Vanaf juli 2025 tot en met december 2026 kunnen statushouders in opvanglocaties een reiskostenvergoeding krijgen voor hun inburgeringstraject. Het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) en het COA hebben hiervoor een regeling opgezet met tijdelijk budget. Voor 2025 en 2026 is in totaal ongeveer 5,1 miljoen euro beschikbaar.
Tijdelijke reiskostenvergoeding voor inburgeraars in opvang
Als het budget vóór het einde van het jaar op is, wordt het niet aangevuld.
Reisduur
Het budget is voor reiskosten van inburgeraars na het vaststellen van hun persoonlijke PIP (Plan Inburgering en Participatie). Het geldt voor reizen van een azc of andere COA-locatie naar de taalschool en de gekoppelde gemeente. Er is geen minimale reisafstand, maar de (enkele) reis mag wel maximaal anderhalf uur duren.
Eerder vergoedde het opvangorgaan alleen reiskosten vóór het PIP, maar vanaf juli kan dat ook na vaststelling van het persoonlijk plan. De details worden de komende maanden verder uitgewerkt.
Vertraging
Door het woningtekort verblijven statushouders langer op een COA-locatie en loopt de doorstroom naar een gemeente vertraging op. Het ministerie van JenV zet daarom in op de zogeheten ‘vroege start’. Statushouders beginnen dan al met inburgeren terwijl zij nog in een asielzoekerscentrum wonen. Reiskosten werden daarbij vaak als obstakel genoemd door gemeenten. Veel statushouders verblijven immers in een azc dat ver verwijderd is van de gemeente die verantwoordelijk is voor de inburgering. ‘De inburgeraar moet dan reiskosten maken die hij of zij nog niet vergoed krijgt’, merkte de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) in mei op.
