Rombouts: ‘Cultuur motor economische groei’

Burgemeester Ton Rombouts van Den Bosch vindt dat cultuur de motor achter de groei en ontwikkeling in de steden en regio’s kan zijn. Hij pleit voor meer aandacht voor cultuur en creativiteit in de Europa 2020-strategie.

Belang creatieve clusters

De CDA-burgemeester hield dat pleidooi als voorzitter van de commissie jeugd, onderwijs, cultuur en onderzoek van het Comité van de Regio's op een conferentie in Litouwen over cultureel beleid. Volgens hem zijn steden en regio's in veel gebieden van Europa niet alleen goed voor het geld dat aan cultuur wordt uitgegeven, ‘maar ook als proeftuin fungeren voor culturele en creatieve experimenten en een hoofdrol spelen in de opzet van culturele en creatieve clusters.’ Als voorbeeld gelden YES!Delft, een hightech ondernemerscentrum in Delft dat met steun van de gemeente en in samenwerking met gevestigde Nederlandse bedrijven de ondersteuning biedt die nodig is om van een startende onderneming een 'leading firm' te maken.

Sleutelrol lokale overheden

Lokale en regionale overheden spelen in zijn ogen een sleutelrol spelen in de bevordering van cultuur in hun regio, vooral wat het behoud van het culturele erfgoed en het stimuleren van artistieke innovatie betreft. ‘De culturele en creatieve sector is van belang voor regio's en steden en vice versa. Decentrale overheden zijn verantwoordelijk voor zo’n 65 procent van de openbare uitgaven voor culturele activiteiten en voor meer dan 30 procent van de steun aan ondernemingen’, aldus Rombouts. Lokale overheden spelen verder een grote rol op het gebied van infrastructuur – repetitieruimtes, podia en productieruimtes – , strategie en planning – initiatieven om de sector te ontwikkelen – en steun aan artistieke en culturele centra en investeringen in nieuw talent.

Centrale plaats steden en regio's

Met betrekking tot 'culturele clusters' en 'creatieve districten' is het volgens Rombouts een goede zaak ‘om steden en regio's een centrale plaats te geven in kennisnetwerken, ten einde optimaal gebruik te kunnen maken van het vrije verkeer van ideeën, kapitaal en mensen in de globale netwerkeconomie. Steun van lokale en regionale overheden is van vitaal belang voor de ontwikkeling van dergelijke clusters, maar deze dienen ook te worden verbonden met Europese en globale kennisnetwerken teneinde hun doeltreffendheid te vergroten.’