een zeer efficiënte investering in jeugdbeleid. Met de nodige creativiteit zijn buitenzwembaden best efficiënt en goedkoop te exploiteren. Betrek de burger erbij, richt een stichting op en werk met gediplomeerde oproep- en invalkrachten. Denk aan studenten van sportopleidingen, oudere leerkrachten met deeltijdpensioen. Voer een personeelsbeleid zoals een goede horeca-ondernemer. Voor de jeugd is het ongelooflijk belangrijk dat er in de buurt in de zomermaanden een buitenbad is. Zet de provinciale bril af en ga eens kijken in onze EU-buurlanden. De lokale overheid is nu vaak pennywise and pound foolish.
Waarom lezen we nooit dat ze winst draaien in een goed seizoen. Gemeenschappelijke voorzieningen kosten nou eenmaal geld, Soms meer dan begroot, soms minder. Inderdaad moet dit over een langere termijn worden bekeken. Alles moet tegenwoordig worden uitdgedrukt in geld, maar over de werkelijke maatschappelijke waarde wordt niet gerept terwijl deze van onschatbare waarde kan zijn.
Dan zien ze eindelijk hoe ondernemers werken. Soms heb je vette jaren, dan weer magere jaren. Dus gooi de ozb maar weer omhoog.
@Rullens
Het gaat om 250 buitenbaden en 500 binnen baden.
Dat lees ik zomaar in het artikel. je vraag is benatwoord in de laatste alinea.
Een zwembad is niet winstgevend te exploiteren. Een geraamd gemiddeld jaarlijks exploitatietekort van 1 à 2 ton lijkt mij aan de lage kant (of is dit exclusief kapitaalslasten?). Ik pleit al jaren voor een goed spreidingsbeleid voor grotere sportaccommodaties in gemeenten i.s.m. provincies. Naar mijn waarneming komt dit nauwelijks van de grond. De tijd voor aanwijzingen komt zo langzamerhand in beeld. Ga eens efficiënt besturen gemeenten!
100 miljoen kaartjes en 100 miljoen verlies op de exploitatie leidt tot een simpele oplossing: 1 euro per kaartje op de prijs en (gemiddeld) zijn de tekorten weggewerkt. wanneer elk zwembad dat doet is er ook geen extra concurrentie-nadeel op prijs. Simpel principe: de gebruiker betaalt de kostprijs. En dan niet zeuren over 'betaalbaarheid', want momenteel is het vaak zo dat er minder voor het gebruik van het zwembad wordt betaald dan voor de frisdrank en patat die er wordt genuttigd.
Echter: het getal van 100 miljoen bezoekers van zwembaden geloof ik niet. Dat zou neerkomen op gemiddeld 7 zwembad-bezoeken per inwoner. Volgens mij ligt dat gemiddelde eerder op 3 a 4. Daarom ondersteuning van het pleidooi om te voorkomen dat gemeenten 'het kind met het badwater weggooien': kijk naar het belang voor bewegen (kinderen en ouderen!) en jeugdbeleid en leg mede-verantwoordelijkheid bij de gemeenschap.
Herstel het schoolzwemmen (of schaf het niet af): na het behalen van het diploma moeten kinderen de zwemvaardigheid onderhouden en uitbreiden. Om zich in noodgevallen te kunnen redden is het niet genoeg wanneer ze alleen maar in het water spelen en van de glijbaan glijden.