Gemeenten vragen om definitieve norm PFAS

Twee op de drie bouwprojecten die vorig jaar stil kwamen te liggen door de scherpe normen in de PFAS-regelgeving, zijn weer op gang gekomen. Dat blijkt uit een rondgang van de VNG langs gemeenten. De gemeentekoepel vindt wel dat gemeenten en bedrijven zo snel mogelijk duidelijkheid moeten krijgen over een definitieve PFAS-norm.

Volksgezondheid

In september werd de norm voor een mogelijke verontreiniging van grond met poly- en perfluoroalkylstoffen (PFAS) door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat gesteld op 0,1 microgram per kilo. PFAS komt vrij bij de productie van producten als anti-aanbakpannen en regenjassen, en verdwijnen niet vanzelf uit de grond. In de afgelopen jaren bleek PFAS op veel meer plekken in de grond te zitten dan alleen in de buurt van productielokaties. En de gevolgen voor de volksgezondheid zijn onduidelijk.

Norm

Daarom koos de minister voor een strenge norm. Maar omdat een dergelijke kleine concentratie alleen in een laboratorium kan worden gemeten, en omdat veel gemeenten helemaal niet weten of de grond met PFAS vervuild is of niet, kwam het grondverzet bijna volledig stil te liggen. Zolang niet duidelijk is of de grond vervuild is, wilden veel gronddepots de afgegraven grond niet aannemen.

Druk

Na veel druk uit de bouwsector en van gemeenten werd de norm in december verhoogd naar 0,8 microgram. Dat, en het feit dat veel gemeenten met spoed hun bodemkwaliteitskaarten in orde hebben gebracht, heeft ervoor gezorgd dat voor de meeste projecten het grondverzet inmiddels weer is opgestart. Maar volgens de VNG wachten gemeenten nog steeds op een definitieve norm en een handelingskader die houvast moet geven.

Duidelijkheid

Ook de grondverzetbedrijven hebben die duidelijkheid nodig, stelt de VNG. Een kwart van de ondervraagde gemeenten ziet dat bedrijven in het grondverzet in de financiële problemen zijn gekomen door het lange uitstel.