ROB: rijk legt te veel druk op gemeente
Het rijk oefent permanent te veel druk uit op gemeenten waar het gaat om het sociaal domein. Daarmee helpt Den Haag de doelmatigheidswinst om zeep die met de decentralisatie van de taken op het gebied van jeugd, werk en zorg zou kunnen worden behaald.

Het rijk oefent permanent te veel druk uit op gemeenten waar het gaat om het sociaal domein. Daarmee helpt Den Haag de doelmatigheidswinst om zeep die met de decentralisatie van de taken op het gebied van jeugd, werk en zorg zou kunnen worden behaald.
'Vergaande normering en uniformering'
Die harde kritiek uit de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) in zijn recente advies over de herijking van het uitkeringsstelsel, oftewel de manier waarop gemeenten moeten worden bekostigd. De invoering van het Wmo-abonnementstarief, de verplichte taakstelling beschut werk en – meer recent – het plan van CDA-minister De Jonge (Volksgezondheid) om de jeugdzorg deels bij gemeenten weg te halen en te regionaliseren en te centraliseren, noemt de ROB als voorbeelden van ‘vergaande normering en uniformering vanuit de landelijke politiek.’
Verplichtingen
Dergelijke interventies doen volgens de onafhankelijke adviesraad afbreuk aan de beoogde gemeentelijke beleidsvrijheid die hoort bij de algemene uitkering. En dat niet alleen, daarmee verdwijnt het voordeel van decentralisatie en de bijbehorende doelmatigheidswinst. ‘Gelet op deze permanente druk van het rijk om bij te sturen en verplichtingen op te leggen, kan de vraag worden opgeworpen of bekostiging via de algemene uitkering wel een goede oplossing is.’
Eenzijdige ingrepen
Als het rijk het toch niet kan laten zijn stempel te drukken op het gedecentraliseerde sociaal domein, dan is een decentralisatie-uitkering een betere manier van financieren. Dat maakt de spanning tussen wensen en verwachtingen van rijk en gemeenten duidelijker. Bovendien zorgt het ervoor dat omvang en verdelingsdiscussies dan in samenhang kunnen worden opgepakt, waarbij dan ook vraagstukken over het effect van rijksbeleid op de lokale zorgvraag aan de orde kunnen komen. Het biedt volgens de ROB in elk geval een betere garantie voor een dialoog dan de nu door het rijk eenzijdig opgelegde ingrepen. En, minstens zo belangrijk, het biedt decentrale overheden ook een aangrijpingspunt om het rijk aan te spreken op de verdeling en de omvang van het beschikbaar gestelde bedrag.
Aanpassing wet
Een decentralisatie-uitkering binnen het gemeentefonds is volgens de ROB de meest geëigende bekostigingsvorm bij taken waarbij het rijk een stelselverantwoordelijkheid heeft en op grond daarvan beleidsdoelen heeft geformuleerd. Er gelden geen bestedingsvoorwaarden bij een decentralisatie-uitkering, maar het rijk kan wel beleidsinformatie opvragen. Dit om een oordeel over de effectiviteit van het beleid als geheel te kunnen geven. Dat moet overigens volgens de Raad wettelijk wel beter worden geregeld.
Splitsing gemeentefonds
In een eerder advies wees de Raad er al op dat het een goede zaak zou zijn als het rijk een pas op de plaats zou maken met de volledige integratie van het sociaal domein in de vrij besteedbare algemene uitkering. In dat advies suggereerde de ROB de optie van een splitsing van het huidige gemeentefonds in een klassiek deel voor meer collectieve lokale voorzieningen met relatief veel beleidsvrijheid en een brede sociaal domeinuitkering met herkenbare onderdelen voor meer persoonlijke voorzieningen.
Wat mij betreft mogen aan de decentralisatie-uitkering ook bestedingsvoorwaarden worden gekoppeld. De betaler moet ook kunnen ingrijpen als zijn middelen niet aan het door hem bepaalde wordt uitgegeven.