Advertentie
financiën / Column

Draai

Het argument tegen arbitrage ‘het rijk wil het niet’ is uiterst zwak. Sterker nog, dat argument toont juist de noodzaak van arbitrage aan! Het probleem in de relatie tussen rijk en gemeenten is namelijk dat het rijk zijn eigen belang te vaak voorop stelt. Niet het landsbelang maar het belang van de centrale overheid.

20 augustus 2021

‘De Raad van State heeft een ontwikkeling in denken doorgemaakt. In 2016 was de raad nog voorstander van arbitrage of bemiddeling bij geschillen tussen het rijk en de gemeenten. Maar in de gedecentraliseerde eenheidsstaat wil het rijk het laatste oordeel niet uit handen geven. Daar houdt de raad rekening mee. Dus nu keert de raad zich tegen arbitrage bij geschillen’.

Dat zegt Jan Franssen in zijn afscheidsinterview als lid van de Raad van State. Hij draait er niet omheen: de Raad van State heeft een draai gemaakt. En hij geeft er ook de echte reden bij. Die eerlijkheid is te prijzen. En daardoor maakt hij verdere discussie mogelijk. Helaas ontstond na dat interview die discussie niet. Geen enkele burgemeester, geen enkele wethouder, geen enkel gemeenteraadslid reageerde op de draai. En dat is jammer.

Want het argument tegen arbitrage ‘het rijk wil het niet’ is uiterst zwak. Sterker nog, dat argument toont juist de noodzaak van arbitrage aan! Het probleem in de relatie tussen rijk en gemeenten is namelijk dat het rijk zijn eigen belang te vaak voorop stelt. Niet het landsbelang maar het belang van de centrale overheid.

Dat was bijvoorbeeld de aanleiding voor de toeslagenaffaire. En dat is ook de reden dat de gemeenten al jarenlang veel moeten bezuinigen. De enige arbitragezaak die er is geweest, over het jeugdzorgbudget, toont het nut van arbitrage. Des te fanatieker zouden burgemeesters, wethouders en gemeenteraadsleden voor arbitrage moeten pleiten.

De argumenten waarmee de raad in 2016 arbitrage adviseerde bij geschillen tussen rijk en gemeenten, gelden nog steeds. De enige overweging tegen arbitrage blijkt: het rijk wil het niet. Deze overweging getuigt niet van kracht en zelfbewustzijn van de Raad van State.

Als die alleen maar adviseert wat het rijk wil horen, dan is hij volkomen overbodig. Sterker nog, dan brengt de Raad van State het landsbelang schade toe. Het rijk hoeft namelijk hierdoor niet in te gaan op de argumenten voor arbitrage, maar kan verwijzen naar het standpunt van de Raad van State dat arbitrage niet aan te raden is. Zo is een vicieuze cirkel in elkaar gedraaid. Het rijk is tegen omdat de Raad van State er negatief over adviseert, en de Raad adviseert negatief omdat het rijk tegen is.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie