Aftrekposten
De Veste maakte begin 2008 bekend als privaat bedrijf verder te willen. De organisatie zou zo beter af zijn, omdat woningcorporaties sinds enkele jaren niet alleen winstbelasting over hun commerciële, maar ook over hun sociale activiteiten moeten betalen. Dat moeten ze als privaat bedrijf ook, maar dan kunnen ze bijvoorbeeld wel meer aftrekposten opgeven bij de belastingdienst. Vogelaar wees dat verzoek toen af.
Straf
RvS: corporatie niet uit bestel
Toenmalig minister Ella Vogelaar (Wijken en Wonen) heeft het verzoek van woningstichting De Veste uit Ommen om uit het publieke bestel van…
Volgens de Raad van State staat in de regels over woningcorporaties niet dat corporaties vrijwillig uit het publieke bestel kunnen stappen. De minister kan een corporatie wel eruit zetten bij wijze van straf. De corporatie moet dan echter worden ontbonden.
Eigendomsrecht
De raad oordeelt verder dat het eigendomsrecht van De Veste wordt beperkt, maar dat dat gerechtsvaardigd is. Het algemene belang van een goede volkshuisvesting weegt namelijk zwaarder.
Directeur Jan Sinke van De Veste sprak in een reactie van ,,een heel heldere, vergaande uitspraak’’. Volgens hem is het vermogen van corporaties nu in feite ,,staatsvermogen’’. ,,De overheid is ongelimiteerd in haar mogelijkheden om corporaties financieel uit te kleden.’’ De Veste gaat kijken of zij de uitspraak op Europees niveau gaat aanvechten.
Bezwaar
Ook een andere woningcorporatie, woningstichting Den Helder, vroeg in januari toestemming aan de minister (op dat moment Eberhard van der Laan) om uit het bestel te treden. Die wees dat af. De corporatie diende vervolgens een bezwaar hiertegen in bij het ministerie.
Hof
Financieel directeur Peter Kramer van Den Helder zei woensdag dat hij het ministerie gaat vragen te wachten met het nemen van een besluit over dat bezwaar. Hij wil dat het Europees Hof van Justitie eerst een besluit neemt over de zaak van De Veste. Kramer heeft er vertrouwen in dat die met een ander oordeel komt dan de Raad van State.
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Voor de herstructurering van het volkshuisvestingsbestel is het dringend noodzakelijk vast te stellen van wie het (maatschappelijke) corporatiebezit is, cq. wie daarover uiteindelijk de zeggenschap heeft. In het daarover de afgelopen jaren op gang gekomen debat tussen rijk en corporaties is er met huurdersbijdragen aan de opbouw van het corporatievermogen niet of nauwelijks rekening gehouden. Investeringen van rijk en gemeenten, corporatie beheer en loyaal betalende en zich goed gedragende huurders hebben in vijftig jaren het vermogen bijeengesprokkeld. Gemeenten en rijk hebben in de loop der tijd al één en ander terug verdiend via doorverkoop en of afkoop van subsidies. Gemeenten hebben goed geprofiteerd van de wijkaandacht en investeringen van de corporaties. En de huurders.....Een aantal heeft kunnen profiteren via de koop van hun woning, waarbij o.a. op basis van woonduur aan de huurder kortingen op de aankoopprijs worden gegeven. Hoe arbitrair ook: het corporatievermogen of de zeggenschap daarover zou moeten worden verdeeld over huurders corporaties, gemeenten en het rijk (bijv. 80 % voor corporaties en bewoners en 20 % voor rijk en gemeenten). Corporaties waren daarna op te splitsen in organisaties bedoeld om de minimale taak uit te voeren. :voorzien in de huisvesting van de laagste inkomens. Daarnaast ware het wenselijk los van de overheid nieuwe verhuur/verkoop organisaties op te bouwen. Dit in de richting als voorgestaan door Sinke.Naar mijn idee in een vorm waarbij aandeelhouders van beide organisatievormen rijk gemeenten en huurders zouden moeten zijn. Verschil tussen beide nieuwe organisaties ligt voor de hand: in de "marktcorporatiues ook derden zich kunnen inkopen. Dit alles te financieren met een grootschalige woningverkoop - 1 miljoen woningen- van de 2 miljoen- van woningen die niet nodig om te voorzien in de vraag van de laagste inkomensgroepen. Het is maar een gedachte, maar wel met een zeer serieuze ondertoon.