Advertentie
carrière / Column

De prijs van de achteloze toevoeging

Een extra toevoeging aan een criterialijst maakt niet het verschil in de beoordeling, maar misschien wel voor degene die eraan moet voldoen.

28 maart 2022

Aanbestedingen. Ik vind het nog steeds een drama, hoewel er in de jaren dat ik ze vermeed veel verbeterd is. Weer moet ik tientallen pagina’s aan informatie aanleveren, waarvan er welgeteld vier (!) gaan over wat we daadwerkelijk willen doen. Op basis van die vier pagina’s bepaalt de beoordelingscommissie hoe hoog het aanbod scoort op kwaliteit, wat samen met het team en de prijs bepaalt wie de aanbesteding ‘wint’. De kans is echter groot dat die vier A4'tjes de beoordelingscommissie nooit zullen bereiken, omdat de inschrijving al eerder is afgevallen. Op basis van een enorme hoeveelheid uitsluitingsgronden en geschiktheidseisen, die soms achteloos aan het eisenpakket toegevoegd lijken te zijn.

Als je eerder gefraudeerd hebt of je belastingen niet op tijd betaald hebt mag je bijvoorbeeld niet meedoen. Dat is wellicht goed te begrijpen, maar tussen de waslijst met criteria zitten ook een heleboel eisen waarvoor dat minder vanzelfsprekend is. Is het noodzakelijk voor de uitvoering van de opdracht dat de inschrijvende organisatie ISO-gecertificeerd is? Moet een digitale leeromgeving echt voldoen aan Internet Protocol 6 of voldoet Protocol 5, waar duizenden andere organisaties op draaien, eigenlijk ook prima?

Natuurlijk is er veel voor te zeggen om voor maximaal te gaan. Kwaliteit en veiligheid staan immers voorop. Als overheid heb je bovendien een voorbeeldfunctie en met je inkoopbeleid kun je andere partijen stimuleren om net dat tandje extra bij te zetten. Maar elk van die tandjes erbij heeft ook een prijs. Om te voldoen aan een bepaald keurmerk of certificaat moet een organisatie vaak een maandenlange procedure doorlopen en flink in de buidel tasten. Met als gevolg dat kleinere of jongere organisaties al bij voorbaat buiten de boot vallen, omdat ze niet altijd de menskracht, middelen of tijd hebben om aan de eisen te voldoen. Ongeacht de kwaliteit die ze leveren. Nu kun je zeggen dat dit soort eisen ook veel zeggen over de kwaliteit van de inschrijvers. Maar anders dan bij de weging van de inhoudelijke kwaliteit gaat het hier om zero-sum uitsluitingsgronden. Voldoe je er niet aan, dan is de inschrijving meteen ongeldig. Waarmee die ISO-certificering en die hogere Internet Protocol versie feitelijk zwaarder wegen dan de inhoudelijke kwaliteit.

Dit soort toegevoegde eisen of vragen kom je niet alleen bij aanbestedingen tegen. Registraties die elk per stuk slechts een paar minuten kosten, maar samen zo een uur per dag in kunnen nemen. Vragenlijsten waarvan maar de helft van de vragen echt relevant is voor de klus die geklaard moet worden. Informatie die verzameld wordt, waar vervolgens niets mee gedaan wordt. En dat is zonde. Niet alleen zonde van ieders tijd en de kosten waar we elkaar op jagen. De belangrijkste kosten zitten hem in het afhaken van inschrijvers en medewerkers. In de prijs van de gemiste match. Omdat je niet uit de beste partijen kunt kiezen, omdat die niet mee kunnen doen. In de aantasting van het werkplezier, waardoor medewerkers de overheid verlaten. Kosten die we vaak over het hoofd zien als we achteloos een vraag of eis toevoegen.

Draai het eens om. Ga voor minimaal. Noteer alleen het hoogst noodzakelijke. Stel alleen eisen die essentieel zijn om de kwaliteit en veiligheid te garanderen. Verzamel alleen het onmisbare. Begin bij de ‘need to know’. En vraag je vervolgens bij elke vraag of eis die je toe wilt voegen af wat de kosten daarvan zijn. Niet alleen in tijd en geld, maar ook in onnodige afhakers, onbedoelde uitsluiting en onder regeldruk bezwijkende collega’s. En vraag je dan af of je die kosten ervoor over hebt.

Reacties: 2

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Toine Goossens
Een belangrijk artikel waarmee opnieuw is aangetoond hoe desastreus wantrouwensgedrag op het functioneren van de samenleving heeft. Ooit was de belastingdienst een prettige organisatie waarmee je open en eerlijk aangifte- en betalingsproblemen kon bespreken. Waarmee je open en eerlijk naar een voor beide partijen hanteerbare oplossing kon werken. Na het tot drie keer toe rigoureus aan de kaak stellen van praktische regelingen die de belastingdienst soms trof, was dat afgelopen. De organisatie veranderde in een iedereen als crimineel behandelde club. Het toeslagenschandaal is daar het meest verontrustende gevolg van.

Sturen op vertrouwen levert, de verschillende modellen van de speltheorie laten dat overduidelijk zien (Matt Ridley, De oorsprong van de moraal, 1996). De Nederlandse cultuur om niet te leren van fouten, maar fouten als een onaanvaardbaar iets te bestempelen, heeft tot de huidige wantrouwenscultuur geleid. De overheid hoeft maar ietwat fout te doen of zij krijgt een horde hijgende burgers over zich heen die hun NIMBY belangen voorop stellen. Ook de strategie van een aantal milieu- en natuurfanaten die altijd de confrontatie zoeken en nooit de samenwerking heeft heel Nederland in de greep van wantrouwensgedrag gedreven. Media zijn namelijk tuk op dat soort dingen, samenwerking, ten onrechte achterkamertjes genoemd, levert hen geen lezers of kijkers op.

En net zo simpel om het anders te doen. Bij iedere aanbesteding staat de inhoud van het werk of product voorop. Inderdaad Boukje Keijzer, begin daarmee en doe een lichtere toets op integriteit. Aanbieders die met goede proposities komen, en in aanmerking komen voor een opdracht, krijgen vervolgens de dieper gaande vragen om integriteit te waarborgen.

Het te laat betalen van belastingen mag geen primair criterium zijn. Wie te laat betaalt krijgt een boete. Het 'ne bis in idem' beginsel is vervolgens in ons rechtssysteem het systeem om niet een 2e keer beboet te worden voor hetzelfde feit. Uitsluiting van deelname aan een economische activiteit is een straf. Dat zou zo maar in strijd met 'ne bis in idem' kunnen zijn.

De modellen van de speltheorie laten zien dat het maken van een fout de vertrouwensrelatie niet hoeft te verstoren. De fout kan een vergissing zijn. Zelfs een 2e of 3e fout kan een vergissing zijn, en fouten die een identieke oorzaak hebben zijn als één vergissing te beschouwen.
Pas bij herhaaldelijk en/of bewust fout handelen is het treffen van een maatregel als uitsluiting passend. Je moet het vertrouwensgedrag namelijk beschermen door notoire verraders uit te sluiten.
Toine Goossens
Is de aanbestedingswet al gemeld voor het traject 'Weg met hardvochtige wetten'? Zo niet dan nog gauw doen.
Advertentie