Waardedaling huizen in risicogebied Groningen verminderd

De financiële schade die huiseigenaren in Groningen leden door waardedaling, als gevolg van bevingen, is kleiner geworden. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van Atlas Research in opdracht van het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG). Er is echter wel een groter aantal woningen dat met waardedaling te maken heeft.

Vergoedingsregeling

Als de gaswinning in het Groningenveld bevingen veroorzaakt die leiden tot een waardedaling van huizen, dan vergoedt het IMG die waardedaling. Het IMG maakt hierbij gebruik van een bepaald risicogebied en volgens het nieuwe onderzoek, waarin de woningverkopen tot 1 januari 2021 zijn meegenomen, is de waardedaling in dat gebied met meer dan een procentpunt afgenomen. Van 2,7 procent naar 1,3 tot 1,7 procent.

‘Maatschappelijk gezien is dat positief, omdat de waardedaling voor bewoners nu dus kleiner blijkt te zijn’, zegt Joost Poort, universitair hoofddocent aan de UvA en onderzoeker bij Atlas Research. ‘Minder gunstig voor bewoners is dat ze minder geld uitgekeerd krijgen als het IMG besluit de vergoedingsregeling aan te passen aan de nieuwe uitkomsten.’

Hogere grens

Een vervolgvraag die Atlas Research zich stelde was of het gebied waarin de waardedalingen worden gemeten nog hetzelfde is. Het risicogebied dat het IMG hanteert, is gebaseerd op eerder onderzoek van Atlas Research, waarin de afbakening werd bepaald door de verhouding van de hoeveelheid toegekende schadedossiers ten opzichte van de hoeveelheid woonobjecten. De grens was 40 procent, luidde de conclusie. Bij 20 tot 40 procent aan schadedossiers per woonobjecten was een negatief effect niet uit te sluiten en met minder dan 20 procent waren de resultaten positief – dit duidden de onderzoekers als een waterbedeffect. Het gebied is vervolgens afgebakend op 20 procent, om de onzekerheid van het model in het voordeel van de burgers te interpreteren.

De onderzoekers hebben de berekeningen opnieuw gedaan en kwamen erachter dat de grens nu hoger ligt. Dat is logisch, vertelt Poort: ‘Het aantal toegekende schades is verdubbeld, maar het gebied waar waardedaling is, is niet navenant toegenomen. Zeker nu we een afname van de waardedaling zien in het eerder afgebakende gebied, is het niet aannemelijk dat het effectgebied zelf sterk gegroeid zou zijn.’

Robuust en plausibel

Echter werkt de afbakening van het gebied nu minder goed, als gevolg van de grote toename van het aantal schadedossiers. Daarbij gold voor een groot deel ook een stuwmeerregeling waarbij ter plaatse geen schade werd opgenomen. Poort: ‘Als de grens wordt gehanteerd van 40 procent aan schadedossiers ten opzichte van woonobjecten, komen er gebieden bij waar vrijwel geen bevingsactiviteit is geweest en zijn de uitkomsten niet meer robuust en plausibel.’ Daarom voegden de onderzoekers een criterium toe: er moet in een postcodegebied minimaal één beving zijn geweest met een ‘piekgrondsnelheid’ van 1,0 mm/s of meer.

Alles bij elkaar zorgt de actualisatie ervoor dat zo’n achtduizend meer woningen mogelijk waardedaling hebben en dus in aanmerking zouden komen voor compensatie. Het IMG heeft nog geen besluit genomen over hoe om te gaan met de onderzoekresultaten en vooralsnog geldt de regeling nog op basis van het vorige onderzoek. In juni neemt het IMG een besluit over hoe verder.