Advertentie
financiën / Achtergrond

‘Geen verhaal, geen geld’

Zo Randstadgericht als we in Nederland zijn, zo regiogericht is Brussel. En daar plukt Hengelo de vruchten van, zegt de D66-wethouder Claudio Bruggink.

19 april 2019
geld delen
Shutterstock

Geen gemeente is zo succesvol in Brussel als het Overijsselse Hengelo. De Tukkers kregen sinds 2014 150 euro per inwoner van de EU. ‘Maar dat geld komt niet uit de lucht vallen’, zegt wethouder Claudio Bruggink. ‘Je moet wel over je gemeentegrens heen willen kijken.’

Hengelo triomfeert in Brussel

Wie zou het weten in de Randstad? In Brussel weten ze het in ieder geval wel. Wat? ‘Dat een van de grootste binnenhavens van Nederland in Twente ligt, hier in Hengelo’, zegt wethouder Claudio Bruggink (51). ‘Daardoor zijn we een knooppunt in een van Europa’s hoofdtransportcorridors.’ Brussel ziet zo veel brood in Twente en Hengelo dat ze vorig jaar 11 miljoen euro subsidie gaf voor de verbreding van het Twentekanaal en het opknappen van de binnenhavens van Hengelo en Almelo. ‘Dat geld komt niet zomaar uit de lucht vallen. Ik ken genoeg steden met de omvang van Hengelo die zeggen: “Hier gebeurt het en verder niet.” Je moet wel de ramen openzetten en over je gemeentegrens heen willen kijken.’

Zo Randstadgericht als we in Nederland zijn, zo regiogericht is Brussel. En daar plukt Hengelo de vruchten van, zegt de D66-wethouder. ‘Hengelo mag soms ver weg zijn voor Den Haag, voor Brussel zijn we dichtbij. Brussel is overal in de regio.’ Wethouder Bruggink is onder andere belast met regionale samenwerking en internationale en nationale belangenbehartiging. Daarvoor hoeft hij niet iedere week naar de hoofdstad der Belgen. ‘Ik ben hooguit twee keer in het jaar in Brussel; mobiliteitscollega Gerard Gerrits is er veel vaker. We hebben er een lobbyist en we gaan als regiobestuurders ook met de bus naar Brussel. Dat is niet genoeg. Je moet hier in Twente een groep ambtenaren hebben die inspeelt op ontwikkelingen in Brussel en Den Haag en daarin de kansen ziet voor Hengelo en Twente. Wat is er Europees mogelijk? Hoe waait de wind? Welke potjes zijn er? Hoe past ons verhaal daarin – én dat van Twente en Münsterland? Ambtenaren bouwen de dossiers op; als bestuurder bemoei je je ermee als zaken bestuurlijk moeten worden afgestemd en afgehamerd.’

Hengelo en Enschede lopen voorop als het gaat om het vrijmaken van ambtelijke capaciteit om in Den Haag en Brussel te lobbyen voor Twente, vindt Bruggink. Helemaal toevallig is het volgens hem niet dat Hengelo zo veel EU-subsidie heeft ontvangen. ‘In het gemeentehuis houden vijf mensen zich fulltime met provinciale, nationale en internationale subsidies en lobby bezig. Dat is voor een gemeente met de omvang van Hengelo veel. We doen het al jaren goed. Niet alleen Hengelo, maar de regio Twente. We staan op de kaart en we laten ons zien in Brussel. Dat doe je niet als Hengelo alleen. Dat lukt never nooit. Je haalt als gemeente Hengelo geen miljoenen binnen voor een kanaal. Dat lukt je alleen als je samenwerkt met alle betrokken partijen – regio, provincie, Den Haag, gemeenten, bedrijfsleven.’

Harde lobby
Hengelo maakt gebruik van vier EUregelingen, en dat levert de Overijsselse gemeente (bijna 81.000 inwoners) veel op. Vanaf het begin van de huidige Europese programmaperiode (2014-2020) tot 1 juli vorig jaar kende de EU 197 miljoen euro toe aan organisaties in Twente. De regio ontvangt jaarlijks zo’n 52 miljoen euro subsidie uit Brussel. Dat is 82 euro per inwoner. Daarnaast verstrekt de Europese Investeringsbank jaarlijks zo’n 86 miljoen euro aan leningen en garanties aan het MKB en aan infrastructuurprojecten. ‘Europa investeert dus jaarlijks 117 miljoen euro in deze regio’, concludeert de oudsecretaris- directeur van de Rekenkamer Oost.

