In steden als Haarlem, Delft en Alkmaar moeten de komende jaren tienduizenden woningen worden bijgebouwd. Verder verdichten is de enige optie omdat de resterende ruimte er schaars is. Is er in dergelijke tijden nog behoefte aan de vergezichten van het – circa – dozijn stadsbouwmeesters dat Nederland telt?
Bouwvisie in tijden van vaart maken
In steden als Haarlem, Delft en Alkmaar moeten de komende jaren tienduizenden woningen worden bijgebouwd. Verder verdichten is de enige…
Het blijkt een terugkerende kernvraag in de interviews met wethouders, bouwkundigen en projectontwikkelaars die zijn gebundeld in een deze maand verschenen, fraai uitgegeven boek over de voormalige Haarlemse stadsbouwmeester Max van Aerschot.
Ja, juist wél, ben je geneigd te antwoorden. Al was het maar om te vermijden dat elke postzegel lege ruimte met onaanzienlijke nieuwbouw wordt volgeplempt. De Haarlemse praktijk staat daar echter nogal eens haaks op. Van Aerschot wordt binnengehaald als freischwebende expert, zonder gezagslijn binnen ambtelijk of bestuurlijk apparaat. Dat is prijzenswaardig, maar blijkt ook een bron van conflicten. Zijn plannen lopen niet altijd in de pas met de bouwambities van (nieuwe) colleges, wat over en weer frustratie oplevert.
Zijn vergeefse pogingen om beide oevers van rivier het Spaarne, hardnekkige scheidslijn tussen arm en rijk in de stad, meer te verbinden zijn daarbij een rode draad. Ook voert de gemeente Haarlem een fikse bezuiniging op de stadsbouwmeester door, die vervolgens in buurgemeenten met open armen wordt ontvangen. Toch is Haarlem dankzij Van Aerschot ook een aantal stedenbouwkundige parels rijker. Een lezenswaardig boek.
Max van Aerschot, stadsbouwmeester Haarlem stad en regio, 2008 en 2018, uitg. De Zwaluw. Prijs: 24,95 euro
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Alleen die zin al....rivier hardnekkige scheidslijn tussen arm en rijk in de stad.....Walgelijke voorstelling van zaken