Het verduurzamingsbeleid van de overheid schiet ernstig tekort, concludeert de Raad voor de leefomgeving en infrastuctuur (Rli) in zijn advies Eerlijk verduurzamen – Randvoorwaarden voor rechtvaardig beleid. Het beleid is onrechtvaardig en brengt de duurzame doelstellingen van de overheid in gevaar.
Duurzaam beleid verdiept maatschappelijke kloof
Het door de overheid gevoerde duurzaamheidsbeleid vergroot de maatschappelijke tegenstellingen in Nederland.
Mankementen
Behoorlijk hard is het oordeel van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) over het tot nu toe gevoerde verduurzamingsbeleid van de overheid. Dat vertoont ernstige mankementen, is de korte samenvatting. ‘In de praktijk blijken veel mensen niet goed uit de voeten te kunnen met onderdelen van het beleid, zoals subsidieregelingen en leenfaciliteiten’, schrijft de raad, waardoor de maatschappelijke ongelijkheid wordt vergroot. Die ongelijkheid ondermijnt vervolgens het draagvlak dat nodig is om verduurzaming tot een succes te maken.
Menselijke kant
Het overheidsbeleid heeft bovendien te weinig oog voor de menselijke kant van verduurzaming en is tot nu toe vooral gericht op snel resultaat halen tegen zo laag mogelijke kosten. En de mensen en bedrijven die wél de middelen hebben, worden te weinig tot verduurzaming geprikkeld. Hoe heeft dat beleid zo kunnen ontstaan en wat moet er veranderen om de verduurzaming vlot te trekken? Rli-raadslid en commissievoorzitter André van der Zande licht het advies Eerlijk verduurzamen toe.
Wat was voor de Rli reden om het verduurzamingsbeleid van de overheid tegen het licht te houden?
André van der Zande: ‘We waren in een aantal recente adviezen tegen deze problematiek aangelopen, maar wilden nu eens dieper spitten. We werden geïnspireerd door recente onderzoeken van de Klimaatraad en de WRR over het gevoerde klimaat- en energiebeleid en wat daarin misgaat. Zou dat ook aan de hand zijn bij een breder onderwerp als verduurzaming, wat immers ook raakt aan thema’s als water, bodem, lucht, natuur en circulariteit? Het leek ons heel erg nodig om daar aandacht aan te besteden. En dat urgentiegevoel werd gevoed door het feit dat we zien dat het duurzaamheidsbeleid vastloopt. De berg aan literatuur die we voor dit advies hebben doorgenomen, legde allemaal schrijnende zaken bloot.’
Jullie signaleren dat de overheid het verduurzamingsbeleid in eerste instantie richtte op groepen burgers die je relatief makkelijk meekrijgt. Is dat ook niet logisch om snel meters te maken?
‘Ja. Die gedachte is, denk ik, terecht. In mijn tijd bij het ministerie van Landbouw, Natuur en Visserij [waar Van der Zande secretaris-generaal was, red.] was ik zelf ook onderdeel van dat beleid. Voor de planeet, omwille van het milieuaspect, wilden we meters maken en gingen op ’tonnenjacht’. Daarnaast dacht ik dat environmental justice voor een welvaartsstaat als Nederland met een goede verzorgingsstaat eigenlijk niet zo relevant was. Maar de laatste decennia word je toch met je neus op het feiten gedrukt dat die oneerlijkheid ook in Nederland erg pregnant wordt. De beschikbaarheid van groen en natuur is verslechterd en heel ongelijk verdeeld. En die ongelijkheid wordt erger in plaats van minder.’
Jullie adviseren om de fysieke aanpak van het verduurzamen van wijken vaker te combineren met een sociale aanpak. Dat klinkt goed, maar is in de praktijk voor gemeenten vaak zeer tijdrovend.
‘Voor een deel is het tijdrovend omdat het gaat om vertrouwen, de juiste taal en de juiste ingangen vinden. En dat bij mensen die heel wantrouwig zijn, cynisch. Maar dat zal tóch moeten gebeuren. Wij moeten niet accepteren dat mensen afgehaakt zijn, niet mee kunnen doen en dat het beleid hen niet bereikt. Voor een deel is de oplossing ook heel simpel. Mijn eigen gemeente Gouda won een aantal jaren geleden een natuurprijs voor beste gemeente van de Vlinderstichting. Gouda heeft een groene-natuurregeling en die is heel selectief voor de wijken die het ‘t hardst nodig hebben. Dus je kunt gewoon ook aan de voorkant die eerlijkheid al inbouwen. Dat is ook een rode draad door een aantal van onze aanbevelingen: je moet veel meer aan de voorkant inbouwen. Wat we nu zien, is dat we door schrijnende gevallen achteraf pleisters moeten gaan plakken. Een noodfondsje hier, een compensatietje daar. Dat werkt niet, het is onuitvoerbaar en mensen vertrouwen niet dat het blijft. Zoals een paar dames die worstelen met bestaanszekerheid uit Den Haag ons vertelden: wij krijgen een bezoekje en wat tochtstrips. En de grote bedrijven krijgen de miljoenen en de miljarden.’
