Ambtenaren eisen waardering op Malieveld

Werknemers in (semi-)overheidsdienst voelen zich nauwelijks gewaardeerd in een tijd waarin de publieke sector zo belangrijk is. Dat zeggen ambtenaren en onderwijzers woensdagmiddag tijdens de publieke manifestatie ‘Steun de publieke sector nu’. De bonden organiseerden de publieksloze manifestatie om een nieuw kabinet op te roepen veel meer geld te investeren in de publieke sector.

Stoelen

Vanwege de coronamaatregelen waren er geen demonstranten bij de manifestatie. In plaats daarvan stonden er honderden lege stoelen rondom een podium op het Malieveld. Volgens de organisatoren, vakbonden en ambtenarenorganisaties als FNV, ACOP en AC, staan die lege stoelen symbool voor de duizenden ambtenaren die er niet zijn; vacatures die onvervuld blijven, volgens de vakbonden inmiddels 30.000.

Waardering

Tijdens de manifestatie komen vooral een aantal ambtenaren aan het woord die zich storen aan het gebrek aan waardering voor de mensen die werken in de publieke sector. Dat is deels een financiële kwestie, zoals het basissalaris voor militairen die ‘dichtbij de armoedegrens ligt’. Of de vergoedingen voor thuiswerkende ambtenaren. ‘Sommige van mijn collega’s zitten nog steeds te werken achter de keukentafel.’

Vaccinatie

Maar het gaat ook om waardering en begrip voor de frontpositie die sommige ambtenaren moeten innemen bij de strijd tegen het coronavirus. Volgens politieagent Geert-Jan Staal krijgt de maatschappij regels opgelegd die agenten moeten handhaven. ‘Maar we moeten het ook kunnen uitleggen aan de burgers.’ En als het nodig is, moet je als handhaver ook mensen aanraken. ‘Maar vreemd genoeg worden wij niet met voorrang gevaccineerd.’

Essentieel

De bonden hameren erop dat het belangrijk is dat de economie weer gaat draaien, maar dat de publieke sector niet vergeten moet worden. Volgens onderzoeksjournalist Sander Heijne kan de private sector pas geld verdienen als de publieke sector op orde is. ‘In Engelstalige landen worden medewerkers in de publieke sector niet voor niets ‘essential workers’ genoemd. Volgens Heijne mogen ambtenaren wel wat vaker met de vuist op tafel slaan tijdens cao-onderhandelingen. ‘En anders: laat het voelen wat er gebeurt als de publieke sector er niet is.’