Advertentie
ruimte en milieu / Nieuws

Wiersma's inzet op emissiebeleid is allesbehalve nieuw

De landbouwminister wil af van het depositiebeleid. Zij is verre van de enige.

12 september 2024
Koeien drinken uit een sloot, in de buurt van Voorschoten in Zuid-Holland.
Koeien drinken uit een sloot, in de buurt van Voorschoten in Zuid-Holland.ANP

Eind dit jaar moet het dan eindelijk op tafel liggen: het plan van de nieuwe landbouwminister Femke Wiersma voor een emissie- in plaats van depositiebeleid. Niet langer zal de nadruk liggen op hoeveel ammoniakmoleculen per hectare neerregenen op een stikstofgevoelig natuurgebied. Vanaf dan gaat de blik meer naar wat er bij een boer uitgaat dan wat er bij de natuur ingaat. Er komen in absolute cijfers vertaalde doelen per regionaal gebied en zelfs per boerderij.

De verwachting is dat dit beleid een boer meer houvast geeft, en een einde maakt aan het onzekere gepriegel met cijfers achter de komma bij het modelmatig berekenen van soms zeer kleine hoeveelheden stikstof per hectare per jaar.

Inspirerend manager Omgevingsdienst IJsselland (Zwolle)

Omgevingsdienst IJsselland
Inspirerend manager Omgevingsdienst IJsselland (Zwolle)

Projectleider

Gemeente Wassenaar
Projectleider

Er is wel continuïteit

Bij het grote publiek lijkt de indruk ontstaan dat de nieuwe minister het beleid van het vorige kabinet uit het raam heeft gegooid en inruilt voor een volkomen nieuwe aanpak. Debet hieraan is het nieuwsbericht begin deze maand, gebaseerd op anonieme bronnen, van een politiek verslaggever van de NOS dat het kabinet stopt met het Nationaal Plan Landelijk Gebied (NPLG). Maar behalve dat afgelopen mei het Transitiefonds van ruim 20 miljard euro werd geschrapt, door de toen onderhandelende partijen van het huidige kabinet, is de continuïteit groter dan soms gedacht. Dit geldt ook voor de ommezwaai naar emissiebeleid.

Dit emissiebeleid werd namelijk al door het vorige kabinet, Rutte-IV, voorbereid en in 2022 door de commissie-Remkes aangeprezen. Ook veel prominente wetenschappers pleiten al jaren voor een einde aan de nadruk op de modelleringen van stikstofdeposities en duidelijkere emissiereductiedoelen.

‘Dat is niet meer aan mij’

‘We leggen het klaar voor een nieuw kabinet. Het is gewoon een wetswijziging, maar dat is niet meer aan mij.’ Die uitspraak deed toenmalig stikstofminister Christianne van der Wal afgelopen april tijdens een Tweede Kamerdebat over haar depositiebeleid. Aanleiding voor het Kamerdebat was het eerdere advies van de commissie-Remkes om de huidige stikstofwet te veranderen. Dat advies had gestaan in oktober 2022 in het rapport Wat wel kan.

In 2020, kort na het begin van de stikstofcrisis, had toenmalig landbouwminister Carola Schouten in de nieuwe Wet stikstofreductie en natuurverbetering harde depositiedoelen gezet: in 2030 moest 50 procent van de beschermde natuurgebieden onder de Kritische Depositiewaarde (KDW) zijn. Door een amendement van SP en D66 kwam er voor het jaar 2035 het doel van 74 procent nog bij.

Wat Remkes al zei

Maar de commissie-Remkes pleitte er er twee jaar later alweer voor om de KDW op termijn weer uit de wet te halen. ‘De discussie over de vraag of de KDW heilig is óf helemaal niet gebruikt moet worden, is oneigenlijk’, stond in het rapport Wat wel kan. Wat óók in het rapport te lezen viel: ‘Ontwikkel een stoffenbalans waarmee de agrarische ondernemer kan sturen op doelen en emissies. Maak deze balans op termijn afrekenbaar. Een ondernemer kan veel beter sturen op de emissies van zijn bedrijf dan op waar die emissies precies neerslaan.’

Erisman en De Vries

Als reactie hierop liet Van der Wal een bont gekleurde werkgroep, bestaande uit zo diverse clubs als Agractie, het IPO en Johan Vollenbroeks MOB, een rapport opstellen over ‘alternatieven voor de KDW als omgevingswaarde in de wet’. Ook schreven de beide stikstofhoogleraren Wim de Vries (Wageningen University & Research) en Jan-Willem Erisman (Universiteit Leiden), samen met natuurjurist Chris Backes (Universiteit Utrecht), een essay waarin ook zij een vorm van emissiebeleid evangeliseerden: ‘Als deze doelen voor sectoren en individuele bedrijven voor de lange termijn bindend vaststaan en het bereiken van de doelen goed wordt gemonitord en gehandhaafd, hoeft geen berekening van de depositie van een nieuwe activiteit op een overbelast gebied meer plaats te vinden.’

