Gebrek aan urgentiegevoel binnen de gemeentelijke organisatie, onzekerheid ten aanzien van rijkseisen en - vooral - de ontwikkeling van een werkend digitaal stelsel zijn de voornaamste risicofactoren bij de implementatie van de Omgevingswet. Dat blijkt uit het BMC-onderzoek ‘Leren decentraliseren’ onder ruim 125 gemeentesecretarissen.
Gemeentesecretarissen: DSO achilleshiel Omgevingswet
Gebrek aan urgentiegevoel binnen de gemeentelijke organisatie, onzekerheid ten aanzien van rijkseisen en - vooral – de ontwikkeling…
Verbinden en veranderen
De onderzoekers hielden de rol van de gemeentesecretaris bij de decentralisaties in het sociale domein tegen het licht. Zo hoopten ze tot inzichten te komen die tot voordeel zouden kunnen strekken bij de implementatie van de Omgevingswet (die zoals het er nu naar uitziet in 2021 moet ingaan). Als belangrijkste taken voor de gemeentesecretaris bij beide decentralisaties zien zij zelf verbinden en veranderen: ‘focus op het netwerk, een visie op de decentralisaties en het scherp houden van de organisatie op de doelen.’
Grote verschillen
Wel zijn er grote verschillen tussen de twee decentralisaties. Die in het sociale domein voltrokken zich onder grote tijdsdruk en het gevoel van urgentie (er mochten geen ongelukken met kwetsbare groepen gebeuren) was sowieso groot. Door het tot twee keer toe doorgevoerde uitstel van de Omgevingswet constateren gemeentesecretarissen dat het moeilijker is de decentralisatie in het fysieke domein binnen de gemeentelijke organisatie en bij het college op de agenda te houden.
DSO achilleshiel
Ook stellen ze vast dat de ontwikkeling van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) zowel op rijks- als op gemeentelijk niveau nog steeds voornamelijk in handen is van ict-experts, ‘waardoor de aansluiting bij de behoeften van de eindgebruikers in het gedrang kan komen’. Ze zien daardoor het DSO als ‘de achilleshiel van de implementatie’.
Uiteenlopende tevredenheid
Opvallend zijn de grote verschillen in mate van tevredenheid over beide decentralisaties. Op die in het sociale domein kijkt 77 procent van de gemeentesecretarissen tevreden terug. Bij de (nog volop in gang zijnde) transitie voor de Omgevingswet is dat op dit moment maar 40 procent. Eén op de vijf gemeentesecretarissen noemt het resultaat tot nu toe ‘niet geslaagd’.
Naar buiten gericht
Voor VGS-bestuurslid Wilma Atsma is de belangrijkste uitkomst dat de gemeentesecretaris ‘naar buiten gericht moet zijn’: ’Het belang van de buitenwereld wordt in het rapport voortdurend onderstreept.’ Dat de gemeentesecretarissen veel kritischer zijn over de Omgevingswet dan over de 3D’s schrijft ze toe aan de verschillende stadia waar die zich in bevinden. ‘Dat trekt nog wel bij.’
Meer openheid bij BZK
Maar dat het DSO daarbij een pijnpunt is, wordt door Atsma volledig onderschreven. ‘Binnenlandse zaken zou veel meer veel openheid moeten betrachten over het stadium waar dat zich in bevindt. Communiceer over de dilemma’s. Nu krijg je de indruk dat de ontwikkeling een beetje stilstaat, terwijl er hard aan wordt gewerkt. Het blijft alleen wat onzichtbaar.’
Noodzakelijke veranderingen
De gemeentesecretarissen werd ook gevraagd welke grote veranderingen zij noodzakelijk achten voor een succesvolle implementatie van de Omgevingswet. Op dat lijstje staat integraliteit bovenaan (51 procent), gevolgd door inzicht landelijk beleid (48), ontschotting (43) en het zelforganiserend vermogen van de samenleving en de voorspelbaarheid voor de gebruiker (beide 42 procent). Veel gemeentelijke organisaties, constateren ze, zijn nog gefocust op de transitie van systemen, terwijl de echte verandering de transformatie is van een sturende naar een op samenwerking gerichte overheid.
Zeven decentralisatielessen
Aan het slot van hun rapport komen de onderzoekers tot zeven decentralisatielessen voor gemeentesecretarissen. Ze raden onder meer aan de transities te benutten voor een echte organisatieverandering en om beter aan te sluiten bij de digitaliserende samenleving (‘In het sociaal domein liggen veel kansen voor datagebruik die nog niet worden gepakt’). Ook zouden ze meer moeten sturen op integraliteit (‘Geef medewerkers die betrokken zijn geweest bij de 3D’s ook een rol in de implementatie van de Omgevingswet’) en het nieuwe college moeten coachen bij de komende rolverandering.
Het BMC-onderzoek werd gehouden in opdracht van de Vereniging van Gemeentesecretarissen (VGS), het ministerie van Binnenlandse Zaken en het A+O fonds Gemeenten.