Er tekent zich een kentering af in de beschikbaarheid van geografische gegevens voor commerciële toepassingen. Dat bleek dinsdag tijdens de conferentie ‘Geo-data, van verstrekking naar toegang’.
Doorbraak bij geo-data
Er tekent zich een kentering af in de beschikbaarheid van geografische gegevens voor commerciële toepassingen.
Onder de naam die de conferentie draagt loopt een project in het innovatieprogramma ‘Ruimte voor Geo-informatie’. Dat project is bedoeld om de Nationale Geo-Informatie Infrastructuur te bevorderen. Tevens wil het een impuls geven aan ‘het geo-kennisveld in Nederland voor een adequaat en efficiënt bestuur en een krachtig bedrijfsleven’.
De universiteiten van Delft en Wageningen en TNO werken samen met bedrijven en adviesbureaus (Arcadis, Bridgis, Capgemini, Ecorys en The SmartAgent Company) om organisatorische, juridische en financiële belemmeringen te verkennen bij de toegankelijkheid van – vaak door overheden beheerde – geografische data. Op de conferentie dinsdag kwamen ze met een tussenstand.
Potentie
Iedereen is ervan overtuigd dat de geo-informatiesector grote economische potentie heeft. Maar bedrijven hebben moeite om aan de grondstof voor producten en diensten te komen. De Wet openbaarheid van bestuur stelt weliswaar dat overheidsgegevens in beginsel beschikbaar zijn, maar de Auteurswet en Databankenwet laten het stellen van allerlei voorwaarden toe, vaak van financiële aard. Daarbij komt dat het rijksbeleid tamelijk eenduidig is, maar bedrijven bij de ene gemeente een bestand gratis krijgen en er bij de andere fors voor moeten betalen.
Het project propageert voor commercieel gebruik van geo-data een nieuw concept. Beheerders verstrekken daarbij hun bestanden niet aan bedrijven, maar geven er toegang toe voor het ICT-matig stellen van vragen.
Cees Guikers, directeur van Bridgis en bestuurslid van het Bedrijvenplatform Geo-Informatie (penvoerder van het project), noemde als voorbeeld het risicoregister gevaarlijke stoffen, dat kan aangeven of een opgegeven adres in een risicozone ligt. De Gemeentelijke Basis Administratie persoonsgevens weet hoeveel mensen er in een zekere geluidscontour wonen, de Waardering Onroerende Zaken-registratie bevat de waarde van onroerende zaken en het Kadaster kent de gemiddelde perceelgrootte in een zeker gebied. Men hoeft de data niet te hebben om er zijn voordeel mee te kunnen doen, luidde de boodschap en dat zou de juridische kant wel eens behoorlijk kunnen vergemakkelijken.
Investeringen
Jan Moelker (Binnenlandse Zaken) kon zich in die benadering vinden. Noud Hooyman (VROM) omarmde ruime databeschikbaarheid ook, maar vreest voor de kosten van het robuust maken van intensief extern bevraagde systemen.
Daniël van de Vlag (Arcadis) stelde overigens dat Nederland met webservices, die voor deze opzet nodig zijn, ver achterloopt en bepleitte forse investeringen om het buitenland in te halen. (Peter Mom)