Afrekenbare Stoffenbalans

De voordelen van dit beleid, in hun ogen? Een langetermijnperspectief, rechtszekerheid en maximale ruimte voor bedrijfsbeslissingen van de agrariërs zelf. De emissiereductiedoelen zouden per hectare of per dier kunnen worden vastgelegd, en dan niet alleen voor ammoniak, maar ook voor de broeikasgassen methaan, CO2 en lachgas. Hoogleraar Wim de Vries had hier al in 2020 voor gepleit in een artikel in vakblad Milieu. Nog eerder zelfs, in 1997, publiceerde Erisman in datzelfde blad een artikel met de titel: Van een depositie- naar een emissiebenadering voor de ammoniakproblematiek.

Net als de commissie-Remkes later zou doen, pleit hoogleraar Wim de Vries voor een Afrekenbare Stoffenbalans per boer, die gebaseerd kan worden op de Kringloopwijzer die het gros van de agrariërs nu al heeft. Ook belangenvereniging LTO wil dit overigens graag. Dit element staat tevens in het concept van het Landbouwakkoord, dat in juni 2023 stuk liep. In die stoffenbalans komt dan te staan wat er de boerderij binnenkomt aan bijvoorbeeld kunstmest en veevoer, en wat er uitgaat aan vlees en melk.

Zo ontstaat er een heldere boekhouding. Een technologisch alternatief is om per boerderij alle emissies met sensoren te meten, maar dat is volgens De Vries een onmogelijk kostbare en complexe aanpak. Hij noemt dat ‘utopisch’.

Eveneens voorstander

Onderzoeksinstituut TNO toonde zich in 2022 eveneens voorstander van emissie- in plaats van depositiebeleid. Atmosfeerwetenschapper Martijn Schaap benadrukte in die publicatie net als anderen hoe onzeker de depositiemodelleringen van stikstof zijn. ‘Om onzekerheden in de aanpak te verminderen, pleiten we ervoor om vooral op emissies te sturen, want informatie over de lokale uitstoot is direct bruikbaar voor oplossingen. Het is namelijk praktisch nog niet mogelijk op een groot aantal plaatsen de depositie direct te meten en hierop te handhaven.’

Er is politiek draagvlak

Het emissiebeleid heeft behalve wetenschappelijk ook politiek draagvlak. Nog voor de Tweede Kamerverkiezingen van november 2023 werd een motie van ChristenUnie, CDA en VVD aangenomen die opriep tot: ‘Zo snel mogelijk overstappen naar een op emissiereductie gericht beleid. Het opvallende was dat BBB-Kamerlid Caroline van der Plas aanvankelijk mede-indiener was (zie), maar kort te voren zich terugtrok en zelfs tégen de motie stemde. Ook een geheel eigen motie, met dezelfde strekking, hernam ze kort voor de stemming. Toch is het nu de BBB die de landbouwminister levert die hierop gaat inzetten.

‘Dan ben ik de sjaak’

Christianne van der Wal was het als minister volkomen eens met deze tournure. In het Kamerdebat van april zei ze: ‘Volgens mij delen we de wens om meer emissiegericht beleid te voeren. Dat geeft namelijk bij ondernemers gewoon meer grip en duidelijkheid. Ik heb dit voorbeeld al vaker genoemd, maar ik was in een grensgebied, in Twente, bij een ondernemer die zei: «Wij willen die doelen wel halen, maar zet die nou niet op kritische depositiewaarden maar op emissie. Want ik zit hier in het grensgebied en 30 procent komt hier aanwaaien vanuit Duitsland, terwijl ik daar niet verantwoordelijk voor ben. Zo meteen gaan we die KDW hier niet halen en ben ik de sjaak.» Dat voelt heel onrechtvaardig en dat begrijp ik supergoed. Dat is dus ook de reden geweest dat we anderhalf jaar geleden al zijn gestart met de zoektocht of we in de Wet stikstofreductie en natuurverbetering af kunnen van de resultaatverplichtende omgevingswaarden die zijn gestoeld op de KDW. We kunnen dat doel wat mij betreft omzetten in het equivalent van 74 procent onder de kritische depositiewaarde – dat steek ik nooit onder stoelen of banken – en dat is een emissiereductiepercentage. Dat kun je ook nog eens per sector vastleggen. Volgens mij is dat niet heel ingewikkeld.’

Reacties: 2

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

R. D.
Dus oude wijn in nieuwe zakken.
Hielco Wiersma
Linksom of rechtsom het lijkt er in ieder geval op te duiden dat er een pragmatischer en bredere aanpak komt dan onder het Kabinet Rutte (VVD), dit met in de hoofd- of bijrol minister Christianne van der Wal (VVD).
Terecht wordt de discussie breder en via emissiebeleid ook verlegt naar andere beleidsterreinen. De vraag hoeveel er dan bij emissiebeleid mag worden uitgestoten zal trouwens ook moeten worden beantwoord, net als bij het eerder voorgenomen depositiebeleid.
Advertentie