In 2019, 2020 en 2021 hebben boeren in het Limburgse Heuvelland zestien manieren getest om de afstroming van water te verminderen in diverse teelten. De praktijkproeven zijn uitgevoerd door de boeren met de WUR, de Limburgse Land- en Tuinbouwbond (LLTB), Provincie Limburg en Waterschap Limburg (WL). Uit de proeven blijkt dat boeren wateroverlast en droogte kunnen verminderen.
Minder wateroverlast en droogte door andere inrichting akkers
Uit praktijkproeven op Zuid-Limburgse akkers de afgelopen drie jaar blijkt dat boeren droogte en wateroverlast kunnen verminderen.
Ruitzaaien
De proeven vonden plaats bij verschillende teelten. Negen maïstelers hebben afgelopen seizoen ruitzaaien toegepast in het Heuvelland. Dat telers 'hebben ervaren' dat dit leidt tot minder waterafstroming bij de maïsteelt, die vooral in het voorjaar gevoelig is voor waterafstroming. Dat er inderdaad minder afstroming is bleek vervolgens uit een proef op Proefboerderij Wijnandsrade. Tot ruim 60 procent van het nog afstromende water werd extra vastgehouden, aldus WL.
Aardappelruggen
Ook bij uienteelt is er 'een groter risico op waterafstroming bij grotere buien'. Door percelen anders in te delen konden uientelers de afstroming verminderen. Het aanbrengen van stro hielp daarbij. In de aardappelteelt hielp het om aardappelruggen te verruigen. Het leverde ruim 5 mm extra waterberging op.
Stimuleringsregeling
'Je moet water zoveel mogelijk vasthouden waar het valt. Dat geldt voor ons, voor de natuur en ook voor het stedelijk gebied', zegt Peter van Dijck van de LLTB. Waterschap Limburg heeft een stimuleringsregeling in het leven geroepen voor het teeltseizoen van dit jaar.
Schadebeperking
De praktijkproeven zijn onderdeel van het programma Water in Balans dat bedoeld is om de wateroverlast door klimaatverandering te verminderen. Dit programma richt zich op maatregelen op zes terreinen: landelijk gebied, stedelijk gebied, watersystemen (beken en beekdalen), schadebeperking aan de eigen woning, ruimtelijke ordening en internationale afstemming.
