Oude steden hebben de laagste labels

In de grootste Nederlandse gemeenten heeft minder dan 40% van de woningen en gebouwen een energielabel B of hoger. Van de 15 grootste steden is alleen Almere een uitzondering; daar heeft 60% een label B of hoger. Dat blijkt uit een onderzoek van ingenieursonderzoeksbureau Sweco.

Vinex

De verschillen tussen Almere en de rest van het veld is groot. Dat heeft vooral te maken met het feit dat Almere een nieuwe stad is, waar relatief veel goed geisoleerde woningen staan. Het heeft geen oud stadscentrum met woningen die veel moeilijker te verduurzamen zijn. De nummers twee en drie zijn Amersfoort en Utrecht. Steden met weliswaar een oud stadcentrum, maar ook relatief grote en nieuwe uitbreidingswijken uit de Vinex-tijd, zoals Leidsche Rijn en Vathorst.

Groningen

Hekkensluiter is de gemeente Groningen, waar minder dan eenvijfde van de woningen label B of hoger scoort. Gemeenten als Rotterdam, Apeldoorn en Eindhoven, met veel naoorlogse bouw, hebben vooral woningen met label C en D. Amsterdam en Den Haag juist de meeste vooroorlogse of negentiende eeuwse woningen die meestal een nog lager label hebben. 

Tool

Sweco bracht de energielabels in kaart met behulp van een zelf ontwikkelde tool die de openbare data van energielabels van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) gebruikt. Overigens heeft nog niet de helft van de woningvoorraad (45%) een geregistreerd energielabel. In het geval van bestaande utiliteitbouw, zoals scholen, kantoren en zorggebouwen, is dat slechts 9%. Van de woningen waarvan geen officiële toegekende labels bekend zijn, berekende Sweco de labels op basis van het type woning en bouwjaar. Zo kon er toch een volledig beeld van de gebouwenvoorraad per gemeente worden gemaakt. Het ingenieursbureau heeft industriële gebouwen buiten beschouwing gelaten.

Stappen Volgens Vincent Jansen, afdelingshoofd Energie bij Sweco toont de analyse aan dat er nog veel stappen te zetten zijn, vooral in de historische stadskernen. ‘Het is opvallend hoe ver we nog verwijderd zijn van de doelstellingen om gebouwen en woningen te verduurzamen.' Jansen is hoopvol dat het beeld er over een jaar heel anders uitziet. 'Een duurzame bron voor verwarmen van de woning of gebouw kan snel leiden tot labelverbetering.' Strategie In het onderzoek laat Sweco ook van elk van de 15 gemeenten zien welke alternatieve warmtebronnen en strategieen het meest succesvol kunnen zijn. Veel gemeenten hebben al een vorm van een warmtenet, zoals de steden in de Randstad en Brabant. In veel gevallen kan dat worden aangevuld met geothermie, collectieve of individuele wko-systemen of aquathermie. Amsterdam kan gebruik maken van de restwarmte van datacenters.