Bruggink: ‘Brussel ziet dat Twente, en Hengelo ligt daar middenin, een bedrijvige regio is aan de grens met Duitsland. Wij zeggen wel eens gekscherend: “Het westen van Nederland ligt plat als de bouwbusjes uit Twente niet meer over de A1 komen aanrijden.” De regio presteert beter dan de Nederlandse economie als geheel. Brussel ziet dus wat de steun oplevert. Maar die steun krijg je alleen als je een goede regionale agenda en een goed netwerk hebt. En: geen verhaal, geen geld.’ Hengelo en Twente hadden kennelijk een goed verhaal bij het Twentekanaal en de binnenhavens binnen de North Sea Baltic Corridor (de transportverbinding van Rotterdam richting Polen en Helsinki). En dus komt 11 miljoen naar Twente uit de pot van de Connecting Europe Facility, een fonds dat de EU gebruikt om ‘groei, banen en concurrentievermogen’ te vergroten met gerichte investeringen in de regionale infrastructuur. Europa investeert in Twente en Hengelo, maar de Nederlandse minister van Infrastructuur en Waterstaat doet dat ook.

Vorige maand meldde het ministerie dat 72 miljoen euro extra naar de verbetering van het Twentekanaal gaat. Het totale kanaal- en havenbudget komt daarmee op 180 miljoen euro, waarmee de vaarroute door Twente vanaf volgend jaar geschikt moet worden gemaakt voor schepen met een diepgang tot 2,8 meter. (Eigenlijk had de verbetering van het Twentekanaal al gestart moeten zijn, maar de gunning werd in 2017 afgeblazen omdat er veel onduidelijk was over de beheersing van het grondwater.)

Hengelo's pitch is dat íedereen wel vaart bij de verruiming van het 65 kilometer lange kanaal: Hengelo, de regio, Brussel en Den Haag. Bruggink: ‘We hebben er hard voor gelobbyd, want het Twentekanaal is een levensader van deze regio. De containerbelading van de schepen kan door de renovatie van het kanaal en de kades worden vergroot en de schepen kunnen sneller doorvaren. De grotere schepen kunnen straks terecht in onze containeroverslag en op nieuwe bedrijventerreinen in Almelo. En zo kom je op het belang voor Den Haag en Brussel: hoe meer goederen er over het water gaan, hoe minder over de weg. Rijkswaterstaat heeft berekend dat er dagelijks negenhonderd minder vrachtwagens op de weg zullen zijn. Dus minder files en minder luchtvervuiling,’

Het vervoer over water is in kannen en kruiken. Twente heeft met een regiodeal dertig miljoen in de wacht gesleept in Den Haag. Het vervoer over de weg gaat met de versnelde verbreding van de A1 Oost ook de goede kant op. Blijft over: het spoor. ‘De treinverbinding tussen Amsterdam en Berlijn is niet van deze tijd. Je zit zes uur en twintig minuten in de trein. De locomotief moet in Bentheim aan de grens worden gewisseld. Je stopt geloof ik vijftien keer. Het moet en kan veel sneller.’ Met financiële steun van Brussel, hoopt hij. ‘Europa heeft verschillende corridors uitgezet. Eén is dus de Baltische corridor van Rotterdam naar Polen en Helsinki, een andere is de vervoerscorridor Amsterdam- Berlijn. Het Twentekanaal loopt niet door naar Duitsland, maar de spoorlijn Amsterdam-Berlijn is echt een internationale aangelegenheid. Wat we ook doen: we praten eerst met de provincie, en vervolgens praten we in Duitsland en lobbyen we in Brussel. Dat doet collega-wethouder Gerrits samen met Noordrijn-Westfalen.’

Hartaanval
Arnhem is in de markt, met Duisburg, maar de hogesnelheidstrein zou wel via de logistieke ‘draaischijven’ Hengelo en Hannover van Amsterdam naar Berlijn moeten blijven rijden. Waarom? Bruggink: ‘Door de treinverbinding Amsterdam-Berlijn te versnellen, richten we onze economische infrastructuur echt anders in. Dat geldt trouwens ook voor supersnelle verbindingen met het noorden en zuiden van ons land. Het land gaat open als je vanuit deze regio binnen een uur van deur tot deur in Amsterdam kunt zijn. Mensen die nu nog in Amsterdam moeten wonen, willen denk ik graag naar Twente, maar dan moet je hier wel snel kunnen komen. Je maakt Nederland sterker als je haar als compleet Nederland ziet. Je haalt de druk van het westen.’

