Overslaan en naar de inhoud gaan

Mug, olifant, kanon

Grote woorden, overtreffende trap: welke woorden blijven er na een tijdje nog over?

Woorden doen ertoe wordt vaak gezegd. Ik verzucht het soms als ik onze volksvertegenwoordigers weer eens heel grote woorden hoor gebruiken. ‘Onaanvaardbaar! Stuitend! Asociaal!’ klinkt het regelmatig in de plenaire zaal van ons democratisch huis. Welke ‘nog grotere woorden’ blijven erover voor een volgend debat, vraag ik mij dan af. Er komt toch een keer een einde aan die overtreffende trappen. Maar wat ik er eigenlijk bij voel is dat die woorden te groot zijn voor de lading die men ermee wil dekken. Het welbekende ‘met een kanon op een mug schieten’.

In mijn eigen werkpraktijk is er ook iets aan de hand met woorden en hun lading. Het duurde even voordat ik het door had. Maar toen ik het eenmaal zag, kon ik het niet niet meer zien. Wat is namelijk het geval. Als werkdruk en overspanning de boventoon voeren, gebruiken velen van ons verkeerde of veel te kleine woorden. Er wordt vrolijk ja gezegd tegen een berg extra werk, boven op een lading die toch al niet te torsen was. Ook ligt het op de lippen van overbezette mensen om te zeggen: ‘nee hoor, niks aan de hand met mij – alles onder controle’. Terwijl dit zichtbaar niet het geval is. Zelfs de goedbedoelde adviezen aan omvallende collega’s zijn als propjes schieten om de olifant te verdrijven. ‘Zorg goed voor jezelf’ roept men welgemeend.

En zo heeft de omvallende collega er nóg een onuitvoerbare taak bij gekregen.

Deze medewerker is negen van de tien keer iemand die zichzelf een onhaalbaar hoge lat heeft opgelegd. Iemand die het allemaal honderd procent goed wil doen. Wanneer de werkdruk oploopt of er waait privé een straffe tegenwind, dan houdt deze collega zich stil. Die zet de tanden stevig op elkaar, forceert een glimlach op het gezicht en die gaat extra hard rennen. Ook als omstanders bezorgd informeren of het niet wat veel is allemaal. ‘Nee hoor, gaat goed komen’. Maar dat gaat het natuurlijk niet. Er komt hoe dan ook een moment waarop zo iemand de uitputting nabij is. Het gevreesde gesprek over ‘dat dit zo niet verder kan’ is onvermijdelijk geworden. De manager stelt zich – uiteraard – faciliterend op. Wat heb je van mij nodig? Hoe ga jij beter voor jezelf zorgen? Hoe gaan wij dit tij keren? Op zichzelf allemaal prima vragen maar… voor iemand die er doorheen zit gaan ze niet meer werken.

Het belangrijkste overheidsnieuws van de dag

Schrijf je in voor de Binnenlands Bestuur nieuwsbrief

Die uitgeputte medewerker heeft – naast begrip – heldere woorden nodig die wél de lading dekken. Instructies over welk werk er voorlopig neergelegd gaat worden. En welgemeende goedkeuring voor het nemen van hersteltijd. Bij uitstek een faciliterende rol voor de manager dus! En – eerlijk is eerlijk – ook een hoop extra geregel om het werk voort te laten gaan.

Wat daarvoor mag worden teruggevraagd als de medewerker eenmaal weer op krachten is? Op z’n minst het inzicht dat woorden en hun lading belangrijk zijn. Een helder nee als er geen extra werk meer bij kan. Of een ‘ja mits’ om samen de randvoorwaarden scherp te krijgen.

Woorden doen ertoe. En ze uitspreken zodat men je daadwerkelijk hoort, is echt te leren.

Het belangrijkste overheidsnieuws van de dag

Schrijf je in voor de Binnenlands Bestuur nieuwsbrief

Bevestig jouw e-mailadres

We hebben de bevestigingsmail naar %email% gestuurd.

Geen bevestigingsmail ontvangen? Controleer je spam folder. Niet in de spam, klik dan hier om een account aan te maken.

Er is iets mis gegaan

Helaas konden we op dit moment geen account voor je aanmaken. Probeer het later nog eens.

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heeft u al een account? Log in

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heeft u al een account? Log in