Advertentie
digitaal / Nieuws

De potentie van beschermde overheidsdata

ANALYSE - De datastrategie is ‘niet bedoeld om een onbegrensde datahonger te stimuleren’.

31 oktober 2022
data
Shutterstock

Overheden willen meer doen met data. De ambitie is er al jaren, maar langzamerhand begint de manier waarop steeds meer vorm te krijgen. Europa probeert dat in goede banen te ­leiden, maar de druk is er aan alle kanten. Met name beschermde overheidsdata heeft potentie.

Senior Kwaliteitsmedewerker Control

Gemeente Goes
Senior Kwaliteitsmedewerker Control

Programmadirecteur

Nationaal Programma Roosendaal via Geerts & Partners
Programmadirecteur

Ambities

Gemeenten werken steeds meer datagedreven, merkt de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Overheden zien hierin oplossingen voor de grote opgaven waar ze voor staan. De Waarderingskamer ­merkte medio dit jaar op dat er steeds meer interesse is bij publieke en private ­organisaties voor de gegevens in het WOZ-waardeloket.

De Waarderingskamer schrijft aan staatssecretaris Marnix van Rij (Fiscaliteit en Belastingdienst, CDA): ‘Het bieden van een ruimere mogelijkheid om diverse partijen te autoriseren om dit soort gegevens uit de Basisregistratie WOZ te gebruiken, kan naar onze mening bijdragen aan het bereiken van de ambities die dit ­kabinet heeft gericht op een federatief ­datastelsel.’

Afspraken

Het federatief datastelsel is een stelsel van afspraken en voorzieningen om data zo goed mogelijk te kunnen ontsluiten. Zo kan data efficiënt uitgewisseld worden en voldoet de manier van werken aan de logica van Common Ground, waarbij niet elke overheid oplossingen en systemen voor zichzelf gaat ontwikkelen. Het ontwikkelen van het federatief datastelsel is, zo wordt beschreven in de Interbestuurlijke datastrategie die de overheid in oktober 2021 publiceerde, ‘noodzakelijk om het potentieel van (met name beschermde) overheidsdata optimaal te benutten’.

De groeiende datahonger kan voor een ongemakkelijk gevoel zorgen. Zeker wanneer wordt benadrukt dat vooral beschermde overheidsdata de interesse heeft. De data­debacles van SyRI en de zwarte lijst van de Belastingdienst staan immers nog vers in het geheugen, en de zoektocht naar zo veel mogelijk gekoppelde data lijkt verdacht veel op wat techgiganten als Google en Facebook aan het doen zijn.

Slechts vier op de tien Nederlanders staan positief tegenover het digitaal delen van overheidsgegevens van burgers, blijkt uit het onderzoek ‘Regie op gegevens’ (onder 1495 mensen) dat het ministerie van Binnenlandse Zaken recent publiceerde. Vier op de tien twijfelen en twee op de tien weigeren. ‘De houding wordt sterk ­bepaald door het privacy-bewustzijn en vertrouwen dat men in digitaal delen van gegevens heeft.’

Gebrekkige informatiehuishouding

Dat de overheid zich bewust is van het ongemak, blijkt al uit de Interbestuurlijke datastrategie. In elk hoofdstuk worden uitgebreid de risico’s benoemd - het wekt de indruk dat de overheid zelf net zo veel ongemak ervaart bij vergaande datadeling. Maar er is nog ander gevaar: dat dit níét lukt.

Neem de vergelijking die de Universiteit Leiden onlangs maakte van ­Nederland met zes andere landen om te kijken wat er te leren valt over de openbaarheid van overheidsinformatie. Ze schrijven onder meer dat in Nederland de gebrekkige informatiehuishouding ervoor zorgt ervoor dat informatieverzoeken veel tijd en moeite kosten.

Het ongemak en de complexiteit ­kunnen zorgen voor uitstelgedrag (wat zich bij de overheid vaak uit in het schrijven van rapporten van honderden ­pagina’s lang die vervolgens in een la verdwijnen).

Geen regie

Als verandering uitblijft, kunnen zich ­vervelende situaties gaan voordoen. Een suggestie van wat dat zou inhouden, is te vinden in de API-strategie (een soort voorloper van de interbestuurlijke datastrategie): hogere kosten, een groter kans op fouten en datalekken, meer moeite om beleid te vernieuwen, een afhankelijkheid van leveranciers, en ­bedrijven en personen die geen regie ­hebben over ­gegevens.

De druk om data van overheden te gebruiken is groot, en die druk zal alleen maar groter worden. Ondanks de complexiteit en het ongemak moet er een ­manier ­gevonden worden om het, zonder veel ­vertraging, in goede banen te leiden.

Meer openheid is daarbij alvast een goede stap, hoewel dat voor Nederlandse overheden vaak moeilijk lijkt. Maar de controleurs moeten in een positie komen om de stappen naar een nieuw stelsel te controleren.

Lees het volledige verhaal in nummer 20 van Binnenlands Bestuur.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie