Het leek niet te begrijpen. Amsterdam barst van de evenementen op cultureel, muzikaal en sportief terrein, maar legde het bij de verkiezing tot evenementenstad de afgelopen jaren af tegen Rotterdam (liefst drie keer), Utrecht, Den Haag, Dordrecht en zelfs Almere.
Amsterdam eindelijk gekozen tot evenementenstad
Zeven jaar lang moest hij uitleggen waarom Amsterdam het níet was geworden. Nu kan directeur Joost ter Waarbeek van de Stichting Nationale…
Het had te maken met de criteria voor jurering, legt Ter Waarbeek uit. Naast ‘harde criteria’ zoals de hoeveelheid evenementen, bezoekers en media-aandacht, stelde de jury ook ‘zachte’ eisen. Wat doet een stad er zelf aan om evenementen mogelijk te maken? Daar scoort Amsterdam slecht. ‘Veel steden hebben een speciale organisatie voor bijvoorbeeld stadspromotie, die evenementen ontwikkelt of aantrekt. Amsterdam heeft zo’n festivalbureau niet.’
Desondanks ontbreekt het de hoofdstad niet aan evenementen. Die komen, net als in alle Europese hoofdsteden, gewoon aanwaaien, zegt Ter Waarbeek. En Amsterdam heeft ervoor gekozen om te selecteren en faciliteren, maar niet zelf te organiseren. ‘Amsterdam doet het op een andere manier, maar heeft ook hele goede evenementen.’ Dat moet worden belood, vond de jury van onafhankelijke personen uit onder meer de evenementenwereld, het toerismeonderwijs en het Nederlands Bureau voor Toerisme.
Bij het beoordelen van de inzendingen valt op dat gemeenten steeds meer mede-initiator zijn geworden van evenementen. Ter Waarbeek: ‘Gemeenten trekken evenementen aan die passen bij het imago dat zij met hun stad willen uitstralen.’ Dat ziet hij bijvoorbeeld in Eindhoven, dat zich met Glow als vooruitstrevende technische stad presenteert. Maar ook in Europese modestad Arnhem, met de Mode Biënnale.
Gemeenten die in aanmerking willen komen om evenementenstad van 2009 te worden, doen er goed aan hun bijzondere evenementen onder de aandacht van de stichting te brengen. Grote stadspromotiefestiviteiten komen de jury toch wel ter oren, maar voor de Meerpaaldagen moet Dronten echt zelf even aandacht vragen, tipt Ter Waarbeek.
