Het havenbedrijf wordt nu geleid door bestuurders van de provincie Zeeland en de gemeenten Borsele, Terneuzen en Vlissingen. Als het havenbedrijf zelfstandig zouworden, zouden de bestuurders niet langer in een ‘spagaat’ staan tussen het bedrijf en gemeente of provincie.
Havenschap Zeeland wil zelfstandig verder
Het bestuur van het Havenschap Zeeland Seaports wil dat het Zeeuwse havenbedrijf een NV wordt. Een zelfstandig bedrijf zou…
Het is nog niet bekend of de betrokken overheden instemmen met het voorstel om genoegen te nemen met een gewoon aandeelhouderschap van een NV, in plaats van de huidige rol als bestuurder van een publiek orgaan. ‘Wij willen die discussie met de betrokken overheden voeren’, zegt bestuursvoorzitter Toine Poppelaars van het havenschap Zeeland Seaports.
Als belangrijk nadeel van de huidige structuur ziet Poppelaars de spagaat waarin bestuurders nu terecht kunnen komen. ‘Nu kun je de situatie krijgen dat een bestuurder van ons een milieuvergunning aanvraagt die hij als wethouder zou moeten of willen weigeren. Dat is een lastig pakket.’
Poppelaars erkent dat een andere structuur het eigenlijke belangenconflict niet wegneemt tussen verschillende lokale belangen of tussen commerciële en bijvoorbeeld milieuafwegingen. Maar volgens Poppelaars wordt het wel ‘veel helderder’ als bestuurders geen dubbele pet meer op hebben.
Als het havenbedrijf een NV wordt, betekent dit niet dat de overheden geen stem meer zouden hebben in het beleid. ‘Wij pleiten niet voor privatisering, maar voor verzelfstandiging. Als aandeelhouders kunnen de gemeenten en de provincie invloed blijven uitoefenen’, zegt Poppelaars.
Een van de heikele punten waar een verzelfstandigd havenbedrijf mee te maken zou kunnen krijgen is de doorgaans hogere salariëring van de bestuurders. Dit zou volgens Poppelaars een rol kunnen spelen in de discussie met de overheden, maar het hoeft volgens hem geen struikelblok te zijn. ‘Een publieke aandeelhouder kan dat soort dingen gewoon regelen, we gooien het bedrijf niet over de schutting.’ Bovendien, zo zegt Poppelaars, staan er tegenover de mogelijk hogere uitgaven ook positieve zaken, zoals eventueel dividend.