Zonder een goede verstandhouding met de Duitse buren komt de hogesnelheidsverbinding tussen de twee hoofdsteden er niet, weet ook Bruggink. Relaties maken en onderhouden in Brussel en bij de oosterburen is zijn werk als wethouder voor regionale samenwerking en internationale belangenbehartiging. Hij is geen kind aan huis bij de Ratsmitglieder in Münster en Osnabrück, maar er wordt door en binnen de Euregio volop gelobbyd en gewerkt aan samenwerking, benadrukt Bruggink. ‘Dat gaat met horten en stoten. Vakmensen die geen erkenning krijgen van hun diploma’s; de verpleegkundige hier en de verpleegkundige daar – twee werelden. Er mag geen stroom van Duitse windmolens naar Twente. We hebben last van veel onlogische wetgeving. Ook hier hebben we Brussel nodig, want de grens die er niet meer is houdt nog veel te veel tegen. Maar, we mogen best onze successen vieren.

Een Nederlander met een hartaanval kan nu in een Duits ziekenhuis terecht als hij daar met een Duitse ziekenauto sneller kan zijn dan in een Nederlands ziekenhuis. En vice versa natuurlijk. De maximale aanrijtijd is hierdoor in een gebied teruggebracht van dertig naar vijf minuten.’ De ‘grensontkennende’ samenwerking binnen dit project ‘Spoedzorg zonder grenzen’ blijft ook zonder Brussel bestaan, maar één ding is volgens de wethouder zo klaar als een klontje: het project was er nooit gekomen zónder Brussel. ‘De Europese structuurfondsen vervullen een essentiële rol, want zij maken grensoverschrijdende samenwerking mogelijk. Voor de Nederlands- Duitse grensregio is van 2014 tot volgend jaar een potje met maar liefst 440 miljoen euro beschikbaar. Dit zogenoemde INTERREG A-fonds staat in Brussel en Den Haag onder druk', zegt hij. ‘Het is geen onderwerp waarmee politici stemmen trekken, maar een grote reductie van het fonds zou een enorme aderlating voor de regio zijn.’

Harde lobby
Bestuurders mogen vreugdedansjes maken en RTV Oost en Tubantia mogen berichten over de successen in Brussel en de spoedhulp in de grensstreek, de Twentse kiezers geven er bitter weinig om. De D66-wethouder weet dat hij op campagne voor de Europese verkiezingen op de markt van Hengelo geen vrienden maakt met een verhaal over de zegeningen van Brussel. Het eurosceptische Forum voor Democratie was bij de recente Statenverkiezingen de grootste partij in Hengelo. De PVV behaalde meer stemmen dan D66 – net als in Enschede, ook zo’n Europagezinde stad. Stank voor dank, zou je zeggen.

Bruggink: ‘Er is een verkeerd beeld dat we alleen maar betalen aan Europa en niets terugkrijgen. Het is zonneklaar dat Nederland meer betaalt dan het terugkrijgt, maar het is echt niet zo dat het EU-geld alleen maar naar Polen en Roemenië gaat. Wij hebben in Twente veel aan Brussel te danken. Dat verhaal wil ik luid en duidelijk vertellen. Zonder de miljoenen uit Brussel was er niets met het Twentekanaal gebeurd. Dankzij subsidie van de EU kunnen we in de grensstreek levens redden.’


CV
Claudio Bruggink (Zürich, 1967) studeerde van 1986 tot 1992 bestuurskunde aan de universiteit Twente, waarna hij in Rotterdam twee jaar bedrijfsvoering studeerde. Bruggink werkte van 1998 tot 2005 bij het ministerie van Financiën. Hij was van 2005 tot 2014 secretaris- directeur van de Rekenkamer Oost. In 2010 werd hij raadsvolger voor D66 in Almelo, waarna hij 2014 een paar maanden raadslid was. In juni van dat jaar werd hij wethouder in Almelo. In maart 2016 werd Claudio Bruggink wethouder duurzaamheid en milieu, jeugd, onderwijs, sport, bedrijfsvoering, regionale samenwerking en internationale en nationale belangenbehartiging in Hengelo.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie