De Utrechtse burgemeester Sharon Dijksma mocht geen dwangsom opleggen voor een digitale oproep tot ordeverstoring die een man in 2021 had gedaan. Dat staat in een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De rechtbank Midden-Nederland kwam eerder al tot dezelfde conclusie.
Raad van State fluit burgemeester Utrecht terug
Volgens de Raad van State mocht de Utrechtse burgemeester Sharon Dijksma geen dwangsom opleggen voor een digitale oproep tot ordeverstoring.

Geen openbare plaats
De man had destijds via Telegram opgeroepen tot een gewelddadige confrontatie met de politie in de Kanaalstraat. De burgemeester had de dwangsom opgelegd op grond van de Algemene plaatselijke verordening (APV) van Utrecht. Daarin staat dat het verboden is op een openbare plaats door uitdagend gedrag aanleiding te geven tot wanordelijkheden. In de toelichting staat dat met een ‘openbare plaats’ een voor het publiek toegankelijke plaats bedoeld wordt, zoals een weg, plein of park. De vraag was of een groepschat op Telegram een dergelijke openbare plaats is. De Raad van State concludeert dat dit niet het geval is.
Geen overtreding van APV
De APV biedt alleen de mogelijkheid om op te treden als iemand op een fysieke locatie oproept tot ordeverstoring, niet als die oproep digitaal wordt gedaan. De man heeft de APV dus niet overtreden. De Raad van State gaat ook niet mee in het standpunt van Dijksma dat het niet uitmaakt of de oproep digitaal of op locatie is gedaan, zolang de ordeverstoring zich maar op een fysieke plek afspeelt. Dit volgt namelijk niet uit de tekst van de APV, aldus de bestuursrechter. De gedraging die tot ordeverstoring leidt moet plaatsvinden op een openbare plaats, anders valt de gedraging niet onder het verbod in de APV.
Wetgever aan zet
De bestuursrechter begrijpt dat de burgemeester wil optreden tegen mensen die via sociale media oproepen of aanzetten tot ordeverstoring, maar dit APV-voorschrift kan daarvoor niet worden gebruikt. Het is ook niet aan de bestuursrechter om uit te gaan van de door de burgemeester gewenste uitleg van de APV. Het is aan de wetgever om een voorschrift vast te stellen dat op deze situatie toegesneden is. Kortom, het hoger beroep van de burgemeester is ongegrond verklaard en de burgemeester moet de proceskosten vergoeden en de griffierechten betalen.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.