Provincies vervullen een sleutelrol bij het duurzaam maken van de landbouw. Zij kunnen letterlijk ruimte geven aan duurzame initiatieven, belemmerende regels schrappen en ervoor zorgen dat boeren burgers tijdig betrekken bij hun plannen in de streek.
Sleutelrol provincies voor toekomst van de landbouw
Dat blijkt uit het advies ’Ruimte voor duurzame landbouw' van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli).
Discussie werkt verlammend
Dat blijkt uit het advies ’Ruimte voor duurzame landbouw' dat de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) heeft aangeboden aan staatssecretaris Sharon Dijksma van Economische Zaken. Volgens de Rli zit het maatschappelijk en politiek debat over de toekomst van de landbouw in Nederland muurvast. De discussie over welke vorm van landbouw het duurzaamst is, werkt verlammend en leidt niet tot de gewenste en haalbare verduurzaming van de hele sector, aldus de raad.
Kwesties leiden aandacht af
Dat komt ook doordat de landbouwsector voortdurend te maken heeft met kwesties die de aandacht afleiden, zegt projectleider Agneta Andersson van de Rli. ‘De q-koorts, bijensterfte, paardenvlees, het debat loopt vast in dit soort issues. De overheid heeft hierin een rol om de regie te voeren en maatschappelijke vraagstukken op te lossen. Er moet ruimte komen voor vernieuwing, letterlijk, bijvoorbeeld met een locatie voor een agrosciencepark. En ruimte in abstracte zin, door wet- en regelgeving aan te passen.’
Provincies zijn probleemeigenaar
Niet alleen het rijk, ook provincies spelen in al deze ontwikkelingen een belangrijke rol, zegt Andersson. Zij toetsen immers de ruimtelijke ontwikkelingen van gemeenten en kunnen in hun streekplannen en omgevingsvisies wel of geen ruimte geven aan verduurzaming van de landbouw. Provincies zijn, in de woorden van de Rli, probleemeigenaar, en hebben dus een grote verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat over twintig jaar een gewaardeerde en vitale agrarische sector in Nederland bestaat.
Burgers op tijd betrekken
Samen met de landbouwsector moeten overheden er ook voor zorgen dat burgers en maatschappelijke organisaties op tijd worden betrokken bij uitbreidingplannen van boeren. Die plannen hebben dan veel meer kans van slagen. Andersson: ‘Als agrariërs niet weten om te gaan met de wensen uit de samenleving, houdt de provincie de deur op slot.’
Drie bedrijfsvormen
De Rli schrijft in het rapport niet voor hoe duurzame landbouw er in de toekomst uit moet zien. De discussie over wat de duurzaamste vorm is en over wel of niet biologisch, werkt verlammend, vindt de raad. In plaats daarvan onderscheidt zij drie bedrijfsvormen die naast elkaar kunnen bestaan en elk hun eigen economische, sociaal en/of ecologisch opgave hebben: grondgebonden landbouw, gebouwgebonden en stedelijk georiënteerde landbouw.
Wel of geen megastallen
Ook doet de raad geen uitspraak over wel of geen megastallen, een beladen onderwerp volgens Andersson. ‘Je ziet een duidelijk maatschappelijk ‘nee’ tegen megastallen. Maar er komen steeds meer voorbeelden van intensieve veehouderij waar wel is nagedacht over dierenwelzijn, minder antibioticagebruik, het sluiten van kringlopen. Provincie Brabant stelde onlangs een verklaring voor zorgvuldige veehouder op, daar zitten kansen in.’