Advertentie
carrière / Column

Mannen winnen als leiders, vrouwen verliezen in een catfight

Terwijl ons parlement en onze raden langzaamaan diverser worden, blijft de media-realiteit voor velen hard en gefocust op hun anders-zijn.

25 augustus 2022

Vrouwelijke politici worden in Nederland door de media nog steeds te vaak beschreven door middel van hun gender. En bij politici met een migratieachtergrond wordt hun etniciteit benadrukt. Witte mannen worden dan weer vaker in termen van hun ideologie omschreven. Dit laat ik samen met mijn collega’s zien in een recent gepubliceerd onderzoek.

Met de ‘ophef’ rondom een ‘feestende’ premier de afgelopen week, licht ik in het bijzonder uit wat we over vrouwelijke politici in ons onderzoek terugzagen. In Nederland staan vrouwen in de media zeker 1-0 achter, aangezien ze vaker worden omschreven aan de hand van hun gender. Waarom is dat erg? Wanneer de media het vooral hebben over hun gender hebben ze het dus níet over wat deze vrouwen hebben bereikt, hun ideeën of standpunten. Terwijl dit essentieel is om verkozen of herkozen te worden.

En daarnaast: wie de hele dag live Kamerdebatten kijkt komt er nog goed vanaf, maar de rest van ons is simpelweg afhankelijk van de media als tussenpersoon om enig politiek nieuws tot ons te nemen. Wat we daar lezen doet er dus toe. Maar nog steeds zijn er, vaak onbewust, stereotypen en vooroordelen over vrouwelijke politici terug te zien. Als de nadruk steeds weer ligt op vrouwelijke politici als vrouwen, worden ze als ‘anders’ afgeschilderd. Tegelijkertijd beklijft zo het beeld van de politiek als mannelijk domein. Dat dit negatieve consequenties heeft voor de loopbaan van vrouwelijke politici of jonge vrouwen die een politieke carrière overwegen kan dan geen verassing meer zijn.

Een paar concrete voorbeelden uit ons onderzoek. Vrouwen zijn niet gewoon minister, maar vrouwelijke minister, of een ‘mooie vrouw, uiterst feminien’. Dat valt dan nog mee, want we zagen in het verlengde daarvan ook ‘viswijf’, ‘meiden’, ‘catfights’ en uitvoerige speculaties over of ze een nieuwe kapper hebben of hoe het zit met hun gewicht. Bij mannen daarentegen: ‘staatsman’, ‘sympathieke man’, en natuurlijk ‘leider’. Als ze een verkleinwoordje voor de kiezen krijgen, is het tenminste nog als ‘jongen van het volk’. Op deze manier heb je geen PR of persoonlijke social media strategie meer nodig.

Dit gebeurt, in Nederland. Terwijl ons parlement en onze raden in aantallen langzaamaan diverser worden, blijft de media-realiteit voor velen hard en gefocust op hun anders-zijn. Sanna Marin, premier van Finland, kreeg er ook een flinke portie van mee afgelopen week. Een vrouw als leider van een land? Die ook nog danst? Drugstest!

Alle ‘ophef’ over deze ‘feestende’ premier ten spijt, gaat dit ten koste van de mogelijkheid om te schrijven over waar Marin’s politiek eigenlijk voor staat. Ruimte is nu eenmaal schaars. Hoe langer dit nog doorgaat, hoe meer het de kansen van vrouwen in de politiek schaadt. Zo blijft de ondervertegenwoordiging nog wel even in stand.

Laten we, en journalisten in het bijzonder, goed opletten wanneer we vrouwen omschrijven. Een vrouw kan ook wel een keer gewoon minister zijn, of een sociaaldemocraat, of een leider. Met alle inhoudelijke standpunten van dien. De eerstvolgende keer dat ik over een catfight lees hoop ik dat het gaat over Rutte en Hoekstra.

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Rob Sabreur
Totdat de Woke-gekte Nederland bereikte waren besturen inderdaad bolwerken van mannen en waren er maar mondjesmaat vrouwen in de top of in bestuurlijke functies. (Bijna) Niemand nam daar aanstoot aan en het was gewoon een gegeven. De vrouwen die er waren, waren dan ook over het algemeen zeer capabele mensen, die hun positie echt verdiend hebben en ook daadwerkelijk iets bijdroegen aan de opbouw van de samenleving.

Maar toen kwam het progressieve gedram over gelijkheid en zag je steeds meer capabele mannen plaats maken voor de zgn excuus-truus, die niet op eigen kracht op die posities benoemd werden, maar op basis van hun geslacht en bij allochtonen op basis van hun huidskleur. Kijk eens naar de afgelopen jaren, wat een zooitje het is geworden bij de diverse besturen, raden en politieke lagen, dan kan je je afvragen wat er belangrijker is: Geschiktheid of geslacht cq afkomst?

Ik ben opgegroeid in de jaren '70 en '80 en heb in die tijd nog nooit onderscheid gemaakt tussen man/vrouw of autochtoon/allochtoon. Iedereen met de juiste capaciteiten mocht ergens een goede positie bekleden en dat gebeurde dan ook.
Waarom kunnen we de woke-gekte niet achter ons laten en weer gewoon de juiste mens op de juiste plek zien te krijgen? Natuurlijk moet sexisme en racisme bestreden worden, maar met wat er nu gebeurt, zijn we enorm aan het doorslaan.
Natuurlijk blijven stereotyperingen bestaan, want dat schept een zekere mate van orde in de samenleving. Daar moet je ook tegen kunnen en er je kracht uit putten. Als je dat niet kan, dan behoor je eigenlijk niet op een dusdanig hoge functie, want we zeggen niet voor niks in Nederland: "Hoge bomen vangen veel wind".

Of zitten we echt te wachten op nog meer 'meisjes', die al beginnen te janken als je ze schamperend 'de tassendrager van de baas' noemt, want met zulke mensen gaan we geen oorlog winnen.
Advertentie