‘Want het gevleugelde gezegde dat je als je rood staat niet groen kunt doen – dat is gewoon waar.’
Is de kloof tussen afgehaakt Nederland en de overheid überhaupt nog te overbruggen?
‘Zeker. Ik ben optimistisch door de goede voorbeelden die wij óók hebben gezien, vooral in gemeenteland. Ik was toevallig vanmorgen in Eindhoven, dat een omgevingsvisie heeft waarin ze echt targets hebben gesteld voor het reduceren van gezondheidsverschillen tussen wijken. Er zíjn voorbeelden van gemeenten die het snappen. Maar gemeenten hebben het financieel zwaar. Het rijk moet hun gewoon een helpende hand toe steken. Het gaat echt niet om gigantische bedragen. Maar in tijden waarin wij de Tata's miljarden geven, is het ook goed om lokaal de verbinding te kunnen leggen tussen het sociale en het fysieke domein. Want het gevleugelde gezegde dat je als je rood staat niet groen kunt doen – dat is gewoon waar.’
Welke gemeenten doen het nog meer goed?
‘Dan denk ik aan Sunny Selwerd, een wijk in de stad Groningen. Maar ook aan Geitenkamp, Arnhem. Je ziet daar een combinatie van een wijkgerichte aanpak waarbij lokale initiatieven de ruimte krijgen, maar ook de steun van de gemeente hebben om wat te doen. En waar het integraal wordt aangepakt met andere problematiek in het sociaal domein. Ja, dat vergt een investering van gemeenten. Ja, het is ook best tijdrovend. Maar gemeenten krijgen er ook heel veel voor terug. Omdat ze zien dat het contact tussen gemeente en burger weer een beetje kan herstellen. En die burgers krijgen huizen met minder schimmel, lagere energierekeningen, meer groen in de wijk, enzovoort.’
Ook strengere nationale milieunormen zouden kunnen helpen, schrijven jullie.
‘Allerlei partijen zeggen dat we maar wat langzamer aan moeten doen met het duurzame beleid, want mensen met de smalle beurs trekken dat niet. Maar daar dupeer je juist die mensen met die smalle beurs mee. Want de slechte woningen, de fijnstof – al die milieu-ellende hou je daarmee in stand. En daarmee legitimeer je het voor de mensen die het qua inkomen en vermogen wel zouden kunnen om ook niks te doen. Dus, overheid, maak gewoon de duurzame oplossing de standaard en ga die verplicht stellen voor iedereen. Want Nederlanders vinden niks mooier dan dat het voor iedereen geldt en dat je je er niet met een dikke portemonnee onderuit kunt kopen. We kennen ook voorbeelden, zoals bijvoorbeeld Letland, waar de verduurzaming geruisloos gebeurt. Trouwens, bij ons zit nu ook niemand meer te treuren over die ouderwetse peertjes die we niet meer hebben. Zo zou je dat ook moeten doen met verbrandingsmotoren voor auto’s en ketels voor je verwarming.’
Stel kaders die duurzaamheid voor iedereen tot nieuwe standaard maken
Moeten gemeenten op lokaal niveau meer mogelijkheden hebben om burgers tot verduurzaming te dwingen, bijvoorbeeld bij het stoppen met aardgas in wijken?
‘Dat is dus eigenlijk wel wat wij zeggen. Stel kaders die duurzaamheid voor iedereen tot nieuwe standaard maken. En daar moet je dan dus instrumenten voor hebben. Ook op wijkniveau. We doen over verplicht gasloos maken niet echt een specifieke uitspraak, maar het zou een logische consequentie zijn.’
Een ander advies van jullie zijn de zogenaamde rechtsvaardigheidscoaches. Die bij het rijk moet helpen bewerkstelligen dat het beleid dat wordt ontwikkeld ook voor iedereen rechtvaardig is. Zou zoiets ook op decentraal niveau kunnen werken?
‘Ja. Ambtenaren zijn leergierig, is mijn ervaring. Maar als je altijd gewend bent om vanuit een technologisch perspectief naar de vraagstukken te kijken en die sociologische, sociale en rechtvaardigheidsaspecten niet mee te wegen, dan moet je dat gewoon leren. Dat willen ambtenaren best. En een beetje hulp doet dan wonderen.’
Zijn jullie optimistisch dat dit rapport nou eens het verschil gaat maken in Den Haag?
‘Als je verkiezingsprogramma’s leest en alle verhalen van haalbaar en betaalbaar – dat gaat hier natuurlijk ook over. Aan de andere kant: er zit ook pijn van moeten doorpakken en niet alleen maar pleasen. Maar wij denken dat dit wel erg aansluit bij de onderstroom van Nederlanders. Want Nederlanders zijn liever eerlijk onduurzaam dan oneerlijk duurzaam. En dat is toch wel iets heel aparts: dat die eerlijkheidsafweging in ons land gaat boven het redden van de planeet.’

Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.