Het onafhankelijke College van Rijksadviseurs (CRa) adviseert het rijk inzake ruimtelijke kwaliteit. Het CRa bestaat uit drie leden: een rijksbouwmeester (architect Francesco Veenstra), een landschapsarchitect en een stedenbouwkundige. De leden vervullen hun functie parttime naast een baan in de beroepspraktijk.
Twee van de drie ruimtelijke rijksadviseurs afgelost
Thijs van Spaandonk en Noël van Dooren zijn per 1 april aanstaande benoemd tot nieuwe rijksadviseurs voor de fysieke leefomgeving.
Solidaire economie
Van Spaandonk (1981) is partner bij Bright, een R&D laboratorium voor de leefomgeving en was ateliermeester voor de City Deal Openbare Ruimte. Tussen 2018 en 2023 werkte Van Spaandonk als hoofd van de masteropleiding stedenbouw van de Rotterdamse Academie van Bouwkunst (RAVB). Hij wil met het College van Rijksadviseurs werken aan een ‘concreet handelingsperspectief voor een solidaire economie richting de 22e eeuw’.
Klimaatklever
Van Dooren (1967) is zelfstandig landschapsarchitect. Hij was eerder onder meer hoofd landschapsarchitectuur aan de Academie van Bouwkunst Amsterdam en provinciaal adviseur ruimtelijke kwaliteit in Zuid-Holland. Van Dooren ziet zichzelf als een ‘kwaliteitsklever’, die ‘met een gezonde mix van volharding, inzicht en overtuiging vraagstukken van ruimtelijke kwaliteit op de agenda wil krijgen’.
Vier jaar
Rijksadviseurs worden in principe voor een periode van vier jaar aangesteld. In uitzonderingsgevallen is een verlenging van de aanstelling mogelijk. Van Spaandonk en Van Doorn zijn de opvolgers van Jannemarie de Jonge en Wouter Veldhuis die na hun termijn van vier jaar stoppen. Rijksbouwmeester Veenstra, later begonnen, blijft aan.
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Geen idee wat deze functie behelst of wat het schuift, maar de afgelopen 20 jaar was het niet het grootste succesnummer. Zie de windturbines die als hagelslag over het land worden uitgestrooid, de distributiedozen die ieder uitzicht vanaf de snelweg op het landschap ontnemen, de verrommeling als gevolg van de verzwaring van het elektriciteitsnetwerk en het lukraak neerplempen van woonflats.