Advertentie
ruimte en milieu / Nieuws

'Er zal weinig terechtkomen van de 900.000 nieuwe woningen'

Ook kleinschalige woningbouwprojecten buiten de steden lossen de woningnood niet zomaar op.

20 oktober 2022
ruimte---woningbouw-web.jpg

Het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) riep deze week op om de woningnood op te lossen met meer kleinschalige woningbouw op landbouwgrond rond dorpen en steden. Zo lukt het om in 2030 de gewenste 900.000 nieuwe woningen te krijgen. Maar deskundigen benadrukken dat het zo simpel niet ligt.

Manager ontwikkeling internationale voertuigregelgeving

RDW
Manager ontwikkeling internationale voertuigregelgeving

Strategisch Adviseur Jeugd

Publiek Netwerk in opdracht van Gemeente Huizen
Strategisch Adviseur Jeugd

Te langzaam

Het kabinet wil over acht jaar 900.000 nieuwe woningen hebben gebouwd. Dat wil het voor een belangrijk deel doen door op zeventien locaties in Nederlandse steden grootschalige bouwprojecten van de grond te krijgen. Maar dat gaat te langzaam, zegt het EIB in het nieuwe rapport Nationale Woon- en Bouwagenda: Onderzoek naar de haalbaarheid van 100.000 nieuwe woningen per jaar. Deze bouwprojecten zijn erg complex, onder meer doordat er flink zal moeten worden geïnvesteerd in de aanleg van nieuwe bus-, tram- en treinverbindingen. 

Landbouwgrond

Het zou beter zijn, zegt het EIB in een tweede rapport Kleine groene woonlocaties, als de focus minder ligt op de verdichting van de bestaande bouw in steden. Op kortere termijn moet de aandacht verlegd worden naar kleinschalige, landelijke woonwijken rond dorpen en steden. De woningen moeten dan komen op landbouwgrond. Het onderzoeksinstituut berekende voor de provincie Noord-Holland dat daar in theorie tot 300.000 nieuwe woningen mogelijk zijn.

Stikstof

Friso de Zeeuw, emeritus hoogleraar Gebiedsontwikkeling, is het deels eens met het EIB. ‘Ik denk dat er weinig terecht zal komen van het plan om 900.000 woningen te bouwen. Eén van de oorzaken is dat inderdaad wel heel veel kaarten worden gezet op die zeventien grootschalige woonbouwlocaties. Deze willekeurige collectie plannen is de love baby van het ministerie van Binnenlandse Zaken. De meeste zijn hartstikke duur en sommige liggen op vitale bedrijventerreinen.’ Bovendien blijven veel locaties onzeker door het stikstofdossier. ‘Ik schat dat 40 procent van de locaties in Zuid-Holland in de stikstofgevarenzone ligt. Dat wil niet zeggen dat ze allemaal niet doorgaan, maar dat is nogal wat’, zegt De Zeeuw. Tot slot komt het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat op termijn met een aanscherping van de norm voor bouwvergunningen in gebieden met luchtvaartlawaai. ‘Gemeenten zeggen dan: jeminee, als dat er ook nog bij komt, vallen er weer duizenden woningen van de haak.’ Er móet dus wel in landelijk gebied bijgebouwd worden.

Nadelen

Maar kleinschalige bouwprojecten hebben hun eigen nadelen. De personeels- en onderzoekskosten worden hoger. Ook moeten er meer stedenbouwkundige rapporten worden geschreven, en moeten gemeenteraden meer besluiten nemen. Dat benadrukt ook Co Verdaas, oud-Kamerlid en hoogleraar gebiedsontwikkeling aan de TU Delft: veel van de huidige problemen blijven overeind, zelfs al verschuif je bouwprojecten naar landelijk gebied. Denk aan de problemen met het zwaar belaste elektriciteitsnet en de drinkwatervoorziening. Ook zijn er de stijgende prijzen van energie en materialen, en de krappe arbeidsmarkt.

Kritisch

‘Een miljoen woningen is een miljoen woningen’, zegt Verdaas. ‘Of je die nou uitsmeert over duizend kleinere of over twintig grotere locaties. Al die woningen hebben dezelfde randvoorwaarden. Bovendien krijg je te maken met duizend keer meer procedures en weerstand. Het plan van EIB klinkt alsof er bij die kleinschalige bouwlocaties geen sociale weerstand zal zijn en niemand naar de Raad van State stapt. De praktijk is weerbarstiger. Ik ben best kritisch dat het kabinet iets te veel inzet op die zeventien grootschalige locaties en misschien te weinig aandacht heeft voor andere kansen. Maar dit slaat weer de andere kant door.’

Reacties: 4

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Hielco Wiersma
Er kan het beste gebouwd worden op locaties waar
-behoefte (!!!!!) aan woningen is
-zo nodig voldoende werkgelegenheid is op korte tot langere termijn en
-gunstige verbindingen zijn met/voor (openbaar) vervoer.
In overleg met Gemeenten en Provincies kan het beste worden beoordeeld waar vervolgens het beste kan worden gebouwd. De snelheid is afhankelijk van nog beschikbare inbreilocaties en gemakkelijk aan te kopen bouwgrond aan de randen van Gemeenten.
Hans Bakker
Als je kijkt naar de CBS prognoses ten aanzien van de bevolkingsgroei dan weet je zeker dat er over 10 jaar weer een miljoen woningen extra nodig zijn. Het probleem zit hem niet in het aantal woningen, maar in de bevolkingsgroei. Nederland groeit het hardst van heel Europa. Al heel lang. Laten we daar wat aan doen.
Hans Bakker
Woningnood is veroorzaakt door bevolkingsgroei en niet doordat er te weinig huizen worden gebouwd. Het leeuwendeel van de bevolkingsgroei van de afgelopen 50 jaar is veroorzaakt door werkgevers die goedkoop personeel naar Nederland hebben gehaald voor werk in sectoren waar D66 vanaf wil, zoals de vleesindustrie. De vleesindustrie werkt al meer dan 50 jaar niet met vast personeel, maar met steeds nieuwe groepen. Eerst hele generaties Turken en Marokkanen, nu zijn het de MOE landers. Uitbuiting kan alleen als mensen in een volledige afhankelijkheidsrelatie zitten van hun werkgever. Zodra de verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd voor deze groepen is bereikt, dan stoppen ze met dit werk. En terecht. Maar de kosten zijn voor de Nederlandse bevolking. In alles. In het steeds voller en voller worden van dit land, in het beroep op sociale voorzieningen etc.
Hielco Wiersma
Er moet rekening worden gehouden met de vergrijzing van de bevolking en een omstreeks 2040 te verwachten piek. De demografische toekomst is daarom héél belangrijk. Je moet namelijk ook niet bouwen voor bevolking die er na 2040 niet meer is. Het blijft dus bij woningbouw -naast de soort woningen- ook een kwestie van jaarlijks goed beoordelen en balanceren tussen wat wel en niet nodig is.
Advertentie