WoON 2024: Meer starters slaagden op de woningmarkt

Starters zijn er de afgelopen jaren beter in geslaagd een woning te bemachtigen. Dit blijkt uit het nieuwe WoON 2024; dé bron voor actueel woningmarktonderzoek op landelijk, regionaal en lokaal niveau. Op donderdag 10 april werd de kernpublicatie 'Tussen wensen en wonen' gepresenteerd in Den Haag. Companen voerde het onderzoek in opdracht van het Ministerie van VRO uit.

Starters zijn er de afgelopen jaren beter in geslaagd om een woning te bemachtigen dan bleek uit het vorige landelijke woononderzoek (WoON) in 2021. In de twee jaar voorafgaand aan het WoON 2024 verhuisden bijna 286.000 startende huishoudens naar hun eerste woning. Een toename met bijna 15% ten opzichte van het WoON 2021. Ook slaagden meer starters erin een woning te kopen. In de twee jaar voorafgaand aan het WoON 2024 kochten ongeveer 90.000 starters een woning. Dat waren er 10.000 meer dan ten tijde van het WoON 2021. Maar starters verhuizen op latere leeftijd dan voorheen, waardoor zij langer kunnen sparen en een hoger inkomen hebben op het moment dat zij hun woning kopen.

Starters wonen duur

Starters wonen duurder dan in het verleden, zowel in de koopsector als in de huursector. Ze wonen ook duurder dan huishoudens die al langer in hun woning wonen. In de koopsector geven recent gestarte huishoudens gemiddeld 30,2% van hun netto besteedbare inkomen uit aan de woonlasten. Bij gesettelde eigenaar-bewoners is dit gemiddeld 22,4%. In de huursector geven starters gemiddeld 43,6% van hun netto besteedbare inkomen uit aan wonen. In de huursector hebben ook meer huishoudens moeite om de maandelijkse woonlasten te betalen en dat geldt zeker voor jonge huishoudens, met name als zij alleenstaand zijn. Een kwart van de alleenstaande jonge huurders heeft moeite met de maandlasten.

Minder doorstroming in de koopsector

In de koopsector werd de afgelopen jaren veel minder verhuisd dan bleek uit het vorige WoON. Het aantal doorstromers dat de afgelopen twee jaar uit een koopwoning verhuisde, daalde met bijna een kwart. De gestegen huizenprijzen en de hogere hypotheekrente lagen daar mede aan ten grondslag. Recent verhuisden betalen aanmerkelijk meer aan woonlasten dan huishoudens die al langer in hun woning wonen. Ook zijn eigenaar-bewoners steeds vaker op leeftijd en oudere huishoudens verhuizen minder vaak. Dit alles betekent dat er de laatste tijd veel minder koopwoningen zijn vrijgekomen dan een paar jaar geleden.

Dure huurwoningen

In de verhuiswensen zien we de toegenomen druk op de woningmarkt en de gestegen kosten van het wonen terug. De vraag naar huurwoningen is toegenomen en vaak gaat het om huurappartementen. De vraag richt zich op het betaalbare huursegment, terwijl juist het dure huursegment in omvang is toegenomen. Vooral jonge huishoudens wonen vaak in die dure huurwoningen.

Download hier de Kernpublicatie 2024 ‘Tussen Wensen en Wonen’.